CULTUUR, ETHIEK en DILEMMA's D1X

1 / 45
volgende
Slide 1: Tekstslide
VerzorgendeMBOStudiejaar 2,3

In deze les zitten 45 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 180 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

https://maken.wikiwijs.nl/159785/Levensbeschouwing_ethiek_periode_8#!page-5936399

Wat ga je leren ?
Bij deze lessen maak je kennis met en ga je nadenken over de Nederlandse samenleving.
We kijken naar de bevolking van onze samenleving en op welke wijze we met elkaar omgaan. Onze samenleving bestaat uit diverse culturen en veel verschillende geschiedenissen.
Hierbij is het belangrijk dat je kennismaakt met begrippen en theorie over onze samenleving, zodat je begrip krijgt voor de inhoud en achtergronden.
Daarnaast is het belangrijk om daarbij ook naar jezelf te kijken, jouw geschiedenis en jouw waarden en normen.
Verschilt jouw leven zoveel van die van anderen in onze maatschappij of juist niet? Dit zijn de vragen die je zult gaan onderzoeken zodat je in jouw toekomstige beroep weet om te gaan met anderen die misschien niet hetzelfde denken of geloven zoals jij.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Keuzes, keuzes, keuzes......
Je maakt voortdurend keuzes....
zonder er bij na te denken
Je doet gewoon wat jou het beste uitkomt
Moeilijke keuzes
Niet weten wat je moet kiezen
Dat noemen we een DILEMMA

Slide 3 - Tekstslide

In je leven maak je voortdurend keuzes. “Wat zal ik vandaag aantrekken”, “Ga ik met de fiets of met de bus naar school?”, “Zal ik mijn vriend nu bellen of vanavond?”
Veel keuzes maak je zonder er echt bij na te denken. Je doet gewoon wat jou het beste uitkomt.
Maar soms kom je voor keuzes te staan die niet zo makkelijk zijn. Je komt er niet uit wat je het beste kunt doen. Als het moeilijk is om een keuze te maken dan noemen we dat een dilemma.
Bij een dilemma heeft elke keuze voor- en nadelen. Je weet niet wat het zwaarst zal wegen.
Mensen die voor een ethisch dilemma staan moeten afwegen wat voor hen juist of onjuist is. Iemand staat daarbij in tweestrijd: Aan elke keuze zitten bezwaren. Mensen kiezen tussen twee kwaden en moeten dan het minst kwade uitkiezen.
Bij medische ethische dilemma’s is het vaak de vraag: Tot hoever mag je gaan in het behandelen van mensen?
KENMERKEN  DILEMMA
Je hebt de keuze uit twee of meer opties
Je kiest uit twee of meer goede zaken of twee of meer kwaden!
Voor en nadelen
Altijd meerdere partijen bij betrokken
Medisch ethisch dilemma
Tot hoever mag je gaan in het behandelen?

Slide 4 - Tekstslide

Mensen die voor een ethisch dilemma staan moeten afwegen wat voor hen juist of onjuist is. Iemand staat daarbij in tweestrijd: Aan elke keuze zitten bezwaren. Mensen kiezen tussen twee kwaden en moeten dan het minst kwade uitkiezen.
Bij medische ethische dilemma’s is het vaak de vraag: Tot hoever mag je gaan in het behandelen van mensen?
NORMEN EN WAARDEN
Waarden en normen zijn twee kanten van dezelfde medaille. Normen geven aan hoe in de praktijk met waarden moet worden omgegaan. Een norm is het antwoord op de vraag: als X een belangrijke waarde is in deze casus, wat moet ik dan doen?

Welke normen kun je afleiden uit de waarden die en rol spelen binnen deze casus?
Welke normen conflicteren?
Wat zegt dit over het dilemma?

