BSR 1tb Cursus Taal §2

CURSUS 4: Taal   
paragraaf 1
Cursus 4: TAAL


  • Open je boek op blz. 92-93.
  • Log alvast in op LessonUp

§2 Taal uit de buurt
timer
1:30
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

CURSUS 4: Taal   
paragraaf 1
Cursus 4: TAAL


  • Open je boek op blz. 92-93.
  • Log alvast in op LessonUp

§2 Taal uit de buurt
timer
1:30

Slide 1 - Tekstslide

  • Je weet het verschil tussen moedertaal, tweede taal en vreemde taal.
  • Je weet wat het woord streektaal (dialect) betekent.
  • Je kunt het verschil tussen een streektaal en een rijkstaal uitleggen.
Lesdoelen

Slide 2 - Tekstslide

In deze les gaan we:
  • Terugblikken op de vorige les;
  • verder met Cursus 4: Taal, paragraaf 2 ;
  • in gesprek over de begrippen streektaal (dialect), Standaardnederlands en rijkstaal.

Slide 3 - Tekstslide

  • Gebruik je iPad alleen als dat nodig is.
  • Als de docent aan het woord is, is de rest van de klas stil.
  • Als een klasgenoot aan het woord is,
    is de rest van de klas stil.
  • Kortom, we luisteren naar elkaar en weten wanneer we mogen praten.
De regels tijdens de lessen Nederlands

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Wie kan kort vertellen waar we het
de vorige les over hebben gehad?

Slide 6 - Tekstslide

Je moedertaal leer je op een natuurlijke manier.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 7 - Quizvraag

Het is onmogelijk om Fries en Nederlands als moedertaal te hebben.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 8 - Quizvraag

Wanneer ben je tweetalig?
Leg uit in je eigen woorden!

Slide 9 - Open vraag

Slide 10 - Tekstslide

Wat?
Cursus 4, paragraaf 2: Taal uit de buurt
Maak opdracht 1 (blz. 92).
Hoe?
In tweetallen, overleg fluisterend.
Hulp
Steek je vinger op als je een vraag hebt.
Tijd
5 minuutjes.

Klaar?
Lees de vragen van opdracht 2, 3 en 4 alvast.
Je kunt hier ook alvast aan beginnen.
Opdracht 1
timer
5:00

Slide 11 - Tekstslide

  • Een streektaal is een taal van een bepaalde streek of een bepaalde plaats, die anders is dan de Standaardtaal (het Nederlands).
  • Denk aan Fries, Vlaams, Limburgs.
Streektaal 
(dialect)

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Link

Het 'Standaardnederlands' is het Nederlands dat als 'correct' taalgebruik wordt gezien. 
Een rijkstaal is een taal die door de overheid erkend wordt als een 'officiële taal'. 
Standaardnederlands

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Ik vind het _____ dat steeds meer streektalen verdwijnen.
A
erg
B
niet erg
C
iets anders, namelijk:

Slide 16 - Quizvraag

De Friese taal is volgens de overheid een ________
A
dialect
B
moedertaal
C
rijkstaal
D
streektaal

Slide 17 - Quizvraag

Wat?
Cursus 4, paragraaf 2: opdracht 2.
Maak opdracht 1 (blz. 92-93).
Hoe?
In tweetallen, overleg fluisterend.
Hulp
Steek je vinger op als je een vraag hebt (4 B's).
Tijd
6 minuutjes.

Klaar?
Lees de vragen van opdracht 3 alvast. Deze gaan we straks maken.
Opdracht 2 (en 3)
timer
6:00

Slide 18 - Tekstslide

Samen maekn: 
Opdracht 3
op 
blz. 93.

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

  • Je weet het verschil tussen moedertaal, tweede taal en vreemde taal.
  • Je weet wat het woord streektaal (dialect) betekent.
  • Je kunt het verschil tussen een streektaal en een rijkstaal uitleggen.
Lesdoelen

Slide 21 - Tekstslide

Noem drie woorden die volgens jou met het onderwerp
'Taal uit de buurt' te maken hebben.

Slide 22 - Woordweb

Waarom spreken Nederlands in Limburg anders dan hier in Friesland?

Slide 23 - Open vraag

Wat is het verschil tussen een rijkstaal en een streektaal (dialect)?

Slide 24 - Open vraag

Wie heeft nog een vraag over wat we vandaag hebben behandeld?

Slide 25 - Tekstslide

Neem deel onze LessonUp klas
Wat kun je hier vinden?
  • LessonUps
  • Video's
  • Handige websites 

Klassencodes:
u1tb: ztblj

Slide 26 - Tekstslide