H3, P1 oefenvragen

1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 4

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we vandaag doen?
  • H3 werkloos, p1 soorten werkloosheid (herhaling)

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Aan het einde van de les kunnen jullie de verschillende oorzaken van werkloosheid noemen en uitleggen.

Slide 3 - Tekstslide

Welke soorten werkloosheid zijn er?

Slide 4 - Tekstslide

Soorten werkloosheid
  • Structurele werkloosheid
  • Conjuncturele werkloosheid
  • Frictie werkloosheid
  • Seizoenswerkloosheid
  • Regionale werkloosheid

Slide 5 - Tekstslide

Conjuncturele werkloosheid is
A
de vraag daalt en daardoor daalt de productie
B
de vraag stijgt en daardoor stijgt de productie
C
De vraag daalt en daardoor stijgt de productie
D
De vraag stijgt en daardoor daalt de productie

Slide 6 - Quizvraag

Frictiewerkloosheid is
A
Je bent tijdelijk werkloos tot je mag starten bij je nieuwe baan
B
je hebt alleen werk in een bepaald seizoen
C
je hebt alleen werk in een bepaalde regio
D
je bent "in between jobs"

Slide 7 - Quizvraag

De langspeelplaat is vervangen door Spotify. Dit zorgt ervoor dat platenwinkels verdwijnen. Welke werkloosheid is dit?
A
Conjuncturele werkloosheid
B
Structurele werkloosheid
C
Frictiewerkloosheid
D
Seizoenswerkloosheid

Slide 8 - Quizvraag

Rolf werkte voor kort bij een autodealer, maar omdat de verkopen teruglopen, is hij ontslagen. Hij heeft zich bij het UWV ingeschreven om een WW-uitkering aan te vragen.

Hij hoort bij de .................................. werkloosheid
A
geregistreerde
B
verborgen

Slide 9 - Quizvraag

Rolf werkte voor kort bij een autodealer, maar omdat de verkopen teruglopen, is hij ontslagen. Hij heeft zich bij het UWV ingeschreven om een WW-uitkering aan te vragen.

In Rolfs geval is er sprake van .......................... werkloosheid
A
conjuncturele
B
structurele

Slide 10 - Quizvraag

Welke werkloosheid is niet tijdelijk?
A
seizoenswerkloosheid
B
structurele werkloosheid
C
regionale werkloosheid
D
frictie werkloosheid

Slide 11 - Quizvraag

Een strandtent gaat dicht in de winter. wat voor werkloosheid is dat?
A
conjuncturele werkloosheid
B
structurele werkloosheid
C
seizoens werkloosheid
D
frictie werkloosheid

Slide 12 - Quizvraag

Wout werkt bij een hoveniersbedrijf. In de winter ligt dat bedrijf stil. Dan zit Wout werkloos thuis.
Hoe heet deze vorm van werkloosheid?
A
Regionale werkloosheid
B
Seizoenswerklooheid
C
Frictiewerkloosheid

Slide 13 - Quizvraag


Wat is geregistreerde werkloosheid?
A
Als je ingeschreven staat bij het UWV.
B
Als je niet ingeschreven staat bij het UWV.
C
Als je zwart werkt.
D
Als je wit werkt.

Slide 14 - Quizvraag

Wie zorgen er voor werkgelegenheid?
A
Beroepsbevolking
B
Werkenden
C
Werkzoekenden
D
Bedrijven en de overheid

Slide 15 - Quizvraag

Robots nemen de rol van de docent over. Over welke soort werkloosheid gaat dit?
A
Conjuncturele werkloosheid
B
Structurele werkloosheid
C
Regionale werkloosheid
D
Frictiewerkloosheid

Slide 16 - Quizvraag

Aanbod van arbeid
Vraag naar arbeid

Werkzoekenden en werkenden
Bedrijven en overheid
Vacature
Solliciteren

Slide 17 - Sleepvraag

Is werkloos
Is niet werkloos
Meneer Cramer, 29 jaar op zoek naar een baan.
Danilo, 16 jaar, miljonair en gaat nooit meer werken.
Riza, 16 jaar en niet op zoek naar werk.
Pijus, 16 jaar en werkt bij Sushi Time

Slide 18 - Sleepvraag

Adonai is zijn baan verloren. Hij schrijft zich in bij het UWV. Hij is ..
A
Verborgen werkloos
B
Geregistreerd werkloos

Slide 19 - Quizvraag

Structurele werkloosheid
Regionale werkloosheid
Conjuncturele werkloosheid
Frictiewerkloosheid

Seizoenswerkloosheid
Hoge werkloosheid in één gebied

In bepaalde seizoenen is er geen werk.
Tijdelijke werkloosheid door slechte economie.
Werkloosheid tussen 2 banen in.
Banen die verdwijnen door robots.

Slide 20 - Sleepvraag

Waaruit bestaat de arbeidsmarkt?
A
Het aantal geschikte banen
B
Het aantal openstaande vacatures
C
Het geheel van vraag naar en aanbod van arbeid

Slide 21 - Quizvraag

Wat kan het UWV voor ontslagen werknemers doen?
A
Advies geven bij het zoeken naar arbeid
B
Helpen bij het zoeken naar vrijwilligerswerk
C
In gesprek gaan met je werkgever

Slide 22 - Quizvraag

Wat kan het UWV voor ontslagen werknemers doen?
A
Sollicitatiebrief maken
B
Helpen bij het solliciteren
C
Werk aanbieden bij UWV

Slide 23 - Quizvraag

Bij welke beroep hieronder kun je last hebben van seizoenswerkloosheid.
A
Dokter
B
Kapper
C
Tandarts
D
IJsverkoper

Slide 24 - Quizvraag

In sommige provincies zijn maar weinig arbeidsplaatsen beschikbaar voor de mensen. Hoe noem je de werkloosheid die daarvan het gevolg is.
A
Frictie werkloosheid
B
Regionale werkloosheid
C
Conjuncturele werkloosheid
D
Structurele werkloosheid

Slide 25 - Quizvraag

Als Meike haar opleiding heeft afgemaakt, zal het nog even duren voor ze een nieuwe baan vindt. Hoe noem je deze werkloosheid.
A
Conjuncturele werkloosheid
B
Structurele werkloosheid
C
Frictie werkloosheid
D
Seizoenswerkloosheid

Slide 26 - Quizvraag

Kees staat niet meer ingeschreven bij het UWV en heeft geen uitkering meer. Waar hoort hij bij?
A
Geregistreerde werkloosheid
B
Verborgen werkloosheid

Slide 27 - Quizvraag

HUISWERK
  • Als er nog tijd over is kun je het huiswerk van morgen maken   (H3, p1 blz: 60-61-62)
  • Voor de snelle leerlingen :)!
     (H3, p2 blz: 64-65-66)

Slide 28 - Tekstslide