In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
WELCOME!
English class
week 12
Slide 1 - Tekstslide
Today's schedule
Exam schedule
Spelling rules
Practice (LessonUp)
Grammar test (online)
Slide 2 - Tekstslide
Exam schedule
28-3: Writing exam - who?
28-3: English speaking (Ruba, Yosef?), English conversation (Ruba)
4 April - writing exam - who?
18 April - resits all exams
End of Keuzedeel Engels A2/B1
Slide 3 - Tekstslide
Spelling
No video avialable in Teams, there is just to much!
Can you find the 2 spelling mistakes?
Today:
- plural
- capital
- a/an
- homophones (words that sound the same)
Slide 4 - Tekstslide
Plural (meervoud)
Regelmatig
Basic rule - add an -s
chair - chairs, shoe - shoes
woorden met sis-klank: -es
bus - buses, fox-foxes
woorden met -f/-fe: - ves
half-halves, wife - wives
niet altijd: chef-chefs
woorden met -y: y wordt i + es
city - cities
geen apostrof
piano - pianos
Slide 5 - Tekstslide
Plural (meervoud)
onregelmatig
Meer info: zie slide 6 (Nu beter Engels)
uit je hoofd leren
foot-feet, child-children
meervoud hetzelfde als enkelvoud
fish-fish, sheep-sheep
Engels meervoud = Nederlands enkelvoud
the scissors (de schaar)
the stairs (de trap)
Slide 6 - Tekstslide
www.nubeterengels.nl
Slide 7 - Link
Plural form of: church
A
churchs
B
churchies
C
churies
D
churches
Slide 8 - Quizvraag
Plural form of: baby
A
babys
B
baby's
C
babies
D
babyes
Slide 9 - Quizvraag
Plural form of: loaf
A
Loafs
B
loaves
C
loafes
D
loavs
Slide 10 - Quizvraag
Plural form of: woman
A
womanes
B
womans
C
womens
D
women
Slide 11 - Quizvraag
Spelling
Capitals (hoofdletters)
Wanneer gebruik je een hoofdletter in het Engels?
Type your answer in the next slide
Slide 12 - Tekstslide
When do you use capitals?
Slide 13 - Woordweb
Spelling
Capital letters (hoofdletters)
Wanneer gebruik je een hoofdletter in het Engels?
- aan het begin van een zin
- bij steden/landen
- namen van bouwwerken/musea
- namen van merken
- maanden/dagen (niet de seizoenen!)
- titels van boeken/films
- ik (I)
Slide 14 - Tekstslide
Exercise - capital letter
Where do you put capital letters?
Write down the words
there is a new teacher at our school named miss smith and she teaches spanish. everyday george and i help her with her books. next saturday our class will go on tour with her to schiphol airport.
many tourists who travel here in november come from countries such as japan. tourists often stay in hotels in amsterdam, for instance at van der valk hotel.
Slide 15 - Tekstslide
Exercise - capital letter
Where do you put capital letters?
Write down the words
There is a new teacher at our school named Miss Smith and she teaches Spanish. Everyday George and I help her with her books. Next Saturday our class will go on tour with her to Schiphol airport.
Many tourists who travel here in November come from countries such as Japan. Tourists often stay in hotels in Amsterdam, for instance at Van der Valk hotel.
Slide 16 - Tekstslide
Spelling
Lidwoorden
a/an/the
een = a
behalve wanneer volgende woord begint met een klinkerklank -> an
klinker = a,i,o,u,e
klinkerklank bv: hour (je spreekt uit: our)
let op: a uniform (je spreekt uit: joeniform)
Slide 17 - Tekstslide
a/an: umbrella
A
a
B
an
Slide 18 - Quizvraag
a/an: university
A
a
B
an
Slide 19 - Quizvraag
Spelling
Homophones - different words but they sound the same
were - we're - where - wear
for - four
too - to - two
there - their - they're
sun - son
steal - steel
Can you tell the difference? -> Next: do the quiz (slide 16)
timer
5:00
Slide 20 - Tekstslide
www.usingenglish.com
Slide 21 - Link
Start met de (juiste) aanhef van je email aan Joyce
timer
1:00
Slide 22 - Open vraag
Zeg dat je ernaar kijkt dat ze jou komt bezoeken (over 2 weken)
timer
2:00
Slide 23 - Open vraag
Je stelt voor om dan samen Amsterdam te bezoeken
timer
2:00
Slide 24 - Open vraag
Je zegt dat jullie 2 dagen in Amsterdam zullen verblijven
timer
1:00
Slide 25 - Open vraag
Je stelt een activiteit voor dat je wilt doen in Amsterdam
timer
2:00
Slide 26 - Open vraag
Je vraagt of Joyce iets kan meebrengen vanuit Engeland (bedenk zelf een item/product)