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Video

Deze slide heeft geen instructies

NORMEN EN WAARDEN OEFENING
Hier volgen voorbeelden van normen en waarden.
De meesten zullen door velen als volstrekt logisch en vanzelfsprekend ervaren worden
Er zijn talloze ongeschreven gedragsregeltjes, waar we ons in het dagelijks leven netjes volgens de norm naar gedragen.
Vaak gebeurt dat vrijwel vanzelf, zonder er over na te denken, zó zit het in ons systeem verankerd.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Iemand in de ogen kijken vinden wij beleefd.
In welke cultuur kan dit bij ouderen onbeleefd gevonden worden?
A
surinaams
B
turks
C
chinees
D
keniaans

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wij vinden boeren na het eten onbeleefd, In welk land is dit juist een teken van respect?
A
Marokko
B
Suriname
C
Brazilie
D
China

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Geen mes op tafel
In welke cultuur zie je dit vaak?
A
Marokkaans
B
Belgisch
C
Aziatisch
D
Russisch

Slide 10 - Quizvraag

Wij vinden het vanzelfsprekend dat we met mes en vork eten, maar in veel Aziatische landen gebruikt men geen mes aan tafel. Het mes is iets dat alleen gebruikt wordt om mee te doden of verwonden
Eten met je linkerhand is onrein.
In welke cultuur is dit zo?
A
oost europees
B
aziatisch
C
arabisch
D
zuid amerikaans

Slide 11 - Quizvraag

Wij eten dan wel met mes en vork, maar in veel Arabische landen wordt veelal met de hand gegeten. Hiervoor gebruikt men alleen de rechterhand, want de linkerhand wordt als onrein gezien, omdat die dient voor na het toiletbezoek.
Punctueel zijn als je een afspraak hebt, dat zie je voornamelijk in
A
latijns-amerika
B
westerse landen
C
china
D
japan

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Norm: Als de trein aankomt, wacht je even tot de mensen uitgestapt zijn, alvorens zelf in te stappen.
Welke waarde hoort hierbij?
A
geduld
B
respect voor ouderen
C
zelfbeheersing
D
vriendelijkheid

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Als iemand je wat vertelt in vertrouwen en je vertelt dit niet door dan ben je integer. Integer is:
A
een norm
B
een waarde

Slide 14 - Quizvraag

Niet iedereen kan integer handelen. Dit heeft vooral te maken met bijgebrachte normen en waarden tijdens de opvoeding, maar ook met de morele ontwikkeling. Integer handelen is een goede karaktereigenschap die iedereen zou moeten hebben. In bepaalde branches of beroepen is het zelfs een onmisbare karaktereigenschap.
Denk hierbij aan de functie van hulpverlener, directeur, zorgmedewerker of andere beroepen waarbij je met anderen in contact komt of een grote verantwoordelijkheid hebt.
Wie niet integer kan handelen loopt tegen diverse problemen aan. Vaak heeft diegene te maken met sociaal-psychologische problemen. Als gevolg hiervan ontstaan er normovertredingen. Daarnaast moet er een goed beleid zijn over het gebruik van sociale media, smartphone en e-mail. Ook niet onbelangrijk: kledingvoorschriften en de algemene bedrijfsregels.
Wat stelt een bedrijf hiervoor op?
A
Regelement
B
Gedragscode
C
Afspraak
D
Protocol

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Integriteit is een karaktereigenschap.
Je bent integer of je bent het niet
A
waar
B
niet waar

Slide 16 - Quizvraag

In de ethiek wordt integriteit gezien als een positief karaktertrek van een persoon. Het is een eigenschap die je mee krijgt vanaf je geboorte, maar ook zeker kunt leren ontwikkelen. Integriteit wordt ook wel omschreven als een kernwaarde, dat uitdagingen heeft en valkuilen
Waarom is integriteit belangrijk en hechten we hier veel waarde aan?

Slide 17 - Open vraag

Waarom is integriteit belangrijk? Integriteit is belangrijk omdat het waardering en vertrouwen opwekt. Met integriteit weten jouw collega's, klanten en werkgevers wat ze van jou kunnen verwachten, zonder dat je het hoeft te zeggen
Integer handelen op je werk houdt in dat je je functie goed en zorgvuldig uitoefent, met inachtneming van je verantwoordelijkheden en de geldende normen en waarden binnen de organisatie en je functie
Norm: Als je iets van iemand hebt geleend, dan geef je dat ook weer terug. Is dat een norm of een waarde?
A
norm
B
waarde

Slide 18 - Quizvraag

verantwoordelijkheid
Norm: Als je verkering hebt, ga je niet met een ander zoenen.
Welke waarde is dit?
A
Beleefdheid
B
Trouw
C
Gevoel
D
Openheid

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Norm: Als je je aan iemand voorstelt, geef je die persoon een hand.
Is dit een norm of een waarde?
A
norm
B
waarde

Slide 20 - Quizvraag

de waarde beleefdheid
In sommige landen wordt er gebogen, geknipt of (maori) neuzen tegen elkaar
Welke voorbeelden van normen heb jij uit je opvoeding meegekregen?

