H 7.3: Volledige mededinging

H7: Markt en macht

1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

H7: Markt en macht

Slide 1 - Tekstslide

Par. 7.3: Volledige mededinging
Wat gaan we vandaag doen?;
  • Lesdoelen par. 7.3;
  • Uitleg;
  • Even oefenen;
  • Huiswerk volgende les;
  • Samenvatting;
  • Filmpje: evenwichtsprijs / vraag en aanbod.

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen Paragraaf 7.3: 

Aan het einde van dit paragraaf ....

  • Weten jullie wat een markt met volledige mededinging betekent en wat de voordelen hiervan zijn;
  • Weten jullie wat het verschil is tussen een concrete markt en een abstracte markt;
  • Kennen jullie de begrippen evenwichtsprijs en evenwichtshoeveelheid en kunnen jullie deze begrippen toepassen.

Slide 3 - Tekstslide

Uitleg...

Slide 4 - Tekstslide

Vraag en aanbod
Alle vraag en aanbod bij elkaar noemen we de markt. 

Bijvoorbeeld: Alle vraag en aanbod van bloemen bij elkaar noemen we de markt voor bloemen.

Slide 5 - Tekstslide

Twee Soorten markten:
  • Concrete markt: 
Deze kun je bezoeken (weekmarkt, winkel)
  • Abstracte markt: 
Het geheel van alle vraag en aanbod naar een bepaald product (bijvoorbeeld de bloemenmarkt of de telefoonmarkt)

Slide 6 - Tekstslide

Markt met volledige mededinging 
Ideale markt volgens veel economen...
  • Veel aanbieders en veel vragers 
  • Prijs wordt bepaald door vraag en aanbod 
  • Volkomen markt (soort, plaats en prijs van goederen is doorzichtig)
  • vrije markt (geen overheidsbemoeienis)
Voorbeelden: sommige grondstoffenmarkten (wereldgraanmarkt en de wereldkopermarkt), aandelenmarkt

Slide 7 - Tekstslide

Vraagfunctie 
Qv = de gevraagde hoeveelheid van product x
p = prijs van product x
a= de mate waarin de vraag reageert op veranderingen in de prijs
b = het gedeelte van de vraag dat niet afhankelijk is van de prijs
qv=ap+b

Slide 8 - Tekstslide

Aanbodfunctie
Qa = de aangeboden hoeveelheid van product x
p = de prijs van product x
a = de mate waarin het aanbod reageert op veranderingen in de prijs
b = het gedeelte van de vraag dat niet afhankelijk is van de prijs
qa=apb

Slide 9 - Tekstslide

Evenwichtsprijs
De prijs waarbij vraag en aanbod aan elkaar gelijk zijn
    Evenwichtshoeveelheid
    Het aantal producten dat gevraagd en aangeboden wordt bij de evenwichtsprijs

    Slide 10 - Tekstslide

    Evenwichtsprijs
    De prijs die tot stand komt op een markt als vraag en aanbod aan elkaar gelijk zijn.
    qa=qv

    Slide 11 - Tekstslide

    Overschot
    Vraagoverschot
    • De vraag is groter dan het aanbod;
    • De prijs gaat stijgen ;
    • De goederen worden schaars.

    Aanbodoverschot
    • Het aanbod is groter dan de vraag;
    • De prijs gaat dalen;
    • de goederen worden minder schaars.

    Slide 12 - Tekstslide

    Welvaart
    Consumentensurplus: Het verschil tussen de betalingsbereidheid van de consument en de marktprijs
    --> Hoe hoger het consumentensurplus hoe hoger de welvaart van de consument

    Producentensurplus: Het verschil tussen de marktprijs en de minimale prijs waartegen zij goederen wensen aan te bieden (om de kosten te dekken)
    --> Hoe hoger het producentensurplus hoe hoger de welvaart van de producent

    Markt met volledige mededinginging: maximale consumentensurplus en maximale producentensurplus ---> hoge welvaart ---> hogere welvaart niet mogelijk

    Slide 13 - Tekstslide

    Even oefenen...

