M1: les 1

Voorstelrondje
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 14 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Voorstelrondje

Slide 1 - Tekstslide

Wie ben ik?
Keesje Ravenshorst Faessen
24 jaar
Docent geschiedenis
Sport: rolstoelbasketbal en kanoën

Slide 2 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
  • Typecursus op je laptop
  • digitale vaardigheden: word, powerpoint, excel, werkstuk maken, etc. Dit doen we via een online module  

Slide 3 - Tekstslide

Vandaag
Module is nog niet beschikbaar.
We beginnen met een les over hoe je een goede mail stuurt naar een docent. 

Slide 4 - Tekstslide

Leerdoelen
Aan het einde van de les weet je: 
  • dat zinnen beginnen met een hoofdletter en eindigen met een punt, uitroepteken of vraagteken. 
  • het verschil tussen formeel en informeel taalgebruik. 
  • en kan je een korte email aan je docent schrijven die netjes begint en ingedeeld is in inleiding/middenstuk/slot

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Hoe begin en eindig je een zin?
Begin van de zin: je begint met een hoofdletter
Einde van de zin: 
  • Normale zin: je eindigt met een punt (.)
  • Waarschuwing of uitroep: je eindigt met een uitroepteken (!)
  • Vraagzin: Je eindigt met een vraagteken (?)
Uitroepteken: SHIFT + 1
Vraagteken: SHIFT + Toets met vraagteken (rechtsonder)

Slide 8 - Tekstslide

Formeel en informeel
  • Informeel: vrienden, familie, mensen die je goed kent
  • Formeel: onbekende, volwassen persoon: docent, coach, teamleider. Je gebruikt U in je tekst, nette woorden en zinnen. 

Slide 9 - Tekstslide

Formeel of informeel
  • Je schrijft een uitleg voor een klasgenoot.
  • Je stuurt een mail naar je docent. 
  • Je stuurt een mail naar de baas op je werk.
  • Je stuurt een mail naar je oma. 

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Inleiding, middenstuk, slot
  1. Onderwerp regel: geef kort aan waar je mail over gaat.
  2. Nette aanhef: beste meneer/mevrouw
  3. Inleiding: waar gaat je mail over en waarom stuur je deze mail. (vb: toetscijfer, doel: je snapt niet waarom je cijfer zo laag is).
  4. Wat wil je zeggen tegen de docent of wat wil je vragen?
  5. Schrijf dat je hoopt dat je docent snel reageert en bedank alvast voor zijn/haar reactie,
  6. Sluit netjes af: groetjes, of met vriendelijke groeten

Slide 13 - Tekstslide

Oefenen
Stuur een mailtje naar mij.
Onderwerp mailtje: leg uit wat je vandaag geleerd hebt en stel een vraag. 

kravenshorstfae01@lentiz.nl

Slide 14 - Tekstslide