In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
Energieverbruik berekenen
E=P⋅t
Slide 1 - Tekstslide
Doel van de les
Je kunt:
Energielabels lezen en aan de hand van energielabels iets opmerken over het energiegebruik
Met behulp van een energielabel en de energieprijs uitrekenen hoeveel het gebruik van een apparaat per jaar kost
Slide 2 - Tekstslide
Je kijkt anderhalf uur tv. De tv heeft een vermogen van 50 watt. Hoeveel energie in kWh heeft de tv dan gebruikt?
Slide 3 - Open vraag
Wet van behoud van energie
Alle energie blijft ergens. Het verdwijnt niet. Het wordt alleen omgezet in een andere energievorm. Meestal is deze "afval" energie een vorm van warmte.
Het rendement is nooit 100%
Slide 4 - Tekstslide
Energiestroomdiagram
E (gebruikt)
apparaat
niet-nuttige energie
nuttige energie
Slide 5 - Sleepvraag
Het rendement van een apparaat bereken je door:
A
de nuttige energie te delen door de niet-nuttige energie
B
De niet- nuttige energie te delen door de nuttige energie
C
De nuttige energie te delen door de gebruikte energie
D
de niet-nuttige energie te delen door de gebruikte energie
Slide 6 - Quizvraag
Wat is de nuttige energie van dit apparaat?
A
warmte
B
lichtenergie
C
bewegingsenergie
D
chemische energie
Slide 7 - Quizvraag
Wat is de opgenomen energie van deze kolencentrale? (energie die erin gaat)
A
chemische energie
B
elektrische energie
C
warmte
D
straling
Slide 8 - Quizvraag
Een koelkast verbruikt per dag 0.6 kWh. Wat kost het om deze koelkast een heel jaar aan te laten staan. 1 kWh kost €0.25.
A
Kosten = 0.6kWh x €0.25 = €0.15
B
Kosten = 0.6kWh x €0.25 = €0.15 x 365 = €54,75
C
Kosten = 0.6kWh / €0.25 = €2.40
D
Kosten = 0.6kWh / €0.25 = €2.40 x 365 = €876
Slide 9 - Quizvraag
Sleep de ster naar de plek, waar het energie verbruik per jaar staat vermeld.
Sleep het vierkant naar de plek waar het water verbruik per jaar staat vermeld.
Slide 10 - Sleepvraag
De wasmachine van de vorige vraag had een energie gebruik van 176 kWh per jaar. Een wasbeurt kost 0,5 kWh. Hoeveel wassen kun je dan draaien per jaar?
Slide 11 - Open vraag
Waarmee wil je nog aan de slag in de lessen ter voorbereiding op de toets over 4.2 4.3 4.4 5.1 en 5.2
Slide 12 - Woordweb
Rest van de les
Lees 5.2 nogmaals goed door.
Maak de vragen 20 t/m 26
Stel vragen aan de docent als je het niet begrijpt