Bg2 les 3: autisme

Beroepsgericht 2
Module 5 - Les 3
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
BeroepsgerichtMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Beroepsgericht 2
Module 5 - Les 3

Slide 1 - Tekstslide

Aan het einde van de les kan je
benoemen wat autisme is;
benoemen wat je rol als MZ'er is in het ondersteunen van mensen met autisme.

Slide 2 - Tekstslide

Waar denk je aan bij het woord autisme?

Slide 3 - Woordweb

Wat is autisme? 
Bij autisme is er een andere informatieverwerking in de hersenen. 
  • Bij mensen zonder autisme wordt alle informatie die via de zintuigen binnenkomt automatisch gefilterd.
  • Bij iemand met autisme gebeurt dat niet, wat leidt tot overprikkeling van de zintuigen.

Slide 4 - Tekstslide

Wat is autisme? 
 Als gevolg van de enorme hoeveelheid prikkels, is er een aantal kenmerken die in de meeste gevallen opvallen. Die doen zich voor op de volgende gebieden: 
  • sociale interactie;
  • het kunnen verplaatsen in de ander;
  • planning en organisatie;
  • taal etc.

Slide 5 - Tekstslide

Intelligentie 
De meeste mensen met autisme hebben een gemiddelde tot hoge intelligentie. 

Slide 6 - Tekstslide

Kenmerken van autisme
Als autisme als diagnose gesteld wordt, wordt er gelet op drie kenmerken:
  1. Beperkingen in sociale interactie > uit zich in het missen van het sociale aspect, dus het niet aanvoelen van de ander en het niet oppikken van non-verbale informatie.
  2. Beperkingen in communicatie/taal > uit zich in het letterlijk nemen van taal, dubbelzinnigheid niet snappen en niet aanvoelen wanneer je iets kan zeggen en wanneer niet.
  3. Stereotype interesses en gedragingen > uit zich in beperkte interesses, grote behoefte aan voorspelbaarheid en duidelijkheid en moeite met veranderingen, schakelen en plannen/organiseren, graag vasthouden aan routines en vaste patronen. Mogelijk ook zintuigelijke gevoeligheden.

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Ass
ASS

Slide 9 - Tekstslide

Hoe zou jij deze afbeelding omschrijven?
Vertel eens.. Wat zie je op deze tekening?


Slide 10 - Tekstslide

Hoe zou iemand met autisme geantwoord hebben?
Vertel eens.. Wat zie je op deze tekening?


Slide 11 - Tekstslide

Wat zou iemand met autisme geantwoord hebben? “
"Ik zie een brandweerauto”. 
“Ik zie twee etalagepoppen.” 
“Er hangt iemand aan de muur.” etc.

Allemaal losse dingen, niet per se een verhaal/context erbij.


Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Reactiesnelheid mensen zonder ASS vs mensen met ASS
 Mensen met ASS vinden Wally gemiddeld genomen sneller dan mensen zonder ASS.
  
Zij zijn meer gericht op details, waardoor details hen sneller opvallen en zij minder afgeleid worden door de sociale situaties/contexten/andere details in een plaat. Zij weten wat ze zoeken en kunnen daar beter op filteren dan mensen zonder ASS.

Slide 15 - Tekstslide

co-morbiditeit verslaving
De link tussen autisme en verslaving is de verhoogde kans op verslaving die mensen met autisme lopen. 

In de afgelopen jaren hebben verschillende studies aangetoond dat mensen met autisme extra gevoelig zijn om zich te verliezen in drugsgebruik en andere verslavingsproblemen.

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

Lesactiviteit
Vorm maximaal 6 ongeveer gelijke groepjes

Slide 18 - Tekstslide

Opdracht
Mensen met autisme kunnen baat hebben bij extra structuur.
 
Binnen de GZ wordt vaak gebruik gemaakt van pictogrammen.
Je gaat zelf verschillende pictogrammen maken door te tekenen. 
Maak pictogrammen voor jouw dagstructuur van vandaag.


Slide 19 - Tekstslide

Portfolio-opdrachten tot nu toe
Les 1: informatiefolder middel naar keuze (groepje)
Les 2: uitgewerkt dilemma (individueel)
Les 3: picto's dagritme (individueel)

Slide 20 - Tekstslide