In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Praktisch rekenen
Slide 1 - Tekstslide
Afronden
Als je moet afronden kijk je altijd waar het over gaat.
Stel je hebt 29 leerlingen en er kunnen maximaal 4 personen in een boot, dan gaat de som
29:4=7,25 dus 7 boten niet op, dan blijft er één leerling achter....
Daar gaan de volgende opgaven over
Slide 2 - Tekstslide
Wat zijn jullie namen?
Slide 3 - Open vraag
Er wachten 23 mensen op de lift, per keer kunnen er 7 mensen mee. Hoe vaak moet de lift op en neer?
Slide 4 - Open vraag
Freke gaat de muren van haar slaapkamer schilderen, haar kamer is 3,5 meter lang, 2,8 meter breed en 2,2 meter hoog. Haar ramen en deur zijn samen 3,2 m2. Met één blik verf kan ze 4,5 m2 schilderen. Hoeveel blikken verf heeft ze nodig?
Slide 5 - Open vraag
Bedenk een verhaal bij deze berekening: 310:50=6,2 dus 7
Slide 6 - Open vraag
Bedenk een verhaal bij deze berekening: 60:9=6,666.... dus 6,67
Slide 7 - Open vraag
Grote getallen
Duizend 1 000
Miljoen 1 000 000
Miljard 1 000 000 000
Biljoen 1 000 000 000 000
Biljard 1 000 000 000 000 000
Slide 8 - Tekstslide
Typ met alleen cijfers (dus zonder punten en spaties): dertig duizend
Slide 9 - Open vraag
Typ met alleen cijfers (dus zonder punten en spaties): een half miljoen
Slide 10 - Open vraag
Typ met alleen cijfers (dus zonder punten en spaties): 2,324 biljoen
Slide 11 - Open vraag
De Niagara watervallen liggen op de grens van Canada en de VS. Per seconde valt er 5000 m3 water over een afstand van 50 meter naar beneden. Na hoeveel minuten en seconden is er 1 miljoen m3 water naar beneden gevallen?
Slide 12 - Open vraag
De Niagara watervallen liggen op de grens van Canada en de VS. Per seconde valt er 5000 m3 water over een afstand van 50 meter naar beneden. Hoeveel uren duurt het voordat er 1 miljard m3 naar beneden is gevallen? (rond af op helen)
Slide 13 - Open vraag
De Niagara watervallen liggen op de grens van Canada en de VS. Per seconde valt er 5000 m3 water over een afstand van 50 meter naar beneden. Een Nederlander gebruikt ongeveer 124 liter water per dag. Hoeveel jaar kan een gezin van 4 mensen doen met het water dat in 1 seconde bij de Niagara watervallen naar beneden valt?
1 m3 = 1000 liter
Slide 14 - Open vraag
Bedenk zelf een vraag die gaat over grote getallen