Hoofdstuk 8.1: Bloed

HOOFDSTUK 8: BLOED
1 / 49
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 4

In deze les zitten 49 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 6 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

HOOFDSTUK 8: BLOED

Slide 1 - Tekstslide

BELANGRIJK:
Afronding: 
  • SE toets in de week van 11 november.


Practicumdossier: 
  • reanimeren.

Slide 2 - Tekstslide

Hoofdstuk 8.1
Je kunt de onderdelen en hun functies benoemen van bloed.
Je kunt beschrijven hoe het bloed stoffen vervoert.
Je kunt beschrijven wat er in het lichaam verandert bij inspanning. 

Slide 3 - Tekstslide

Na deze les kun je:
Leerdoelen:
  • De onderdelen van bloed benoemen en uitleggen wat hun functies zijn.
  • Uitleggen hoe bloed stoffen door het lichaam vervoert.
  • Beschrijven wat er in je lichaam gebeurt tijdens inspanning.




Slide 4 - Tekstslide

Bloed
Je bloed bestaat uit verschillende onderdelen met verschillende functies.

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Wat is bloed?
  • Pasgeboren baby heeft 300 tot 400ml bloed
  • Volwassen mens heeft ongeveer 4/6 liter bloed
  • Bloed vervoert voedingsstoffen en zuurstof naar organen en voert afvalstoffen zoals CO2 weg
  • Bloed bestaat uit bloedplasma en bloedcellen

Slide 7 - Tekstslide

Je lichaam bevat 4 - 6 liter bloed
Vrouw 4 liter - Man 6 liter bloed

Slide 8 - Tekstslide

Waaruit bestaat je bloed?
Er zijn 3 soorten bloeddeeltjes:
  • Rode bloedcellen
  • Witte bloedcellen
  • Bloedplaatjes
  • Bloedplasma


Slide 9 - Tekstslide

Rode bloedcellen
  • cellen zonder celkern
  • gemaakt in beenmerg van botten
  • rode kleurstof hemoglobine
  • rode bloedcellen vervoeren   hierdoor zuurstof
  • Bloedarmoede: te weinig rode     bloedcellen / hemoglobine
  • 5.000.000 per mm3
  • Leven gemiddeld 120 dagen

Slide 10 - Tekstslide

Dit is de reden waarom ons bloed er rood uitziet!
Ze zijn rood door hemoglobine, een stof die zuurstof bindt.

Heeft GÉÉN KERN!

Hemoglobine:
De rode kleur van hemoglobine komt van het ijzer. Je lichaam haalt ijzer uit voedsel zoals vlees, vis, bonen en spinazie. 

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Bloedarmoede
Te weinig rode bloedcellen. Dan kan het bloed onvoldoende zuurstof vervoeren.

Oorzaak:
Vaak ijzertekort = tekort aan hemoglobine.
Soms te weinig aanmaak bloedcellen.

Slide 13 - Tekstslide

Bloedarmoede
Bloedarmoede (Anemie):
- Er zit te weinig hemoglobine in het bloed

Oorzaak bloedarmoede: 
Voor de opbouw van hemoglobine is ijzer nodig. 
Als je een tekort hebt aan ijzer of een aantal andere stoffen, kun je geen hemoglobine aanmaken. 

Symptomen van bloedarmoede zijn onder andere zwakte en vermoeidheid. 
Bij ernstige bloedarmoede kun je kortademig worden bij de geringste inspanning. Je huid en lippen worden bleek. De vermoeidheid kan gepaard gaan met hoofdpijn, duizeligheid en mogelijk flauwvallen. 

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Witte bloedcellen bestrijden ziekteverwekkers. Dat doen ze op 2 manieren:
Witte bloedcellen type 1 eten de bacteriën en schadelijke stoffen op en verteren ze. 
Witte bloedcellen type 2 maken afweerstoffen tegen ziekteverwekkers zoals bacteriën en virussen. Die afweerstoffen heten antistoffen. 

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

Witte bloedcellen
Witte bloedcellen bestrijden ziekteverwekkers. Dat doen ze op 2 manieren:
  • Witte bloedcellen type 1 eten de bacteriën en schadelijke stoffen op en verteren ze. 
  • Witte bloedcellen type 2 maken afweerstoffen tegen ziekteverwekkers zoals bacteriën en virussen. Die afweerstoffen heten antistoffen. 

Levensduur: afhankelijk functie
Gemiddeld 1 tot 5 dagen zelfs tot enkele jaren!


Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video

Slide 20 - Tekstslide

Bloedplaatjes
Bloedplaatjes zorgen dat wonden dichtgaan. 

Dat heet bloedstolling:
Bloedplaatjes knappen open en er komt een stofje vrij.
Door het stofje wordt het stollingseiwit fibrinogeen omgezet in kleverige fibrinedraden.

In die fibrinedraden blijven rode bloedcellen hangen.
De draden en bloedcellen drogen op tot een korstje. Daaronder herstelt de huid, daarna valt het korstje af. 

Levensduur: 
Bloedplaatjes leven meestal maar een paar dagen.

