2.2 Samenleving en cultuur (1M)

1M1 - Hoofdstuk 2
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 15 slides, met tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

1M1 - Hoofdstuk 2

Slide 1 - Tekstslide

Bekijk het volgende filmpje.
De
§2.2 'Samenleving en cultuur'
NIEUW

Slide 2 - Tekstslide

Samenleving
De Romeinen hadden een landbouwstedelijke samenleving. 
  • Een samenleving met steden.
  • De meerderheid van de bevolking leeft op het platteland van de landbouw.
  • De minderheid van de bevolking leeft van ambachten en handel.



ambacht = een beroep waarbij iemand producten maakt met zijn handen en gereedschap.

Slide 3 - Tekstslide

Arm en rijk
In het Romeinse Rijk waren er grote verschillen tussen arm en rijk.
  • Rijke en belangrijke families.
  • Handelaren en ambachtslieden.
  • Arme Romeinen in steden.
  • Boeren.
  • Slaven.

Slide 4 - Tekstslide

Dit is een villa rustica, een soort boerderij. Naast dit type villa, bestond er ook de villa urbana. 
Het meeste werk rondom de villa werd gedaan door slaven.
Veel villa's hadden uitgebreide badruimten met vloerverwarming.
Er waren appartementen voor de villicus (de toezichthouder) en de actor (de boekhouder) en ook slaapvertrekken voor de slaven.
Een villa rustica bestond vaak uit verschillende gebouwen, zoals het woonhuis, de stallen en de voorraadschuren.
Villa Rustica
Villa op het platteland voor de rijken. 

Slide 5 - Tekstslide








Dit is insulae, een flatgebouw in Rome. De woningen werden gehuurd door de armere Romeinen. De meeste insulae waren 4 of 5 verdiepingen hoog. De bouwkwaliteit was niet best: bijna dagelijks waren er branden en instortingen.
De kamers bovenin een insulae waren de slechtste kamers: hier woonden de proletariërs.
Hoewel er in sommige gebouwen stromend water was, moesten de bewoners van een insula het water vaak uit een fontein op straat halen.
Hoewel de meeste kamers in een insulae klein en donker waren, was er wel verschil: de grotere kamers waren voor mensen met iets meer geld.
De meeste insulae hadden geen toiletten of keukens. Moest je naar de wc, dan ging je naar een openbaar toilet, de latrine. En wilde je wat eten, dan ging je naar een thermopolium, een soort snackbar.
Insulae
Flats in de stad voor de armen. 

Slide 6 - Tekstslide

Het atrium was het kleine binnenhof. De loer van het atrium liep schuin af zodat het regenwater kon worden opgevangen. 
Het perstilium was het grote binnenhof. Hier was vaak een binnentuin. In de kamers tussen het atrium en de tuin woonden vaak de rijke bewoners van de villa. 
In de keuken werd door slaven de heerlijkste Romeinse gerechten klaar gemaakt. Typische Romeinse gerechten zijn slakken, ooievaar, paardebloembladerensalade en stuisvogelhersenen. 
Villa Urbana
Villa in de stad voor de rijken. 

Slide 7 - Tekstslide

0

Slide 8 - Video

Cultuur
De Romeinen waren enorm onder de indruk van de Griekse cultuur. Daarom namen zij veel elementen van de Grieken over. 
Natuurlijk veranderden zij dingen en verzonnen de de Romeinen ook van alles.

Omdat de cultuur van de Grieken en de Romeinen is samengesmolten noemen we deze: De Grieks-Romeinse cultuur. 

Slide 9 - Tekstslide

Het Griekse theater in Epidaurus, Griekenland.
Het Romeinse theater in Orange, Frankrijk. 

Slide 10 - Tekstslide

Economie

Het Romeinse Rijk had een goede economie. Er was veel handel en er werd veel geproduceerd (producten gemaakt. 
Het maken van producten noemen nijverheid.  Dit werd gedaan door ambachtslieden. 

De Romeinen betaalden met munten. Je kon overal in het Rijk met dezelfde munt betalen. 

Slide 11 - Tekstslide

Een Romeins  amfitheater
Het Coloseum, Rome

Slide 12 - Tekstslide

De wagenmenner van Delphi
Grieks
Diskobolos Lancelotti 
Grieks/Romeins

Slide 13 - Tekstslide

Augustus van Prima Porta,
Romeins

Slide 14 - Tekstslide

Multicultureel
Het Romeinse Rijk lag verspreid over meerdere werelddelen. Daardoor woonden er in de stad Rome mensen van veel verschillende culturen. Het was een multiculturele samenleving. 
De Romeinen waren heel verdraagzaam over andere geloven, zolang je ook de belangrijkste Romeinse goden vereerde. Dit noemen we een staatsgodsdienst

Slide 15 - Tekstslide