NK, Kapitel 4, les 3

Willkommen Heute ist es Dienstag der 11. Februar 2025
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1,2

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Willkommen Heute ist es Dienstag der 11. Februar 2025

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lernziel(e)
1. leer je werkwoorden in de tegenwoordige tijd gebruiken

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Programma:

- Zurückblick
- Uitleg Grammatik
Ga je zelfstandig aan het werk met Grammatik



Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Was haben wir in der letzten Stunde gemacht?
Was haben wir in der letzten Stunde gemacht?

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

het werkwoord in de TT

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Doel: 
Werkwoorden vervoegen 

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe vind je de stam van een werkwoord?

Slide 7 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

1. de ik-vorm van het werkwoord
Om een werkwoord te kunnen vervoegen moet je zijn ik-vorm vinden.
De ik-vorm van het werkwoord vind je door -en of -n weg te halen van het hele werkwoord.
Dus: ik-vorm = hele werkwoord - en of - n
voorbeeld: ik-vorm van wohnen = wohn
ik-vorm van klettern = kletter

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

2. de persoonlijke voornaamwoorden en de uitgangen
ich                 ik-vorm + e
du                  ik-vorm + st
er/ sie/ es   ik-vorm + t
wir                 ik-vorm + en  (/n)
ihr                  ik-vorm+ t
sie/Sie         ik-vorm + en  (/n)

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de ik-vorm van de meeste werkwoorden (in het Duits)?
A
de stam (ik-vorm)
B
de hij vorm
C
het hele werkwoord -en of -n

Slide 10 - Quizvraag

Antwoord C kan ook kloppen voor een paar werkwoorden bv:
streicheln
tun
verbessern

Dus als het hele ww niet met -en  eindigt maar met -n.
Regelmatige werkwoorden
Vervoegen van het werkwoord doe je door eerst de ik-vorm op te schrijven. De ik-vorm is het hele werkwoord - en of - n.
Voorbeeld: 
wohnen = wohn
kaufen = kauf
reisen = reis 
streicheln = streichel

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Regelmatige werkwoorden: uitgangen
werkwoord: wohnen, ik-vorm:wohn
ich wohn e
du wohn st
er/sie es wohn t
wir wohn en
ihr wohn t
sie wohn en
Sie wohn en


Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Regelmatige werkwoorden: uitgangen
werkwoord: kaufen (kopen), ik-vorm: kauf
ich kauf e
du kauf st
er/sie es kauf t
wir kauf en
ihr kauf t
sie kauf en
Sie kauf en


Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vind de ik-vorm van het werkwoord!

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoofdregel (feesttenten)
FE-
ich
spiele
du
spielst
er / sie / es
spielt
wir
spielen
ihr
spielt
sie / Sie
spielen

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

(fe)esttenten
ich stam+e
du stam+st
er/es/sie stam +t
wir stam+en
ihr stam+t
sie/Sie stam+en

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

(fe)esttenten
wohnen de stam = wohn
ich wohn+e
du wohn+st
er/es/sie wohn +t
wir wohn+en
ihr wohn+t
sie/Sie wohn+en

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

(e)ettenten
ich stam+e
du stam+t
er/es/sie stam +t
wir stam+en
ihr stam+t
sie/Sie stam+en
Als de stam eindigt op een sisklank (s, ss, ß, x of z), is de uitgang bij du een -t in plaats van -st

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

(e)ettenten
heißen de stam = heiß
ich heiß+e
du heiß+t
er/es/sie heiß +t
wir heiß+en
ihr heiß+t
sie/Sie heiß+en

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

feesttenten
eettenten
wohnen
heißen
rennen
tanzen
reisen
schreiben
fassen
beißen

Slide 20 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

feesttenten
Wil je meer uitleg?
Zoek in YouTube op "feesttenten Duits"

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oefenen met de FEESTTENTEN-REGEL

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
stam + st
stam + e
stam + t
stam + en
stam + t
stam + en

Slide 23 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

du (kaufen).
A
kaufet
B
kaufe
C
kaufen
D
kaufst

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Ich (spielen)
A
spielt
B
spiele
C
spielen
D
gespielt

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

ihr (machen)
A
machen
B
machst
C
macht
D
machet

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe goed snap je de grammatica?
😒🙁😐🙂😃

Slide 27 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Wat heb je onthouden?

Slide 28 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat vind je nog moeilijk?

Slide 29 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

1. Maak in je boek van K4, E Grammatik, Aufg.  18+19+20+21+22
2. Ben je klaar, oefen dan slim stampen
    woorden NL-DU





 
Nu gaan we zelfstandig werken!

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hausaufgaben
1. Maak in je boek van K4,  E Grammatik, Aufg. 18+19+20+21+22

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies