,

H5 Lezen START Functiewoorden

Wat gaan we vandaag doen?
  1. Gedicht (5 minuten)
  2. Cijfers so (5 minuten)
  3. Uitleg functiewoorden (5 minuten)
  4. Zelf aan de slag (rest van de les)
  5. Evaluatie (5 minuten)
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

Wat gaan we vandaag doen?
  1. Gedicht (5 minuten)
  2. Cijfers so (5 minuten)
  3. Uitleg functiewoorden (5 minuten)
  4. Zelf aan de slag (rest van de les)
  5. Evaluatie (5 minuten)

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoel
Ik weet/ken/kan:
  • de betekenis van veelvoorkomende functiewoorden.
  • functies van delen van de tekst met het juiste functiewoord benoemen.

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Link

Functiewoorden

De functie van een tekstdeel kun je vaak in één woord samenvatten. Die woorden noemen we functiewoorden.

Een tekstgedeelte (één of meer alinea's) heeft binnen een tekst een bepaalde functie, die je kunt aanduiden met een functiewoord als: 
aanbeveling, aanleiding, constatering, probleemstelling, uitwerking en verklaring. 

!

Slide 4 - Tekstslide

Functiewoorden
Soms kun je zo'n functie herkennen aan een signaalwoord, zoals 'dus' bij een conclusie of 'zo' bij een voorbeeld. Er zijn nog heel veel meer functiewoorden.

Let op! Soms worden functiewoorden verward met signaalwoorden. Signaalwoorden geven verbanden aan en worden letterlijk in de tekst genoemd; functiewoorden (meestal) niet!

Slide 5 - Tekstslide

Wat is een verschil tussen een signaalwoord en een functiewoord?
A
functiewoord geeft een verband aan, signaalwoord niet
B
functiewoord staat niet altijd in de tekst, signaalwoord wel
C
er is geen verschil
D
er zijn veel minder functiewoorden dan signaalwoorden

Slide 6 - Quizvraag

Op bladzijde 293 van je boek, vind je alle functiewoorden die je moet kennen.

Slide 7 - Tekstslide

Constatering

Slide 8 - Tekstslide

Aanbeveling

Slide 9 - Tekstslide

Probleemstelling

Slide 10 - Tekstslide

ZELFSTANDIG WERKEN
Wat:
Maak opdracht 1 en 2 vanaf bladzijde 138. 2.6 hoeft niet!
Hoe:
In je boek/schrift.
Hulp:
Theorie op blz. 138 en 293.
Tijd:
10 minuten in stilte. Daarna mogen jullie fluisterend overleggen
Klaar:
Maak opdracht 5 op bladzijde 142 van je boek.
timer
10:00

Slide 11 - Tekstslide