De elfenkoning
Wie rijdt er zo laat door nacht en wind?
Het is een vader met zijn kind.
Hij houdt de jongen vast in zijn arm,
Omklemt hem stevig en houdt hem warm.-
Waarvoor toch ben je zo bang, mijn zoon?-
Voor de elfenkoning, met mantel en kroon;
Zie jij dan, vader, de elfenkoning niet?-
Mijn zoon, dat is een nevelsliert.-
‘Mijn liefste kind, kom mee met mij!
Zo’n leuke spelletjes spelen wij:
Vol bonte bloemen staat ons strand;
Mijn moeder kleedt ons met goud en kant.’-
Ach vader, ach vader, heb je niet gehoord
Waarmee de koning mij zachtjes bekoort?-
Wees rustig, blijf rustig mijn kind!
In dorre bladeren ritselt de wind.-