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Stollingseiwitten: bloedeiwitten die een rol hebben bij bloedstolling
Bloedeiwitten die een rol bij bloedstolling hebben. 

Slide 23 - Tekstslide

Bloedstolling

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Video

Bloedplasma:
Plasma is de bloedvloeistof die je bloedcellen door je lichaam vervoert. In plasma zitten allerlei nuttige stoffen opgelost, zoals zouten, glucose (suikers), hormonen en vetten. 

Naast transport zorgt plasma ervoor dat je lichaam afkoelt als je het te warm hebt en opwarmt als je het te koud hebt.

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Waar wordt bloed gemaakt?
Rode beenmerg:
Bloedcellen zijn al na een paar maanden versleten. Daarom worden er telkens nieuwe bloedcellen gemaakt. 

Dat gebeurt in het rode beenmerg, in platte beenderen, zoals je bekken, borstbeen en ribben. 


Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Video

Zijn er vragen

Slide 31 - Tekstslide

Bij een uierontsteking is een uierhelft opgezwollen en roodachtig, doordat er veel bloed naartoe stroomt.

Welke bloeddeeltjes spelen een belangrijke rol bij de bestrijding van een uierontsteking?
A
Bloedplaatjes
B
Rode bloedcellen
C
Witte bloedcellen
D
Bloedplasma

Slide 32 - Quizvraag

Bij bloedonderzoek van een zwangere vrouw wordt het hemoglobinegehalte bepaald.
In welke bloeddeeltjes bevindt het hemoglobine zich?
A
Witte bloedcellen
B
Bloedplaatjes
C
Bloedplasma
D
Rode bloedcellen

Slide 33 - Quizvraag

Een mug steekt een hond om bloed te zuigen. Bij het steken wordt een stof in het hondenbloed gebracht, die het stollen van het bloed tegengaat.
Bij het stollen van het bloed zijn de bloedplaatjes betrokken. In het bloedplasma bevinden zich stoffen die daarbij een rol spelen.

Noem een stof in het bloedplasma die een rol speelt bij de bloedstolling:

Slide 34 - Open vraag

Sommige soorten slangengif kunnen stolling van het bloed in de bloedvaten tot gevolg hebben. Welke bloeddeeltjes spelen de belangrijkste rol bij de bloedstolling?
A
Witte bloedcellen
B
Bloedplasma
C
Bloedplaatjes
D
Rode bloedcellen

Slide 35 - Quizvraag

Waar wordt nieuwe rode bloedcellen gevormd?
A
In het bloed door deling
B
Beenmerg
C
Lever
D
Milt

Slide 36 - Quizvraag

Rode bloedcellen zijn belangrijk voor zuurstoftransport. Wat zijn de belangrijkste functies van witte bloedcellen en bloedplaatjes?
A
Wit: transport van koolstofdioxide. Plaatjes: transport van voedingsstoffen
B
Wit: afweer Plaatjes: bloedstolling
C
Wit: afweer Plaatjes: transport van afvalstoffen
D
Wit: transport van voedingsstoffen Plaatjes: afweer

Slide 37 - Quizvraag

Welke bloedcellen zien we hier?

Slide 38 - Tekstslide

Wat is de functie van rode bloedcellen?

Slide 39 - Open vraag

Wat is de functie van bloedplaatjes?

Slide 40 - Open vraag

Wat is de functie van witte bloedcellen?

Slide 41 - Open vraag

Rode bloedcellen:
Hoe komen deze aan hun kleur?
Waarom is het handig dat ze deze vorm hebben?

Slide 42 - Tekstslide


Wat zorgt er voor de rode kleur in rode bloedcellen? Dit kan zuurstof vervoeren.
A
Glucose
B
Koolstofdioxide
C
Glycogeen
D
Hemoglobine

Slide 43 - Quizvraag

Etter of pus bestaat uit..
(kies het beste antwoord)
A
dode ziekteverwekkers
B
dode witte bloedcellen
C
dode ziekteverwekkers en dode witte bloedcellen
D
rode bloedcellen

Slide 44 - Quizvraag


Wat zorgt er voor de rode kleur in rode bloedcellen? Dit kan zuurstof vervoeren.
A
Glucose
B
Koolstofdioxide
C
Glycogeen
D
Hemoglobine

Slide 45 - Quizvraag

Wat is de belangrijkste taak van de witte bloedcellen?
A
Zuurstof vervoeren
B
Ziekteverwekkers doden
C
Bloed laten stollen
D
Zuurstof en koolstofdioxide vervoeren

Slide 46 - Quizvraag

oefenexamen
Meerkeuze vragen om te oefenen.

Mavo 4 

Slide 47 - Tekstslide

Biologiepagina.nl
Biologiepagina.nl

Slide 48 - Tekstslide

Aan de slag!
Lees hoofdstuk 8.1 goed door.
  • Maak alle opdrachten uit hoofdstuk 8.1.
  • Dit helpt je om de doelen van het hoofdstuk te halen.

Ga naar het Learningportal.
  • Hier vind je extra informatie en video's die je kunnen helpen.

Heb je vragen? Vraag gerust om hulp!

Succes!



Slide 49 - Tekstslide