    Slide 14 - Tekstslide

    Bij een overschot op de arbeidsmarkt is er meer ....
    A
    aanbod
    B
    vraag

    Slide 15 - Quizvraag

    De zuivelmarkt is
    A
    een abstracte markt
    B
    een concrete markt

    Slide 16 - Quizvraag

    De prijs van appels is gestegen, hierdoor
    (meerdere antwoorden mogelijk)
    A
    worden er meer peren verkocht
    B
    bakken we extra appeltaart
    C
    worden er meer appels verkocht
    D
    worden er minder appels verkocht

    Slide 17 - Quizvraag

    Hoe hoger de prijs, hoe
    (meerdere antwoorden mogelijk)
    A
    lager de vraag
    B
    hoger de vraag
    C
    lager het aanbod
    D
    groter het aanbod

    Slide 18 - Quizvraag

    Als het aanbod hoger wordt en de vraag blijft gelijk, dan
    A
    Blijft de prijs ook gelijk
    B
    Stijgt de prijs
    C
    Daalt de prijs

    Slide 19 - Quizvraag

    Wanneer ontstaat de evenwichtsprijs?
    A
    Als het hele aanbod verkocht kan worden
    B
    Als aan alle vraag voldaan wordt
    C
    Als er meer vraag is dan dat er aanbod is
    D
    Als vraag en aanbod aan elkaar gelijk zijn

    Slide 20 - Quizvraag

    De vraaglijn verschuift naar links, dit kan het gevolg zijn van:
    A
    een hogere koopkracht
    B
    een prijsdaling
    C
    een daling van het aantal inwoners
    D
    het verdwijnen van concurrenten

    Slide 21 - Quizvraag

    Welke lijnen verschuiven? En hoe?
    Inflatie van de consument neemt toe.

    A
    vraaglijn naar rechts
    B
    vraaglijn naar links
    C
    aanbodlijn naar rechts
    D
    aanbodlijn naar links

    Slide 22 - Quizvraag

    Q =p-100
    A
    Dit is een vraaglijn
    B
    Dit is een aanbodlijn
    C
    Dit is een budgetlijn
    D
    Ik heb geen idee

    Slide 23 - Quizvraag

    Q =-0,5p+200
    A
    Dit is een aanbodlijn
    B
    Dit is een vraaglijn
    C
    Dit is een budgetlijn
    D
    Ik heb geen idee

    Slide 24 - Quizvraag

    De vraaglijn wordt gegeven door:
    Qv = -2p + 500
    Waar snijdt deze curve de p-as?
    A
    Bij p = 250
    B
    Bij p = 500
    C
    Bij q = 250
    D
    Bij q = 500

    Slide 25 - Quizvraag

    Qv = -p + 20 & Qa = 5p - 40
    Waar ligt het marktevenwicht?
    A
    p = 10 & q = 10
    B
    p = 4 & q = 16
    C
    p = 20 & q = 8
    D
    p = 8 & q = 20

    Slide 26 - Quizvraag

    Qv = -100p + 68
    Qa = 300p - 76

    Bij een prijs van 0,37 is er sprake van een
    A
    vraagtekort
    B
    vraagoverschot
    C
    marktevenwicht
    D
    aanbodtekort

    Slide 27 - Quizvraag

    Qv=-10P+80    Qa=20P-40
    Bereken de evenwichtsprijs en de evenwichtshoeveelheid

    Slide 28 - Tekstslide

    Stel: Qa=5P-400    en    P=130
    Bereken de aangebode hoeveelheid

    Slide 29 - Tekstslide

    Qa=10P-80    Qa = 200
    Bereken de prijs

    200 = 10P - 80
    200 + 80 = 10P
    280 = 10P
    28 = P

    Slide 30 - Tekstslide

    Qv=-10P+80    Qa=20P-40
    Bereken de evenwichtsprijs en de evenwichtshoeveelheid

    Slide 31 - Tekstslide

    Huiswerk 
    Maken opdrachten par 7.3: 12, 13 en 15

    Slide 32 - Tekstslide

    Samenvatting:
    Wat heb je geleerd?

    Slide 33 - Woordweb

    Slide 34 - Video