Goed Gebekt 14
1 / 11
Lesduur is: 60 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
1. Zijn ei niet kwijt kunnen.
A
In een klein huis wonen
B
Borden en bestek missen
C
Niet kunnen vertellen waar je mee zit
Slide 2 - Quizvraag
2. Iets aan zijn laars lappen.
A
Iets geheim houden
B
Zich er niets van aantrekken
C
Een slechte oplossing kiezen
Slide 3 - Quizvraag
3. De dochter van de buurvrouw IS NIET VOOR DE POES.
A
Houdt niet van katten
B
Heeft een hekel aan flauwe grappen
C
Is iemand met wie je wel degelijk rekening moet houden
Slide 4 - Quizvraag
4. Die onderhandelaars ZIJN GEPOKT EN GEMAZELD.
A
Zijn zeer ervaren
B
Zijn onbetrouwbaar
C
Zijn door schade en schande wijs geworden
Slide 5 - Quizvraag
5. Hoge ogen gooien.
A
Veel kans op succes hebben
B
Een grote mond hebben
C
Erg streberig zijn
Slide 6 - Quizvraag
6. Iets met voeten treden.
A
Geen respect tonen
B
Stoer lopen
C
Zich uitsloven
Slide 7 - Quizvraag
7. Zich niet laten kisten.
A
Zich niet laten opsluiten
B
Iets vol blijven houden
C
Je niet op je kop laten zitten
Slide 8 - Quizvraag
8. Iets uit de losse pols doen.
A
Iets verkeerds doen
B
Zonder het te beseffen een ander beledigen
C
Iets met (te) groot gemak doen
Slide 9 - Quizvraag
9. Goed in de slappe was zitten.
A
Over veel rijkdom beschikken
B
Het heel moeilijk hebben
C
Altijd smoesjes klaar hebben
Slide 10 - Quizvraag
10. Iets aan het licht brengen.
A
Iets naar voren schuiven
B
Iets onthullen
C
Iets laten groeien
