In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
1M1 - Maandag 16 november
Nodig:
- Etui
- Werkboek blz. 26
Slide 2 - Tekstslide
Deze les:
Opgeven SO
Bespreken huiswerk
Herhalingsvragen
Paragraaf 2.2
Aan de slag
Afsluiting
Slide 3 - Tekstslide
SO paragraaf 2.1 en 2.2
Leren:
Informatieboek §2.1 en §2.2
Werkboek §2.1 opdr. 1, 2, 5, 6 en 7
Werkboek §2.2 opdr. 1, 2, 4, 5, 6 en 7
Begrippen §2.1 en §2.2
Lessonup
Donderdag 26 november - 1e uur
Slide 4 - Tekstslide
Bespreken huiswerk
Maken:
Paragraaf 2.1
Opdracht 5, 6 en 7
Maandag 16 november- 1e uur
- Informatieboek blz. 20 en 21
- Werkboek blz. 26
Slide 5 - Tekstslide
Herhalingsvragen
Check vragen
Slide 6 - Tekstslide
Welk begrip? "Een rijk dat bestaat uit een oorspronkelijke staat en een verzameling onderworpen staten."
A
Proletariër
B
Princeps
C
Wereldrijk
D
Forum
Slide 7 - Quizvraag
In welke werelddelen lag het Romeinse Rijk?
A
Europa, Afrika en Scandinavië
B
Afrika, Midden-Oosten en Europa
C
Midden-Oosten, Azië en Europa
D
Azië, Europa en Afrika
Slide 8 - Quizvraag
Tijdens welke periode was het Romeinse Rijk een republiek?
A
753 v.C. tot 500 v.C.
B
500 v.C. tot 27 v.C.
C
27 v.C. tot 476 n.C.
D
12 mei 1991 n.C. tot 16 april 2020 n.C.
Slide 9 - Quizvraag
Tijdens welke periode was het Romeinse Rijk een keizerrijk?
A
753 v.C. tot 500 v.C.
B
500 v.C. tot 27 v.C.
C
27 v.C. tot 476 n.C.
D
12 mei 1991 n.C. tot 16 april 2020 n.C.
Slide 10 - Quizvraag
Bekijk het volgende filmpje.
De
§2.2 'Samenleving en cultuur'
NIEUW
Slide 11 - Tekstslide
Samenleving
De Romeinen hadden een landbouwstedelijke samenleving.
Een samenleving met steden.
De meerderheid van de bevolking leeft op het platteland van de landbouw.
De minderheid van de bevolking leeft van ambachten en handel.
ambacht = een beroep waarbij iemand producten maakt met zijn handen en gereedschap.
Slide 12 - Tekstslide
Arm en rijk
In het Romeinse Rijk waren er grote verschillen tussen arm en rijk.
Rijke en belangrijke families.
Handelaren en ambachtslieden.
Arme Romeinen in steden.
Boeren.
Slaven.
Slide 13 - Tekstslide
Het atrium was het kleine binnenhof. De loer van het atrium liep schuin af zodat het regenwater kon worden opgevangen.
Het perstilium was het grote binnenhof. Hier was vaak een binnentuin. In de kamers tussen het atrium en de tuin woonden vaak de rijke bewoners van de villa.
In de keuken werd door slaven de heerlijkste Romeinse gerechten klaar gemaakt. Typische Romeinse gerechten zijn slakken, ooievaar, paardebloembladerensalade en stuisvogelhersenen.
Villa Urbana
Villa in de stad voor de rijken.
Slide 14 - Tekstslide
Dit is een villa rustica, een soort boerderij. Naast dit type villa, bestond er ook de villa urbana.
Het meeste werk rondom de villa werd gedaan door slaven.
Veel villa's hadden uitgebreide badruimten met vloerverwarming.
Er waren appartementen voor de villicus (de toezichthouder) en de actor (de boekhouder) en ook slaapvertrekken voor de slaven.
Een villa rustica bestond vaak uit verschillende gebouwen, zoals het woonhuis, de stallen en de voorraadschuren.
Villa Rustica
Villa op het platteland voor de rijken.
Slide 15 - Tekstslide
Dit is insulae, een flatgebouw in Rome. De woningen werden gehuurd door de armere Romeinen. De meeste insulae waren 4 of 5 verdiepingen hoog. De bouwkwaliteit was niet best: bijna dagelijks waren er branden en instortingen.
De kamers bovenin een insulae waren de slechtste kamers: hier woonden de proletariërs.
Hoewel er in sommige gebouwen stromend water was, moesten de bewoners van een insula het water vaak uit een fontein op straat halen.
Hoewel de meeste kamers in een insulae klein en donker waren, was er wel verschil: de grotere kamers waren voor mensen met iets meer geld.
De meeste insulae hadden geen toiletten of keukens. Moest je naar de wc, dan ging je naar een openbaar toilet, de latrine. En wilde je wat eten, dan ging je naar een thermopolium, een soort snackbar.