M1 Les 2: Huidtype, huidveranderingen en bloedvatafwijkingen

Module theorie
Module 1
Les 2
1 / 52
volgende
Slide 1: Tekstslide
SchoonheidsverzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 52 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Module theorie
Module 1
Les 2

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Module 1: Basisbehandeling
  • Oppervlaktereiniging en nabehandeling
  • Basis behandelplan met verschillende huidveranderingen
  • Dieptereiniging
  • Basis masker
  • Basis apparatuur
  • Advies
  • Cosmetica 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vandaag
  • Terugblik vorige les
  • Huidtypen
  • Huidveranderingen
  • Bloedvatafwijkingen
  • Diverse opdrachten
  • Evaluatie 

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
  • Je kunt 4 huidtypes benoemen.
  • Je weet wat efflorescenties zijn.
  • Je kunt 5 efflorescenties benoemen waarvan 4 in het latijn.
  • Je kunt de 5 plaatselijke ontstekingsverschijnselen benoemen. 
  • Je kunt 4 bloedvatafwijkingen benoemen waarvan 3 herkennen. 

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Herhaling vorige les
Bespreken van de uitgegeven opdracht. 

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huidtypen-, veranderingen en bloedvatafwijkingen

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huidtype bepalen
Stap 1 van de behandeling: 
Het bepalen van het huidtype.

De producten die je gebruikt worden hierop aangepast. 

De talgproductie van de huid bepaald welk huidtype iemand heeft.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wie kan de verschillende huidtypen benoemen?

Slide 8 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Huidtypen
  • Normale huid
  • Droge huid
  • Gecombineerde huid
  • Vette huid 

Let op het verschil tussen huidtypen huidcondities!

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Normale huid
Kenmerken:

  • Talgklierwerking is normaal.
  • Fijne porie structuur.
  • De huid ziet er zacht en fris uit.
  • T- zone (neus + kin) licht glanzend.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Droge huid
Sebostase

Kernmerken:

  • Fijne structuur.
  • Dunne hoornlaag.
  • Poriën nauwelijks zichtbaar.
  • Talgklierwerking laag.

Doel behandeling: stimuleren.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vette huid
Seborrhoe

Kenmerken
  • Overmatige werking talgklieren
  • Poriën duidelijk zichtbaar
  • Dikke hoornlaag
  • Hormonale veranderingen

Doel behandeling: reinigen.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gecombineerde huid
Talgklierwerking is overal anders.

  • Normaal/ vet: meestal T-zone vetter.
  • Normaal/ droog: meestal T- zone normaal en wangen droog.
  • Droog/ vet: meestal T- zone vet, rest droog.
  • Normaal/ droog/ vet: uitgesproken verschillen in de gebieden.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Twee varianten
  • Seborrhoe oleose: Glimmende vette huid.
  • Seborrhoe sicca: Vette huid die vochtarm is (schilfering). 

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huidcondities
Een huidconditie kan veranderen. Is onderhevig aan interne en externe factoren. 

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vochtarme huid
Te weinig vocht in de bovenste huidlagen.

Kenmerk:
  • Craquelé

Hoe komen we daar achter?
  • Opduwen van de huid.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gevoelige huid
  • Reageert snel op prikkels van buitenaf, producten, het weer enz.
  • Toont vaker een allergische reactie, roodheid of eczeem.
  • Kan prikken of jeuken. 

Doel behandeling: kalmeren.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waardoor wordt een huidtype bepaald?
A
Huidspanning
B
Talgproductie
C
Vochtgehalte

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn de kenmerken van een vette huid?

Slide 19 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de Latijnse naam van een droge huid?
A
Sebostase
B
Seborrhoe

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke reinigingsproducten zijn zeer geschikt voor de vette huid?

Slide 21 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht huidtypen
  • Tijd: 15 minuten
  • Nabespreken

Veel succes!

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

PAUZE
15 minuten

GENIET ER VAN!

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huidveranderingen
Door een afwijking of een aandoening kan de huid veranderen = efflorescenties.

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bulla
Blaar

  • Holte gevuld met vocht of bloed.
  • Ligt tussen de lagen van de opperhuid en lederhuid.
  • Groter dan 1 cm.

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vesicula
Blaasje

  • Holte gevuld met helder vocht.
  • Ligt tussen de huidlagen van de opperhuid.
  • Kleiner dan 1 cm.

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Cicatrix
Litteken


Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Crusta
Korst

  • Na beschadiging van de epidermis (opperhuid).
  • Ontstaat door stolling van lymfe, bloed en etter.

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Cyste
Holte

  • De holte is omgeven door een vlies.
  • De inhoud kan waterig, slijmerig of vet zijn.

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Erytheem
Roodheid

  • Tijdelijke roodheid.
  • Verwijding van bloedvaatjes.

