Grammatica 5 - lijdend voorwerp, deel 2

• Nederlands
• Middelbare school
• mavo, havo
• Leerjaar 1

Welkom!

Fijn dat je er bent. 

Wat gaan we doen vandaag?

• H4: Taalverzorging grammatica
• Herhaling lijdend voorwerp
• Samen oefenen
• Huiswerk nakijken
• Zelfstandig werken

Lijdend voorwerp?

Nakijken

• Opdracht 2, 4 en 5 op pagina 80/81 

Uitleg lijdend voorwerp

Het lijdend voorwerp komt voor in zinnen waarin iets/iemand wat overkomt of iets/iemand iets meemaakt.

Zo vind je het lijdend voorwerp

Om te controleren of je het lijdend voorwerp goed hebt herkend, kun je een vraagzin maken van het type ‘wie/wat + werkwoordelijk gezegde + onderwerp’.

Ik koop een appel.

Wie/wat koop ik? Een appel

Henk heeft gisteren een nieuwe auto gekregen.

Welke vraag kan je hier stellen?

Wat is dus het lijdend voorwerp?

Samen oefenen

Morgen koop ik appelmoes. 

Morgen 

koop

ik

appelmoes.

Werkwoordelijk gezegde

Onderwerp

Lijdend voorwerp

Ander

zinsdeel

Sint

koopt

dit jaar

veel cadeautjes.

Werkwoordelijk gezegde

Onderwerp

Lijdend voorwerp

Ander

zinsdeel

De politie

heeft

op de A2

186.000 boetes

uitgedeeld.

Werkwoordelijk gezegde

Onderwerp

Lijdend voorwerp

Ander

zinsdeel

Ik

maak

de opdracht

vanmiddag

bij de huiswerkklas.

Werkwoordelijk gezegde

Onderwerp

Lijdend voorwerp

Ander

zinsdeel

Waarom

heb 

je

hem

dat

gegeven?

Werkwoordelijk gezegde

Onderwerp

Lijdend voorwerp

Ander

zinsdeel

Razend

gooide

de leraar

een krijtje

door de klas.

Werkwoordelijk gezegde

Onderwerp

Lijdend voorwerp

Ander

zinsdeel

Zondag hebben we nieuwe skates bij de skatebaan gevonden.

Deze week houdt een hogedrukgebied storingen op afstand.

In de vakantie ga ik graag vrienden van de basisschool opzoeken.

Tijdens SAIL kun je op vijf plekken in Amsterdam bijzondere schepen bekijken.

De grootouders van Max vieren morgen hun 50-jarig huwelijksfeest.

Zijn er nog vragen of opmerkingen?

Zelfstandig werken

Maak opdracht 3 en 4 op pagina 107. Schrijf de antwoorden op in je schrift. 

Ben je klaar? Haal een woordenschatopdracht bij mij op.