Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
N2H(V)_du_week 37_K1_D_Grammatik
Freitag,
den 17. September 2021
Doel van de les:
Je kunt het persoonlijk voornaamwoord gebruiken.
Je kunt het werkwoord
sein
in de tegenwoordige tijd gebruiken.
Zijn er vragen over het huiswerk van de vorige les?
1 / 20
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
In deze les zitten
20 slides
, met
interactieve quizzen
,
tekstslides
en
1 video
.
Lesduur is:
40 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Freitag,
den 17. September 2021
Doel van de les:
Je kunt het persoonlijk voornaamwoord gebruiken.
Je kunt het werkwoord
sein
in de tegenwoordige tijd gebruiken.
Zijn er vragen over het huiswerk van de vorige les?
Slide 1 - Tekstslide
Zet de woorden in de juiste volgorde.
1. Wie ben jij?
bist - du - wer?
Slide 2 - Open vraag
Zet de woorden in de juiste volgorde.
2. Ik ben Olaf.
bin - ich - Olaf.
Slide 3 - Open vraag
Zet de woorden in de juiste volgorde.
3. Bent u de leraar?
Sie - Lehrer - sind - der?
Slide 4 - Open vraag
Zet de woorden in de juiste volgorde.
4. Wat hebben jullie gedaan?
ihr - was - habt - gemacht?
Slide 5 - Open vraag
Los geht's!
Maak nu van onderdeel
D Grammatik
opdracht 10.
timer
4:00
Slide 6 - Tekstslide
C: Grammatik
Het persoonlijk voornaamwoord (Personalpronomen)
Elke zin heeft een
onderwerp
. Bijvoorbeeld:
ik
jij
hij
Werkwoord:
s
ein
Slide 7 - Tekstslide
C Grammatik:
Het persoonlijk voornaamwoord (Personalpronomen)
enkelvoud meervoud
ik ich wij wir
jij du jullie ihr
hij er zij sie
zij sie u Sie
het es
men man
u Sie
Let op
:
Sie
(u) schrijf je in het Duits altijd met een hoofdletter!
Sind Sie Frau Müller? Bent u mevrouw Müller?
Slide 8 - Tekstslide
C: Grammatik
Het werkwoord (das Verb)
sein
sein
= onregelmatig
ik
ben
twaalf = ich
bin
zwölf
jij
bent
twaalf = du
bist
zwölf
Ben
jij twaalf? =
Bist
du zwölf?
hij
is
= er
ist
zij
is
= sie
ist
het
is
= es
ist
Slide 9 - Tekstslide
C: Grammatik
Het werkwoord (das Verb)
sein
wij
zijn
= wir
sind
jullie
zijn
= ihr
seid
zij
zijn
= sie
sind
U
bent cool! =
Sie
sind cool! --> Beleefdheidsvorm!
Let op:
Als 'Sie' 'u' betekent, schrijf je het altijd met een hoofdletter!!
Slide 10 - Tekstslide
Vertaal de volgende zin.
1. Sie ist meine Oma.
Slide 11 - Open vraag
Vertaal de volgende zin.
2. Herr Schmidt, können Sie mir helfen?
Slide 12 - Open vraag
Vertaal de volgende zin.
3. Sie trinken gern Cola.
Slide 13 - Open vraag
Los geht's!
Maak nu van onderdeel
D Grammatik
af.
timer
10:00
Slide 14 - Tekstslide
Hoe heb je op dit onderdeel gescoord?
A
< 70%
B
> 70%
Slide 15 - Quizvraag
Wer bist du?
Und wer ist das?
Von wo seid ihr?
Sind Sie Niederländer, Herr Mulders?
Sind die Kinder noch klein?
Ist man hier in Deutschland?
Wie ben jij?
Das ist mein Freund Theo.
Wir sind aus Bonn.
Ja, ich bin aus Amsterdam.
Nein, sie sind schon zehn Jahre alt.
Nein, man ist hier in Polen.
Slide 16 - Sleepvraag
E: Sprechen
Höre dir das Alphabet an.
Welche Buchstaben (letters) werden anders ausgesprochen als im Niederländischen?
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Video
Wörter buchstabieren
Typ - Jahr - Vater - null - zwanzig - Deutschland.
Buchstabiere deine Vorname.
Ein Wort aus der Lernliste!!
Slide 19 - Tekstslide
Voor de volgende les...
Je kunt persoonlijke voornaamwoorden gebruiken.
Je kunt het werkwoord
sein
in de tegenwoordige tijd gebruiken.
Je kunt de letters van het alfabet goed uitspreken.
Je kunt de klinkers goed uitspreken.
De opdrachten van onderdeel
C
Lesen
zijn (online) gemaakt.
De opdrachten van onderdeel
D
Grammatik
zijn (online) gemaakt.
De opdrachten van onderdeel
E
Sprechen
zijn (online) gemaakt.
Je kunt vragen stellen en antwoorden geven over persoonlijke gegevens (
Sprachmittel, Seite 27)
.
Slide 20 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
K1 persoonlijk voornaamwoord & werkwood sein
September 2019
- Les met
14 slides
Duits
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 1
Les 10 "Grammatik: haben en sein in de verleden tijd"
September 2021
- Les met
11 slides
Duits
Middelbare school
mavo
Leerjaar 3
Les 10 "Grammatik: haben en sein in de verleden tijd"
April 2024
- Les met
11 slides
Duits
Middelbare school
mavo
Leerjaar 3
V2 - K2: Grammatik: haben, sein, werden o.t.t.
September 2021
- Les met
16 slides
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
H2 - Woche 38 - Stunde 4
September 2021
- Les met
12 slides
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
H2 - Woche 38 - Stunde 3
September 2021
- Les met
15 slides
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
De grote kennisquiz
Augustus 2024
- Les met
44 slides
door
Quiz!
Duits
Middelbare school
mavo
Leerjaar 4
Quiz!
Sein
Oktober 2023
- Les met
18 slides
Duits
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 1,2