Training Leesvaardigheid signaal woorden 07.02

Training Leesvaardigheid deel 3 
signaalwoorden 20 minuten 
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo k, g, t, mavo, havo, vwoLeerjaar 4-6

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Training Leesvaardigheid deel 3 
signaalwoorden 20 minuten 

Slide 1 - Tekstslide

Signaalwoorden
Zorg dat je:
A) signaalwoorden herkent
B) Weet welk verband ze aangeven
C) Hoe je ze in een zin gebruikt
D) LEER JE SIGNAALWOORDEN!!!!!


Slide 2 - Tekstslide

Opsomming
Signaalwoorden die aangeven dat er een opsomming is van meerdere onderdelen. Meerdere voorbeelden of onderdelen die bijdragen bij aan het hoofdpunt in die zin of alinea.
Voorbeelden:
  • I like playing football, as well as volleybal.
  • I love being out side, moreover I do not care if it is cold or raining.
  • That boy is rude. First of all, he didn't say hello, secondly he didn't shake my hand and lastly he never thanked me for the gift. 

Slide 3 - Tekstslide

They like to watch soap operas
____________ films on TV.
A
in fact
B
furthermore
C
as well as
D
in short

Slide 4 - Quizvraag

I do not like it here. I am all by myself, __________ there aren't any fun activities I could do.
A
consequently
B
moreover
C
as a matter of fact
D
so

Slide 5 - Quizvraag

oorzaak en gevolg
Deze signaalwoorden geven aan dat er hierna een reden wordt gegeven waarom iets is gebeurt (oorzaak) en/of wat er hierdoor gaat gebeuren (gevolg).
Voorbeelden:
  • As you were not there, I left a message.
  • We all got food poisoning, due to the bad take out food.
  • He brought news of the accident, hence we listen to him attentively.

Slide 6 - Tekstslide

He should not be doing this job, ... he was not trained for it.
A
despite
B
however
C
since
D
such as

Slide 7 - Quizvraag

He did not concern himself with the interests of his own class, and ______________ some thought him arrogant and others thought him stupid.
A
consequently
B
as well as
C
due to
D
as a matter of fact

Slide 8 - Quizvraag

Tegenstelling 
Als je deze signaalwoorden tegenkomt in een tekst, weet je dat de schrijver een andere kant opgaat in zijn tekst dan ervoor. De schrijver gebuikt bijvoorbeeld een argument tegen wat ervoor was gezegd. 
Voorbeelden:
  • She is a lovely girl, nevertheless she needs to study harder if she wants to pass her exam.
  • I love chocolate as much as the next person, still it is not a healthy snack.
  • Peter runs every day, unlike his wife, who never runs. 

Slide 9 - Tekstslide

They didn't listen, __________ I warned them many times.
A
even though
B
first of all
C
rather
D
on the other hand

Slide 10 - Quizvraag

Vergelijking 
Als je deze signaalwoorden tegen komt in een tekst, weet je dat het genoemde dan hetzelfde als iets anders is of er mee te vergelijken is. 
voorbeelden:
  • Amsterdam is small, compared to New York.
  • The Alps are equally as impressive as the Rocky Mountains.

Slide 11 - Tekstslide

Welk woord geeft een vergelijking aan?
A
therefore
B
likewise
C
hence
D
for example

Slide 12 - Quizvraag

Voorwaarde 
Door deze signaalwoorden weet je dat er een voorwaarde aan iets wordt gesteld in de tekst. Doordat er aan iets voldaan wordt, kan er iets anders gebeuren. 
Voorbeelden:
  • I'll give you a treat, provided you work hard during training.
  • Unless you open the door, you will not be able to get into that room.

Slide 13 - Tekstslide

Welk signaalwoord
duidt een voorwaarde
aan?
“They’ll be wanting to move back,” says Rouse. “If they can afford it,” says Simpson. “I just saw the first £1.5 million house get sold.” Rouse isn’t pushing for a posher neighbourhood: she just wants to make Harlesden friendlier.
A
wanting
B
if
C
just
D
pushing

Slide 14 - Quizvraag

I won't go to the party, ________ you go with me.
A
unless
B
moreover
C
likewise
D
although

Slide 15 - Quizvraag

Voorbeeld & Relativering
Je hebt signaalwoorden die een voorbeeld aangeven. 
Voorbeeld: Some animals live in packs, such as wolves and lions. 

Je hebt ook signaalwoorden die aangeven dat er een relativering volgt. Relativering is iets dat verband houdt met iets dat al eerder is gezegd. Het heeft ermee te maken, maar het is niet hetzelfde of een voorbeeld. 
Voorbeeld: He was angry, actually he was absolutely furious.

Slide 16 - Tekstslide

Wat is een signaal-
woord dat een
voorbeeld aanduidt
in deze tekst?
We pass Hawkeye Records, the reggae store that also sells bread, and there is a shop that sells “spray for de-demonising your house”. Many residents, such as Leroy Simpson, have lived here all their lives. He is chair of Harlesden Town Team, which is a residents’ group that tries to improve the area.
A
that also
B
and
C
such as
D
which

Slide 17 - Quizvraag

"You are always working, but it is important to have hobbies too."
"__________ I do have a hobby. I like to read comic books."
A
As a matter of fact
B
Instead
C
Besides
D
actually

Slide 18 - Quizvraag

Conclusie 
Als je deze signaalwoorden tegenkomt in een tekst, weet je dat de schrijver aan het einde is gekomen van bijvoorbeeld zijn verslag of zijn opsomming van argumenten. 

Voorbeelden:
  • He got a promotion, after all, he works hard.
  • All in all, it was a lovely day.

Slide 19 - Tekstslide

Which word doesn't signify a conclusion?
A
all in all
B
in short
C
therefore
D
by contrast

Slide 20 - Quizvraag

Welk woord/woorden
geven aan dat er een
conclusie wordt
gegeven?
So even if the cost is shaved a bit, some parents will still choose to take their kids away when they should be in the classroom.
The bottom line is, we all have to make choices – and when you’re a
parent, you’ve already made one big choice, which has as a consequence that from here on you’ll have to shell out a lot more cash, and your life will be a lot less convenient for many years into the future.

Slide 21 - Open vraag

Tijd / Volgorde
Signaalwoorden die een tijd aangeven lijken misschien makkelijk, maar worden vaak over het hoofd gezien, terwijl ze vaak belangrijk zijn om het juiste antwoorde te vinden.
Let ook goed op of er tijd-signaalwoorden in de vraag staan.
voorbeeld:
  • Initially the fox was disapearing, but now they are thriving, because of the food they find in the city. 

Slide 22 - Tekstslide

Welke van de volgende signaal woorden geeft GEEN tijd/volgorde aan?
A
before
B
after all
C
until
D
today

Slide 23 - Quizvraag

WAT IS EEN SIGNAALWOORD VAN TIJD?
Now the number of sparrows in London is falling. There used to be a lot of neglected buildings in this area which provided very adequate nesting sites for the house sparrows. Spiralling house prices have changed that. The rise and rise of the grey squirrel population has resulted in a competition for food also leading to a disastrous decline in house sparrow numbers. 

Slide 24 - Open vraag

Welk signaalwoord/functiewoord hoort bij welk tekstverband? Sleep de goede antwoorden naar elkaar toe.
As well as
In short
Therefore
To criticize
For instance
Opsomming
conclusie
Oorzaak en gevolg
Tegenstelling
Voorbeelden

Slide 25 - Sleepvraag

Time conjunctions
I don't know where he is, but I'll tell him [ ...................] I see him.
I'm meeting him later, so I'll tell him [ ................ ] I see him.
It's really important. I'm going to tell him [ .............. ] see him.
I won't tell him anything [ .......................... ] he asks.
I'll work [ ....................... ] he arrives and then I'll stop.
unless
if
until
when
as soon as

Slide 26 - Sleepvraag

Mix het signaalwoord met de juiste vertaling
however
moreover
unless
instead
consequently
bovendien
als gevolg daarvan
echter, maar
in plaats van
tenzij

Slide 27 - Sleepvraag

Het doel van een alinea kun je vaak herkennen aan signaalwoorden. Koppel de signaalwoorden aan de doelen.
een voorbeeld geven
extra informatie geven
iets samenvatten
iets tegenspreken
in short, to sum up
for example, such as
moreover, on topof that, besides
however, nevertheless, on the other hand

Slide 28 - Sleepvraag

Reading 
Open de tekst via deze link. Dit is een tekst uit een oud examen. 
Beantwoord daarna de volgende vragen.

Slide 29 - Tekstslide

What is said about Robert in paragraph 1?
A
He has been a terrible husband
B
He has been planning to take up a new sport
C
He is always trying to push his limits
D
He is as interested in sports as his wife Sam is

Slide 30 - Quizvraag

Kies bij __28__ in alinea 2 het juiste woord uit de gegeven mogelijkheden
A
disputed
B
encouraged
C
followed
D
prevented

Slide 31 - Quizvraag

What becomes clear about Sam from paragraph 3?
A
She has clearly underestimated the risks
B
She used social media to keep in touch with Robert
C
She was constantly worried to bits
D
She worked hard to pay for Robert's journey

Slide 32 - Quizvraag

What is the function of paragraph 4?
A
To clarify why Robert is interested in things no one has ever done before
B
To explain why Robert cannot do without Sam's support during a race
C
To give examples of how hard Robert has to train to be able to survive certain challenges
D
To make clear that Robert has started on an extreme new adventure

Slide 33 - Quizvraag

'It's my small part in the big picture'
Which part is Sam talking about according to paragraph 6?
The fact that she accepts that her husband's hobby...
A
...caused the loss of many friends
B
...has a huge impact on their relationship
C
...has cost a lot of money over the years
D
...is a constant threat to his health

Slide 34 - Quizvraag

Slide 35 - Link