Par. 4.1 De Nederlanden komen in verzet tegen Filips II


4.1 De Nederlanden komen in verzet tegen Filips II 
1 / 41
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 41 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les


4.1 De Nederlanden komen in verzet tegen Filips II 

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Feniks, Geschiedenis Werkplaats, Memo, Saga

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is centralisatie?
A
Het streven van een vorst om de macht van de adel te beperken
B
Het streven van een vorst om zijn gebied vanuit een centraal punt te regeren
C
Het streven van de adel naar samenwerking tegen de vorst
D
Het streven van de adel tegen een centraal machtsorgaan

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een landvoogd?
A
Plaatsvervanger van de Spaanse koning van Nederland
B
Plaatsvervanger van de Nederlandse koning van Spanje
C
Plaatsvervanger van de Italiaanse koning van Duitsland
D
Plaatsvervanger van de Duitse koning van Rusland

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een stadhouder...
A
Werd benoemde door een stad
B
Werd benoemd door een gewest
C
Werd benoemd door Willem van Oranje
D
Werd benoemd door Karel V en later Filips II

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In Nederland worden nu de wetten goedgekeurd door de Staten-Generaal. Wat is een ander woord voor de Staten-Generaal?
A
De eerste- en tweede kamer
B
Het kabinet
C
De ministerraad
D
provinciale vergadering

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De Staten-Generaal...
A
Bestaat uit vertegenwoordigers van de gewesten
B
Bestaat uit vertegenwoordigers van één gewest

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat hoort NIET bij Karel V?
A
Hij was streng katholiek.
B
Hij voerde een centraal bestuur in de Nederlanden in.
C
Hij heerste over een groot rijk.
D
Hij was stadhouder.

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Filips II was de opvolger van...
A
Filips I
B
Karel I
C
Karel V
D
Willem van Oranje

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Filips II was ...
A
Katholiek maar vond de protestante prima
B
Protestant maar vond de katholieke prima
C
Katholiek en moest niks hebben van de protestante
D
Protestant en moest niks hebben van de katholieke

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen opschrijven
  1. Welke twee gebeurtenissen in 1566 leidden tot de komst van Alva in 1567?
  2. Welke opdrachten kreeg Alva van Filips II en tot welke maatregelen leidden deze?

Klaar? Lees "Ontevredenheid onder alle 
bevolkingslagen groeit" op blz. 97


timer
3:00
Vorige les:
  1. Schrijf een kort verhaal (in je eigen woorden) over Karel V, Filips II en Willem van Oranje.
  2. Welke rechten en bevoegdheden had de heer van de Nederlanden?
  3. Welke rechten en bevoegdheden hadden de gewesten?
  4. Wat wilden Karel V en Filips II bereiken op politiek en godsdienstig gebied in de Nederlanden?
  5. Waarover waren de verschillende bevolkingsgroepen ontevreden?

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Studiewijzer
10/11: Par. 4.1 De Nederlanden komen in verzet tegen Filips II  
14/11: Par. 4.1 De Nederlanden komen in verzet tegen Filips II  
17/11: Par. 4.1 De Nederlanden komen in verzet tegen Filips II 
21/11: Par. 4.2 De Tachtigjarige Oorlog
24/11: Par. 4.2 De Tachtigjarige Oorlog
28/11: Par. 4.2 De Tachtigjarige Oorlog
01/12: SO par. 4.1 en 4.2
05/12: Par. 4.3 Gevolgen van de Tachtigjarige oorlog
08/12: Par. 4.3 Gevolgen van de Tachtigjarige oorlog
12/12: Par. 4.4 Macht en mensen in de Republiek
15/12: Par. 4.4 Macht en mensen in de Republiek
19/12: Par. 4.5 De Gouden Eeuw
22/12:  Par. 4.5 De Gouden Eeuw
,09/01 en 12/01 par. 4.5 de Gouden Eeuw daarna TOETSWEEK 
Toetsweek: H4 par. 4.1 t/m 4.6

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Programma
1. Uitleg par. 3.1
2. TWT bespreken
3. Keuzebord
4. Afsluiten

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De Nederlanden

  • Zeventien gewesten, die bij elkaar 'De Nederlanden' heetten.
  • Een gewest is een zelfstandige staat. 
  • Aan het hoofd van een gewest stond een heer. 
  • Rond 1550 was Karel V er in geslaagd om van alle gewesten heer te worden. 

De Nederlanden maakten deel uit van het Rooms-Duitse Rijk. De graven en hertogen in Nederland waren officieel leenmannen van de Duitse keizer, maar die had meestal niet meer veel macht over zijn leenmannen. In 1018 werden de legers van de Duitse keizer zelfs verslagen door te troepen van de graaf van Holland.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Keizer Karel V
  • Huis Habsburg, keizer van het Heilige Roomse Rijk (waaronder de Nederlanden). 
  • Rijk waar de zon nooit ondergaat. 
  • Zilver en goud uit Amerika.
  • De Heer van de Nederlanden: bepaalde de buitenlandse politiek en over het voeren van oorlogen.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Spaanse Rijk
Het Heilige Roomse Rijk

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De Nederlanden onder Karel V
  • Karel V was LANDSHEER van de Nederlandse gewesten, geen koning!
  • Zijn regering was gevestigd in Brussel, hoofdstad van het gewest Brabant.
  • Hij was vaak in het buitenland en liet zich in de Nederlanden vertegenwoordigen door een landvoogd(es).
  • Binnen elk gewest benoemde hij een stadhouder als plaatsvervanger.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Karel V had niet alles te vertellen
De gewesten regelden hun eigen bestuur, rechtspraak en belasting.

De landheer moest geld vragen aan de Gewestelijke Staten, een vergadering van de adel, geestelijkheid en de burgers van de steden. Zij namen vooral beslissingen die hun eigen gewest aangingen.
 
Het woord 'staten' van Gewestelijke Staten betekent hier 'standen', bevolkingslagen. 

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De Staten-Generaal
  • Beslissingen die voor alle gewesten belangrijk waren, werden genomen in de Staten-Generaal in Brussel: de vergadering van vertegenwoordigers van alle gewestelijke staten bij elkaar. 
  • Een snellere manier van Karel V om te alle gewesten te overleggen. 
  • Gewesten moesten het allemaal eens zijn om een besluit te nemen in de Staten Generaal. Eén gewest kon dus alles tegenhouden en daarmee kon de Staten Generaal niets doen zonder toestemming van de gewesten. 



Slide 19 - Tekstslide

Film Michiel de Ruyter

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Kaart

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat wilde Karel V bereiken?
Centralisatie van het bestuur:
  • Karel V wilde vanuit één plek regeren. Zo vergroot hij zijn macht in Brussel. 

Hoe werd het georganiseerd?
  • Landvoogd(des), was zijn plaatsvervanger, voor heel de Nederlanden)
  • Stadhouder (binnen elk gewest, bevelhebber van de soldaten in een gewest en moest Karel V op de hoogte houden van wat er in een gewest gebeurde).
  • Staten-Generaal (Afgevaardigden uit elk geweest moesten vergaderen in Brussel).
- Karel V riep de Staten-Generaal vooral als hij geld nodig had.
- Adel verloor steeds meer macht, inkomsten en privileges aan Karel V en de nieuwe burgerij.

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Centralisatie vs Particularisme
  • De gewesten streefden naar zoveel mogelijk zelfbestuur en het behouden van hun privileges (particularisme).

  • Karel V wilde alles vanuit één plek regeren (Brussel ---> centralisatie )
 

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Filips II
  • Zoon van Karel V. 
  • Streng katholiek
  • Stelt de INQUISITIE aan.
  • Woonde in Spanje en lie zich in de Nederlanden vertegenwoordigen door een landvoogdes, zijn zus, Margaretha van Parma, die regeerde zonder overleg met de edelen.


Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ontevredenheid onder alle bevolkingslagen groeit.
Door de centralisatie: 

  • De edelen verloor hun macht. Ze wilden hun ouder macht terug.
  • Rijke burgers verloor hun invloed op het bestuur van de gewesten en steden. 
  • Gewonnen mensen waren arm en hadden last van hoge voedsel prijzen. 
  • De meeste mensen waren niet eens met de vervolging van de protestanten.