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Excoriatie
Ontvelling/ schaafwond

  • Verwonding van de epidermis (opperhuid).
  • Kan puntbloedingen veroorzaken.

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Macula
Vlek

  • Kleurverandering van de huid.
  • Scherp begrensd.
  • Geen verhevenheid.


Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Papula
Huidverhevenheid
Pustel
Puist

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Rhagade
Kloof


Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Squama
Schub of huidschilfering

  • Afschilfering van dode opperhuidcellen.

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nodus
Knobbel
Tuber
Bult

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tumor
Zwelling


Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ulcus
Zweer

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Urtica
Kwaddel
Netelroos (Urticaria)
Galbulten

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Plaatselijke ontstekingsreacties
Bij verschillende huidziekten doen zich ontstekingen voor. Het is belangrijk dat je die verschijnselen kunt herkennen.

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verschijnselen onstekingsreactie
  1. Rubor = roodheid
  2. Calor = warmte
  3. Tumor = zwelling
  4. Dolor = pijn
  5. Functio leasa = gestoorde functie 

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bloedvatafwijkingen

Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bloedvatafwijkingen
  1. Teleangiëctastieën
  2. Spinnaevus
  3. Rosacea
  4. Naevus flammeus

Tijdens het uitvoeren van een huidanalyse bekijk je ook of de huid bloedvatafwijkingen heeft. Hier pas je de behandeling op aan.

Slide 43 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Teleangiëctastieën
Verwijde haarvaatjes in het gezicht


Oorzaak
  • Hormoonveranderingen
  • Voeding
  • Uitwendig:
  1. Grote temperatuurverschillen
  2. Agressieve cosmetica
  3. Medicatie

Slide 44 - Tekstslide

Vaak voorkomend in het gezicht.
Verwijde haarvaatjes die vooral voorkomen op het gezicht. Meestal verdwijnen ze niet spontaan. Doordat het vaatje blijft openstaan, schijnt het bloed voortdurend door de huid. De kleur kan donker- of helderrood zijn.
Donkerrood betekent dat het vaatje aderlijk bloed bevat en dus een aftakking is van een ader. Een helderrood vaatje is gevuld met slagaderlijk bloed. Het haarvaatje is dan een aftakking van een slagader.

Spinnaevi 
Klein rood soms verheven vlekje met
uitstralende teleangiëctastieën.

Slide 45 - Tekstslide

Vaak voorkomend in het gezicht.
Spinnaevus zijn spinvormige tele’s met in het midden een soms iets verheven rood plekje, een soort bloedblaasje.

Rosacea
Vlindervormige roodheid op neus en wangen

  • Tele’s en pustels
  • Geen comedonen!
  • Vlindervormig op gelaat
  • Vrouwen tussen 30 en 50


Slide 46 - Tekstslide

Bij rosacea is de huid door de aanwezigheid van vele tele’s rood en treedt puistvorming op. Hierbij zijn doorgaans geen comedonen aanwezig. Rosacea doet zich vaak vlindervormig voor in het gezicht. De aandoening komt vooral voor bij vrouwen tussen de 30 en 50ste levensjaar. Rosacea kan met medicijnen behandeld worden, maar heeft soms een blijvend karakter. De cosmetische behandeling kan bestaan uit het verwijderen van eventuele etterkopjes en het camoufleren van de rode plekken. Rosacea komt in verschillende stadia. In het eerste stadium is er nog geen puistvorming, maar alleen sprake van een rode huid. Alleen rosacea in het eerste stadium kan je als schoonheidsspecialiste behandelen.
Als er sprake is van rode bultjes, puistjes en betere zichtbaarheid van de porien moet je de client doorverwijzen naar een arts.
Vette huid met veel teleangiëctasieën
Pustels maar geen comedonen
Roodheid is vaak vlindervormig
Vooral bij vrouwen tussen 30 en 50 jaar

Slide 47 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 48 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Naevus flammeus
Wijnvlek

  • Aangeboren woekering van verwijde haarvaten.
  • Onregelmatig begrensd.
  • Direct na de geboorte zichtbaar.
  • Gaat niet uit zichzelf weg. 

Slide 49 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht bloedvatafwijkingen
Tijd: 10 min
Nabespreken.

Succes!!

Slide 50 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
  • Je kunt 4 huidtypes benoemen.
  • Je weet wat efflorescenties zijn.
  • Je kunt 5 efflorescenties benoemen waarvan 4 in het latijn.
  • Je kunt de 5 plaatselijke ontstekingsverschijnselen benoemen. 
  • Je kunt 4 bloedvatafwijkingen benoemen waarvan 3 herkennen. 

Slide 51 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Volgende les
  • Dieptereiniging
  • Hydro apparatuur

Tot volgende week!

Slide 52 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies