les 19-11-2024 E-Mail-Konventionen, denn und weil 3v

1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Was machen wir heute?
  • Kontrollieren Aufgaben 35, 51 und 52
  • Briefregeln
  • weil und denn
  • Hausaufgaben
  • Quizz

Slide 2 - Tekstslide

Kontrollieren Aufgabe 51

Slide 3 - Tekstslide

Aufgabe 52
Muskel
Schnupfen
anschauen
eine Menge
fast
komisch
gar nichts
Geruch

Slide 4 - Tekstslide

Aufgabe 35
a. Wie hast du dich verletzt?
Wie fühlst du dich?
Wie geht es dir heute?
Wann hast du dich verletzt?
b. Es geht mir total gut, weil ich ausgeschlafen habe.
Mir ist etwas schwindlig, weil ich Grippe habe.
Ich habe mich gestern verletzt. 
Ich habe mich beim Radfahren verletzt.

Slide 5 - Tekstslide

Wat is een formele brief?

Wat is een informele brief?

Slide 6 - Tekstslide

Briefregeln
Informell:
Formell:
Anrede (Aanhef)
Liebe / Lieber ..., 
Sehr geehrter Herr ..., / Sehr geehrte Frau ...,
Großbuchstaben (hoofdletter)
begin de brief zonder hoofdletter
begin de brief zonder hoofdletter
Schluss (afsluiting) 
Let op geen komma in het Duits!
Viele Grüße / Liebe Grüße 
Mit freundlichem Gruß / Mit freundlichen Grüßen
Ende (einde)
Mit Vornamen
Mit Vor- und Familiennamen

Slide 7 - Tekstslide

Regeln informelle Brief

  • Anrede
  • Lieber Robin / Jens / Daan / Sjoerd, 
  • Liebe Mette / Hajar / Bo / Anouk,
  • Schluss
  • Alles Gute und Liebe / Viele Grüße / Beste Grüße / Liebe Grüße

Slide 8 - Tekstslide

Regeln formelle Brief
  • Ort und Datum
  • Gorinchem, den 17. November 2017 
  • Anrede
  • Sehr geehrte Frau ....
  • Sehr geehrter Herr ....
  • Geen hoofdletter aan het begin van de brief!
  • Schluss
  • Mit freundlichen Grüßen / Mit herzlichem Gruß

Slide 9 - Tekstslide

Zinsvolgorde bijzin Duits
Welk deel van deze zin is de hoofdzin en welk deel de bijzin?

Ich kann heute Abend nicht kommen, weil ich Schmerzen im linken Arm habe.

Waar staat de persoonsvorm in de hoofdzin en waar in de bijzin?

Tip: schrijf mee bij opdracht 49a of maak aantekeningen

Slide 10 - Tekstslide

Ich kann heute Abend nicht kommen, weil ich Schmerzen im linken Arm habe.


Dus de persoonsvorm staat in een Duitse bijzin bijna altijd aan het einde.

Slide 11 - Tekstslide

weil und denn
- weil = omdat
- weil: leidt een bijzin in, persoonsvorm staat aan het einde van de zin. 
  • Leider kann ich da nicht kommen, weil an diesem Tag unsere Klassenfahrt stattfindet.
- denn = want
- denn: leidt een hoofdzin in, persoonsvorm staat op de tweede plaats in de zin.
  • Wir können uns heute nicht treffen, denn ich fühle mich nicht so gut.

Slide 12 - Tekstslide

Hausaufgaben:
Machen Aufgabe 44, 45, 47, 48 und 49 

Slide 13 - Tekstslide

Hoe begin je een informele brief?
A
Liebe ..., / Lieber ...,
B
Sehr geehrter Herr ..., / Sehr geehrte Frau ...,
C
Viele Grüße
D
Mit freundlichem Gruß

Slide 14 - Quizvraag

Wat is het verschil tussen Liebe en Lieber?

Slide 15 - Open vraag

Richtig oder falsch? Je begint een Duitse e-mail of brief niet met een hoofdletter.
A
Richtig
B
Falsch

Slide 16 - Quizvraag

Hoe eindig je een formele brief?
A
Met alleen je achternaam
B
Met je voornaam en achternaam
C
Met alleen je voornaam

Slide 17 - Quizvraag

Hoe groet je aan het einde van een formele brief?
A
Viele Grüße
B
Liebe Grüße
C
Mit freundlichem Gruß
D
Mit freundlichen Grüßen

Slide 18 - Quizvraag

Richtig oder falsch? Je zet na de afsluiting in een formele en informele mail net als in het Nederlands een komma in het Duits. (Dus: Viele Grüße oder Viele Grüße,) / (Mit freundlichen Grüßen oder Mit freundlichen Grüßen,)
A
Richtig
B
Falsch

Slide 19 - Quizvraag

Hoe schrijf je de slotgroet bij een informele brief?
A
Mit freundlichem Gruß
B
Tschuss
C
Mit freundlichen Grüßen
D
Liebe Grüße

Slide 20 - Quizvraag

weil =
A
Omdat, leidt een hoofdzin in.
B
Omdat, leidt een bijzin in.
C
Want, leidt een hoofdzin in.
D
Want, leidt een bijzin in.

Slide 21 - Quizvraag

denn =
A
Omdat, leidt een hoofdzin in.
B
Omdat, leidt een bijzin in.
C
Want, leidt een hoofdzin in.
D
Want, leidt een bijzin in.

Slide 22 - Quizvraag

Wat is de bijzin in de volgende zin?

Ich kann morgen nicht kommen, weil ich schon einen Termin habe.
A
Ich kann morgen nicht kommen,
B
weil ich schon einen Termin habe.

Slide 23 - Quizvraag

Wat is de bijzin in de volgende zin?

Leider muss ich den Termin absagen, denn ich muss Hausaufgaben machen.
A
Leider muss ich den Termin absagen,
B
denn ich muss Hausaufgaben machen.

Slide 24 - Quizvraag

Waar staat de persoonsvorm in een zin met weil?

Am Mittwoch, passt es mir nicht, weil ich dann noch zum Zahnarzt muss.
A
Op de tweede plaats in de zin.
B
Aan het eind van de zin.

Slide 25 - Quizvraag

Waar staat de persoonsvorm in een zin met denn?

Ich kann nicht auf deinen Geburtstag kommen, denn ich bin krank.
A
Op de tweede plaats in de hoofdzin.
B
Aan het eind van de zin.

Slide 26 - Quizvraag

Wat vind je leuk aan de lessen Duits?

Slide 27 - Open vraag

Wat zou je willen dat vaker gedaan wordt in de lessen Duits?

Slide 28 - Open vraag

Slide 29 - Tekstslide