Slide 21 - Open vraag

Je gooit geen rommel op straat
Opstaan voor ouderen misstaat niemand
Je zit niet met je handen aan het eten
Je hebt geen oordopjes in / koptelefoon op tijdens een vergadering
Je staart niet naar gehandicapten
Je geeft mensen de ruimte om in te voegen in het verkeer
Je komt gewoon op tijd op je werk
Je gaat niet lachen als iemand boos of verdrietig is
Als je iets van iemand hebt gekregen, geef je dat niet weg
Je gaat niet luidruchtig telefoneren in de trein of bus
Als je hond poept, dan ruim je dat netjes op
Je draait geen keiharde muziek midden in de nacht
Je gaat niet met je voeten op de bank zitten in de trein of bus
Kauwgom spuug je niet uit op de grond
Je spuugt niet op straat
Voordringen doe je niet
Ouderen tutoyeer je niet
Je gaat niet van tafel voordat iedereen klaar is met eten
Je doet niet je voeten op tafel als je op bezoek bent
Als je bij de kassa komt, groet je de kassière even
Als iemand wat laat vallen voor je, dan attendeer je hem of haar daarop
Je wacht netjes op je beurt in de winkel
Je behandelt iedereen gelijk
Je zorgt goed voor (je) dieren
Je raakt vreemden niet zo maar aan
Je houdt je hand voor je mond als je hoest
Je steekt geen sigaret op in de auto als anderen niet roken
Je wast je handen na toiletgebruik
Als iemand tijdens een sportwedstrijd geblesseerd raakt, speel je de bal uit
Op de roltrap hou je rechts
Je kauwt geen kauwgom als je mensen te woord staat
Je laat mensen eerst uitstappen in de bus voordat je zelf instapt
Je kust je geliefde als je die ziet
Je steekt even je hand op als dank als iemand je laat oversteken
Je peutert niet in je neus in gezelschap
Als iemand je groet, dan groet je terug
Je praat niet door de ander heen als deze wat zegt
In een restaurant wenk je de ober in plaats van hem te roepen
Als je als kind een plakje worst krijgt bij de slager zeg je dank u wel
Welke universele waarden hebben mensen wereldwijd? Kun jij er 2 opnoemen?

Slide 22 - Open vraag

Vrijheid
Respect
Eerlijkheid
Verdraagzaamheid
Gelijkheid
Rechtvaardigheid
Vriendelijkheid
Vrede
Liefde

en daarnaast heb je ook nog
escheidenheid
Stabiliteit
Beleefdheid
Schoonheid
Loyaliteit
Vaderlandsliefde
Naastenliefde
Trouw
Integriteit
Geluk
Verantwoordelijkheid
Onafhankelijkheid
Humor
Rust
Spontaniteit
Authenticiteit
Creativiteit
Zelfvertrouwen
Spiritualiteit
Zingeving
Zelfstandigheid
Vernieuwing
Uitdaging
Behulpzaamheid
Dankbaarheid
Geduld
Optimisme
Gezondheid
Vriendschap
Discipline
Persoonlijke ontwikkeling
Harmonie
Stiptheid
Passie
Rijkdom
Solidariteit
Leiderschap
Inzicht
Mededogen
Netheid
Openheid
Toewijding
Veiligheid
Waarden en normen en verschillende culturen
Etnisch landschap: veel verschillende sociaal- culturele groepen
welke normen en waarden gelden voor een persoon
is afhankelijk van de samenleving waarin iemand opgroeit
en wat je je hele leven meemaakt is ook belangrijk voor je waardenontwikkeling

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Video

Deze slide heeft geen instructies

BEROEPSCODE VERPLEEGKUNDIGEN EN VERZORGENDEN

Binnen de zorg is er de beroepscode waarden en normen. Deze vind je in een speciale beroepscode app maar is ook op het internet vindbaar. Er zijn verschillende beroepscodes voor artsen, verpleegkundigen, verzorgenden en overige specialisten.


Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

waarom is het belangrijk de beroepscode te kennen en hiernaar te handelen?

Slide 26 - Open vraag

Als zorgmedewerker heb je altijd een beroepsgeheim, dit is misschien wel het belangrijkste onderdeel van de beroepscode. Je mag geen informatie over een cliënt of patiënt zonder toestemming aan anderen doorgeven. Wie niet goed met deze normen en waarden omgaat kan diep in de problemen raken.
TERUG NAAR HET DILEMMA

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

DOORNROOSJE......SEKSUEEL MISBRUIK?
De prins die Doornroosje kust in het sprookje: maakt die zich schuldig aan seksueel misbruik? Een Britse moeder vindt van wel en wil dat het sprookje niet meer wordt voorgelezen op de school van haar zoontje.
Doornroosje, die slaapt op het moment van de kus, geeft volgens de moeder geen toestemming en dat is geen goed voorbeeld voor kinderen.
Sarah Hall vindt dat het sprookje een verkeerde en ongepaste seksuele boodschap overdraagt aan jonge kinderen. "Mijn zoon is pas 6 jaar oud en hij neemt alles in zich op wat hij ziet. Het boek kan een goede bron zijn voor een discussie met oudere kinderen over seks, maar niet voor jonge kinderen", zegt Hall tegen Britse media

Slide 28 - Tekstslide

De prins die Doornroosje kust in het sprookje: maakt die zich schuldig aan seksueel misbruik? Een Britse moeder vindt van wel en wil dat het sprookje niet meer wordt voorgelezen op de school van haar zoontje.
Doornroosje, die slaapt op het moment van de kus, geeft volgens de moeder geen toestemming en dat is geen goed voorbeeld voor kinderen.
Sarah Hall vindt dat het sprookje een verkeerde en ongepaste seksuele boodschap overdraagt aan jonge kinderen. "Mijn zoon is pas 6 jaar oud en hij neemt alles in zich op wat hij ziet. Het boek kan een goede bron zijn voor een discussie met oudere kinderen over seks, maar niet voor jonge kinderen", zegt Hall tegen Britse media. 
KAN DAT EIGENLIJK WEL, WAT HIER GEBEURT?

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

OMGAAN MET DILEMMA'S
Het stappenplan

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

2 GROEPEN maken
Het Rad draait.....
Groep 1:
bepaalt het RAD
Groep 2:
Overblijvers

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

STAP 1: Wat is het dilemma en voor wie?
Een van de deelnemers brengt een dilemma uit de beroepspraktijk naar voren. Het gaat

bij deze stap alleen om het beschrijven van de situatie. We spreken nog geen oordeel uit.
Wat zijn de gegevens en zijn ze duidelijk, volledig en relevant?
Wie zijn er bij het probleem betrokken?
Hoe wordt het dilemma geformuleerd, voor wie? (Moet X wel of niet…?)
Dit laatste gebeurt in drie stappen, die we kort typeren met de drieslag :
situatie,
prikkel,
vraag
waarbij de situatie en de prikkel worden beschreven in twee, kernachtige zinnen.


Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hulpvragen dilemma beschrijven
A. De situatie.

Hier wordt een beschrijving van de situatie gegeven in twee zinnen.
Deze beschrijving moet alle kenmerken van de situatie bevatten die van belang
zijn om het knelpunt en het dilemma te begrijpen.
B. De prikkel.
Het knelpunt wordt zo geformuleerd, dat in de ene zin de ene poot van
het dilemma al naar voren komt en in de andere zin de andere. Gebruik daarvoor
de formulering Als…., dan…. Als ik … doe, dan gebeurt er …
C. De vraag of het dilemma.
Het dilemma vat de beide beweringen uit het knelpunt in één vraag samen.








Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

STAP 2: VRAGEN OM TE VERHELDEREN
De andere deelnemers krijgen de gelegenheid de inbrenger verhelderingvragen te stellen. Het gaat om open, niet-suggestieve vragen ter verheldering van de inbreng. Denk aan: ‘wie, wat, waar, wanneer en hoe? Aan het slot formuleert de inbrenger opnieuw het dilemma, eventueel rekening houdend met nieuwe gezichtspunten die de verhelderingvragen hebben opgeleverd

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

STAP 3 Inventariseren waardenperspectieven
Een waarde is het antwoord op de vraag: Wat is belangrijk (in deze casus)

Welke partijen en belangen spelen een rol in de casus? (altijd minimaal 2)
Noem van elke partij welk belang zij hebben
Noem van elke partij – elk belang, welke waarde ten grondslag ligt aan het belang
Als je de partijen en belangen in de overweging betrekt, welke waarden spelen dan nog meer een rol?
Aan welke waarde – vind jij – zou het belangrijkst moeten zijn?
Welke partij wordt daarmee het belangrijkst en wat zegt dit over het dilemma?
Wat zegt dit over het dilemma?

Slide 35 - Tekstslide

Een waarde is het antwoord op de vraag: Wat is belangrijk (in deze casus)
Welke partijen en belangen spelen een rol in de casus? (altijd minimaal 2)
Noem van elke partij welk belang zij hebben
Noem van elke partij – elk belang, welke waarde ten grondslag ligt aan het belang
Als je de partijen en belangen in de overweging betrekt, welke waarden spelen dan nog meer een rol?
Aan welke waarde – vind jij – zou het belangrijkst moeten zijn?
Welke partij wordt daarmee het belangrijkst
Wat zegt dit over het dilemma?
STAP 4 HANDELINGSALTERNATIEVEN
Breng na stap drie opnieuw de handelingsmogelijkheden in kaart. Misschien hebben zich nieuwe mogelijkheden voorgedaan.

Welke handelingsalternatieven zijn er? (alle mogelijkheden noemen)
Inventariseer de voors en tegens op basis van je belangen-, waarden-, en normenanalyse. Kun je nu een beargumenteerde keuze maken voor een van de alternatieven?

Slide 36 - Tekstslide

Breng na stap drie opnieuw de handelingsmogelijkheden in kaart. Misschien hebben zich nieuwe mogelijkheden voorgedaan.
Welke handelingsalternatieven zijn er? (alle mogelijkheden noemen)
Inventariseer de voors en tegens op basis van je belangen-, waarden-, en normenanalyse. Kun je nu een beargumenteerde keuze maken voor een van de alternatieven?
OPDRACHT IN TWEETALLEN
Gebruik het als....dan....schema
en werk dit uit voor het dilemma wat je klasgenoot heeft ingebracht

Het schema helpt je met elkaar in gesprek te gaan

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Naar een oplossing voor een dilemma
Scherp formuleren:


Als ik.....doe, dan.....als ik.....doe...dan.......

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

nabespreken uitwerkingen

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat ga je nu doen?
Je gaat een dilemma opschrijven uit je werk
werk het dilemma uit volgens het stappenplan
neem dit mee naar de volgende les

meer info kun je ook vinden op de volgende websites:
https://www.normenenwaarden.org/normen-en-waarden-in-nederland/
https://www.testcentrumgroei.nl/life/normen-en-waarden
https://www.normenenwaarden.org/normen-en-waarden-voorbeelden/


Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

OPDRACHT tijdens de les
1. Ik wijs iemand aan die zijn dilemma inbrengt



2. Ik wijs iemand aan die het dilemma met diegene doorloopt (=begeleider)


Daarna wordt een nieuw 2-tal gekozen.

Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kleur bekennen
Je hebt een dilemma beschreven. Nu ga je een dilemma wat jij hebt beschreven bekijken vanuit de waarden en normen van een andere cultuur. Zou een surinaamse, turkse, marokkaanse of antilliaanse collega dezelfde keuze maken?


Slide 43 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stappen:

1) Je kiest uit het rijtje: een surinaams, turks, marokkaans of antilliaans een collega
2) Je schrijft enkele waarden en normen op van die cultuur
3) Je vergelijkt die andere cultuur waarden en normen met de genoemde in jouw dillema
4) Bij elke nederlandse waarde denk je: zou mijn surinaamse collega deze waarden hier ook hebben?
5) Pas het uitgewerkte schema aan en neem het mee naar de les.




Slide 44 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 45 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies