2.1 Steden in de wereld

Hoofdstuk 2 Steden
Paragraaf 2.1 Steden in de wereld
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 2 Steden
Paragraaf 2.1 Steden in de wereld

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
- Je weet het verschil tussen soorten steden
- Je begrijpt waarom een gunstige ligging en een stedelijk netwerk belangrijk is
- Je kunt steden en stedelijke netwerken op een kaart aanwijzen

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Steden

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Kenmerken van een stad

- Veel inwoners
- Veel gebouwen op een klein gebied
- Veel werk in industrie en diensten
- Veel voorzieningen (ziekenhuizen, bioscopen etc.)

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke kenmerken van een stad zie je op de afbeeldingen?

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welk kenmerk van een stad?

Slide 6 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk kenmerk van een stad?

Slide 7 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk kenmerk van een stad?

Slide 8 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Soorten steden
- Megastad: meer dan 10 miljoen inwoners (vooral in Azië/Afrika)
- Wereldstad: veel invloed op de wereld (New York, Tokyo, Londen, Parijs)
- Hoofdstad: hier zit meestal de regering van een land + vaak grootste stad van het land 

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De ligging van steden
Gunstige ligging:
- Vlak gebied
- Aan de kust of rivieren
- Vruchtbare grond
- Grondstoffen

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar kun je het beste een stad stichten?

Slide 12 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat valt je op?

Slide 13 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Stel je zou een stad mogen bouwen. Waar zou je je stad het liefst neerzetten?
Vlak gebied
Aan de kust of rivieren
Vruchtbare grond
Grondstoffen

Slide 14 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Primate city
Primate city = Een stad die veel groter en belangrijker is dan de 2e stad in een land
Nadelig voor een land, bijna alle mensen/activiteit trekt naar primate city
Stedelijk netwerk = Gunstig voor een land als er tussen steden wegen, spoorwegen, rivieren en kanalen zijn (vervoer goederen en mensen mogelijk)

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Groei van steden
- In rijke landen wonen de meeste mensen in een stad
- In arme landen woont de meerderheid nog op het platteland
- In arme landen trekken steeds meer mensen naar de stad

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Urbanisatie
Urbanisatie = verstedelijking, stedelijke groei

Oorzaken urbanisatie:
1. Migratie van het platteland naar de stad voor werk en beter leven
2. hoge geboortecijfer in de stad, migranten zijn jong en stichten een gezin

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zie je op deze kaart?

Slide 22 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een stad met meer dan 10 miljoen inwoners is een?
A
Wereldstad
B
Primate city
C
Megastad
D
Hoofdstad

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

hoofdstad
Wereldstad
Megastad
Amsterdam
New York
Shanghai

Slide 27 - Sleepvraag

Shanghai heeft 26.3 miljoen inwoners
Een ander woord voor verstedelijking is?
A
Randstad
B
Megastad
C
Stedelijk netwerk
D
Urbanisatie

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Twee stellingen:
1. Een primate city is gunstig voor een land
2. Door een stedelijk netwerk is vervoer van goederen en mensen makkelijker
A
Stelling 1 en 2 zijn juist
B
Stelling 1 is juist Stelling 2 is onjuist
C
Stelling 1 en 2 zijn onjuist
D
Stelling 1 is onjuist Stelling 2 is juist

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is géén gunstige ligging voor een stad?
A
Aan een rivier
B
Vruchtbare grond
C
Bergachtig
D
Grondstoffen

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In welke landen vindt de meeste urbanisatie plaats?
A
Rijke landen
B
Arme landen
C
Zowel rijke als arme landen
D
Landen die niet heel rijk of arm zijn

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is géén oorzaak van urbanisatie
A
Beter weer in de stad
B
Migranten die jonge gezinnen stichten
C
Beter werk in de stad
D
Beter leven in de stad

Slide 32 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Controleer jezelf!
- Je weet het verschil tussen soorten steden
- Je begrijpt waarom een gunstige ligging en een stedelijk netwerk belangrijk is
- Je kunt steden en stedelijke netwerken op een kaart aanwijzen

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies