Vlees week 2

Vleestechnologie
Vleestechnologie 1
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
VoedingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Vleestechnologie
Vleestechnologie 1

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesplanning
  • Week 1: Herkenning vlees
  • Week 1: Spieren, eiwitten en klassificatie
  • Week 2: Processen na het slachten
  • Week 3:  Vet en kwaliteit vlees

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen
Jij:
  • kunt aangeven wat het aanhoudingspercentage is
  • kunt de opbouw van een spier uitleggen
  • kunt de samenstelling van vlees uitleggen
  • kunt de functie van eiwitten uitleggen
  • Kunt de onderdelen van een rund en varken uitleggen

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe wordt een slachtdier geclassificeerd??

Slide 4 - Woordweb

SEUROP, (gespierdheid)
aa,a,b,c. (vet gehalte)


Mate van vet %
klasse bevleesheid percentage mager vlees
S Superieur 60% en meer
E Uitstekend 55 tot 60%
U Zeer goed 50 tot 55%
R Goed 45 tot 50%
O Matig 40 tot 45%
P Gering Minder dan 40%

Slide 5 - Tekstslide

Vet hoeveelheid
Mate van bespierdheid

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

wat betekend deze code? SAA
Wat betekend het keurmerk
Beter Leven!

Slide 9 - Woordweb

keurmerk voor de leefomstandigheden van een dier. x,xx,xxx aantal sterren. hoe meer sterren hoe meer "vrijheid"
Aanhoudingspercentage
(koud- karkasgewicht / levend gewicht) x 100%

Zou er verschil zijn tussen een varken en een rund?

Slide 10 - Tekstslide

Bij het slachten worden sommige delen verwijderd zoals de maag, de darmen, het hart, de longen, de lever, enzovoort. Wat na het slachten overblijft, noemen we het karkas. Het gewicht van het karkas ten opzichte van het levend gewicht wordt weergegeven met het aanhoudingspercentage:
varken is 75% rund 45 tot 65%. rund heeft vier magen dus meer gewicht.
Vlees
  • Spierweefsel (dwarsgestreepte spiervezels)
  • Bindweefsel
  • Vetweefsel

Slide 11 - Tekstslide

Spierweefsel: rund 71 tot 74% varken 43%
Vetweefsel: rund 8 tot 10% varken 36%
Bindweefsel: rund 16% varken 15%

bindweefsel  geven stevigheid en aanhechting spier aan het bot.
Spiervezels
  • Dwarsgestreept spierweefsel
  • 50 % van het spierweefsel bestaat uit spiervezels
  • 18-20% eiwit
  • 2-3% vet & suikers
  • 1-2% mineralen en zouten
  • 76% Rest water

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bindweefsel
  • Overal in het lichaam
  • Dun & netvorming of verdikt (vliezen en pezen)
  • Verbindt vetcellen
  • 16 % van de spier = bindweefsel

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vetweefsel
  • Aaneengesloten vetcellen
  • Overal in het lichaam, meeste rondom organen en onder de huid (depotvet)
  • Verdeeld als lagen tussen het spierweefsel
  • Magerste vlees (3-5% vet)

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Uit welke weefsels is een spier opgebouwd?
A
Botweefsel, spierweefsel en vetweefsel
B
Bindweefsel, spierweefsel en vetweefsel
C
Spierweefsel, vetweefsel en huidweefsel
D
Vetweefsel en bindweefsel

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Eiwitten
  • Waterbinding
  • Opgebouwd uit aminozuren
  • Meerdere groepen

Slide 16 - Tekstslide

1 Wateroplosbare-eiwitten (ca. 30% van de eiwitten): Deze eiwitten zijn opgelost in het celvocht en zorgen voor de directe binding bijvoorbeeld in gehakt. Een voorbeeld hiervan is myoglobine (deze geeft de rode kleur aan het celvocht en is belangrijk bij de kleur van de producten). 

2 Zoutoplosbare eiwitten (meer dan 50% van de eiwitten): Deze eiwitten zijn in vlees gebonden Het zijn een soort “eiwitdraden” in de spiercellen. De belangrijkste zijn actine en myosine. 

3 Bindweefseleiwitten (ca. 15% van de eiwitten).
Van de vleeseiwitten is myosine het belangrijkst. Vooral myosine zorgt voor een hogere vochtbinding in vlees en vleeswaar.


Groepen eiwitten
  • Wateroplosbare (ca. 30%)
  • Zoutoplosbare  eiwitten (ca. 50%)
  • Bindweefsel eiwitten  (ca. 20%)

Slide 17 - Tekstslide

wateroplosbare: zitten in het celvocht zorgen voor de binding. myoglibine (rode kleur)
zoutoplosbare: vastgebonden aan het vlees.
Bindweefsel eiwitten: Myosine, binding
Bindweefsel
  • Stevigheid aan het karkas.
  • Bestaat uit collageen.

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oefenvragen
Maak de oefenvragen van week 1

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht: zoek op Postmortale processen 

Slide 21 - Tekstslide

opdracht is ter voorbereiding op de les van volgende week. 
stofwisseling, rigor mortis, Rijping, PSE en DFD vlees.
Evaluatie leerdoelen
Jij:
  • kunt de opbouw van een spier uitleggen
  • kunt visualiseren waaruit vlees is opgebouwd
  • kunt de samenstelling van vlees uitleggen
  • kunt de functie van eiwitten schetsen

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies