In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
Welkom H4!
Slide 1 - Tekstslide
10 minuten lezen
Slide 2 - Tekstslide
Programma
1. 10 minuten lezen
2. Deadline poëzieopdracht uitgesteld naar 21 maart i.p.v. morgen, schrijftoets uiteenzetting op 20 maart
2. Leerdoel 'Uiteenzetting'
3. Wat is een uiteenzetting? Hoe ziet een uiteenzetting eruit? 4. Afsluiting en vooruitblik
Slide 3 - Tekstslide
Leerdoel
Je leert de kenmerken, structuur en het schrijfdoel van een uiteenzetting en hoe je zelf een uitzetting kunt schrijven over het boek dat je nu aan het lezen bent.
Slide 4 - Tekstslide
Waar denk je aan bij een uiteenzetting? Wat weet je al van de uiteenzetting?
Slide 5 - Woordweb
Wat is een uiteenzetting?
A
een tekst waarin voor- en nadelen en diverse meningen worden gegeven over een onderwerp
B
een tekst waarin informatie en uitleg wordt gegeven over een onderwerp
C
een tekst waarin verslag wordt gedaan van een vraaggesprek
D
een tekst met een standpunt over een onderwerp onderbouwd door argumenten
Slide 6 - Quizvraag
Wat is het doel van een uiteenzetting?
A
amuseren
B
overtuigen
C
opiniëren
D
informeren
Slide 7 - Quizvraag
Is een uiteenzetting objectief of subjectief?
A
objectief
B
subjectief
Slide 8 - Quizvraag
In een uiteenzetting komt de mening van de schrijver niet aan bod.
A
waar
B
niet waar
Slide 9 - Quizvraag
Een uiteenzetting geeft antwoord op de 5W- en 1H-vragen. Waar staat dit ook al weer voor?
A
wie, wat, waar, welke, waarom en hoe
B
wie, wat, wanneer, waardoor, welke en hoe
C
wie, wat, want, wanneer, waarom en hoe
D
wie, wat, waar, wanneer, waarom en hoe
Slide 10 - Quizvraag
Tussenkopjes passen niet in een uiteenzetting.
A
waar
B
niet waar
Slide 11 - Quizvraag
Wat is de hoofdgedachte van een uiteenzetting?
A
standpunt
B
mededelende zin
C
hoofdvraag
D
oplossing
Slide 12 - Quizvraag
Welke tekststructuur is niet geschikt voor een uiteenzetting?
A
vraag-antwoord
B
argumentatie
C
heden/verleden/ toekomst
D
aspecten
Slide 13 - Quizvraag
Wat is de opbouw van een uiteenzetting?
A
onderwerp - deelonderwerpen - slot
B
verschijnsel - bespreking - conclusie
C
inleiding - kern - slot
D
inleiding - toelichting - slot
Slide 14 - Quizvraag
Voorbeeld van
een schrijfplan
bij een
uiteenzetting
Slide 15 - Tekstslide
Stel: je gaat een uiteenzetting schrijven over je boek. Welke deelonderwerpen kun je aan bod laten komen in je tekst?
Slide 16 - Woordweb
Even op een rijtje: wat zijn dus de kenmerken van een uiteenzetting?
Slide 17 - Open vraag
Lees de tekst 'Groei WAO geheel op rekening van vrouwen'. Hoe kun je zien dat deze tekst een uiteenzetting is? Betrek de tekst in je antwoord!
Slide 18 - Open vraag
Lees de tekst 'Groei WAO geheel op rekening van vrouwen'. Waarom past het slot van deze tekst minder goed bij een uiteenzetting?
Slide 19 - Open vraag
Lees de tekst Doping is niet dope. Hoe kun je zien dat deze tekst een uiteenzetting is? Betrek de tekst in je antwoord!
Slide 20 - Open vraag
Lees de tekst Doping is niet dope. Wat aan deze tekst past niet zo goed bij een uiteenzetting?
Slide 21 - Open vraag
Ik weet nu wat de kenmerken van een uiteenzetting zijn en dus wat een uiteenzetting is.