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Plakkaten tegen ketters
  • Karel V was katholiek, dus iedereen in zijn rijk moest katholiek zijn... Maar de Hervorming kreeg aanhang in de Nederlanden.
  • Iedereen die niet katholiek was = ketter
  • Plakkaten = wet, bijv. Bloedplakkaat in 1550 

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het Bloedplakkaat
"Wij verbieden alle leken om met elkaar over de Bijbel te discussiëren. Zeker niet over ingewikkelde, moeilijk zaken. Degenen die dit toch doen, zullen voor straf worden vervolgd en als verstoorders van de openbare orde worden veroordeeld. Als ketters hun dwalingen afzweren, zullen mannen met het zwaard worden gedood en vrouwen levend begraven. Wie zijn dwalingen, verkeerde meningen en ketterijen wil volhouden, wordt gestraft met de brandstapel. In alle gevallen wordt hun bezit in beslag genomen en verkocht. De opbrengst is voor ons."

Naar: Plakkaat van Karel V, 1550.

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het Verbond der Edelen
Het smeekbrief: de delen wilden da Margareta de koning zou vragen om de Staten-Generaal bijeen te roepen om...

1- De politieke en religieuze probleem op te lossen...
2. De plakkaten tegen ketters buiten werking te stellen.

Margareta belooft minder streng 
inquisiteurs.

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vorige les...
  • Centralisatie van Karel V en Filips II: landvoogd(es), stadhouder, Staten-Generaal.
  • Protestantisme bestijden, omdat iedereen in hun rijk moesten katholiek blijven. 
  • Het bloedplakkat
  • Het Verbond der Edelen: smeekbrief naar Magaretha van Parma

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gevolgen van Margaretha's beslissing
  • Calvinisitsche vluchtelingen keren terug naar de Nederlanden. 

  • De protestanten kwamen nu openlijk bij elkaar: hagenpreken (preek voor protestanten in de openlucht, omdat ze nog geen eigen kerkgebouw mochten bezitten).

  • Buiten was veiliger dan binnen de stadsmuur. 
  • Ze hadden wapens bij zich. 

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hongersnood onder de arbeiders en ambachtslieden in de steden en op het platteland...
Winter van 1565-1566

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De Beeldenstorm
1566
Veel edelen en rijke burgers waren geschokken en gingen Margaretha weer steunen. 

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Margaretha van Parma
Gaf opdracht om een eind te maken aan de Beeldenstorm.

Met de steun van de edelen en rijke burgers werd het wat rustiger, maar Filips II was ontevreden...

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Willem van Oranje 
Stadhouder van Holland, Zeeland en Utrecht. 

  • Herstelde de vrede door... KERKGEBOUWEN AAN DE CALVINISTEN TE GEVEN!

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Filips II
Was streng katholiek en vond dat de opstandelingen gestraft moesten worden. Daarom stuurde hij de hertog van Alva naar de Nederlanden. 

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De IJzeren Hertog
Hertog van Alva

Had drie opdrachten:
  1. De opstandelingen straffen.
  2. Zorgen dat iedereen weer katholiek was.
  3. Een sterkere centralisatie van het bestuur invoeren. 


"Op 1 april verloor Alva zijn bril.
"1 april, kikker in je bil"

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De IJzeren Hertog
  • Edelen en protestanten ontvluchtten het land (Willem van Oranje vluchtte naar Duitsland).
  • Alva arriveerde in augustus 1567 met zijn leger in de Nederlanden.
  • Protestanten werden streng vervolgd. 
  • Heeft nieuwe (gehate) belasting ingevoerd = de Tiende Penning
  • Was niet populair...

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Afsluiten
  1. Welke twee gebeurtenissen in 1566 leidden tot de komst van Alva in 1567?
  2. Welke opdrachten kreeg Alva van Filips II en tot welke maatregelen leidden deze?
timer
5:00

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

TWT bespreken

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Keuzebord
Laatste dag: 15 december

Wij werken vandaag tot aan de bel!

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies