Het gouden ei les 6: deel 4 en 5 boek

Nederlands
Fictie: Het Gouden Ei'
Les 6


1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Nederlands
Fictie: Het Gouden Ei'
Les 6


Slide 1 - Tekstslide

Vorige les heb je...
...heb je een aantal literaire begrippen doorgenomen (het thema, motieven, moraal, realisme, (non-)fictie, mening, argumenten en genres).
...heb je een aantal vragen beantwoord over deel 3.

Slide 2 - Tekstslide

Deze les ga je...
...leren wat hoe het verhaal verteld wordt.
...leren wat meningen en argumenten zijn.
...ga je deel 4 en deel 5 lezen.
...een aantal vragen beantwoorden over deel 4 en deel 5.

Slide 3 - Tekstslide

Hoe wordt het verhaal verteld?

Een perspectief geeft aan hoe een verhaal wordt verteld.

We kunnen vier soorten perspectieven onderscheiden:

- Ik-perspectief: vanuit de ik-persoon (in het hoofd)

- Personaal perspectief: vanuit de hij/zij-persoon (in het hoofd)

- Auctoriaal (alwetend) perspectief: helikopterview (de schrijver weet alles van iedereen en levert soms ook commentaar)

- Wisselend perspectief: er wordt afgewisseld tussen de verschillende perspectieven. Er wordt bijvoorbeeld afgewisseld tussen twee hoofdpersonages die elk hoofdstuk vanuit hun eigen ik-perspectief de gebeurtenissen beschrijven.


Slide 4 - Tekstslide

Vertelperspectief: opdracht
Aan het einde van deel 3 wordt Saskia de auto van Lemorne in gelokt en meegenomen. Als lezer weet je niet hoe Saskia de ontvoering heeft ervaren, dat heeft Krabbé niet opgeschreven. Dat ga jij nu doen!

Opdracht:
Beschrijf de gebeurtenissen - (ongeveer) vanaf de ontmoeting met Lemorne t/m de ontdekking wat er met haar gebeurd is - vanuit Sakia's perspectief. Schrijf je fragment op de volgende slide.

Slide 5 - Tekstslide

Beschrijf de gebeurtenissen - vanaf de ontmoeting met Lemorne t/m de ontdekking wat er met haar gebeurd is - vanuit Sakia's perspectief.

Slide 6 - Open vraag

Mening & argumenten

Beoordelingswoorden Je mening geef je door beoordelingswoorden te noemen.
(spannend, mooi, verdrietig, interessant, verrassend, etc.)

Argumenten Je beoordelingswoorden onderbouw je met argumenten. Je legt hiermee uit waarom je het boek spannend, interessant of anders vond. Je kunt hierbij ook nog verwijzen naar een fragment uit het boek om je argumenten extra te ondersteunen.

Slide 7 - Tekstslide

Mening & argumenten

  • Emotieve argumenten Je gebruikt beoordelingswoorden die aangeven wat een verhaal met je doet (emotie). (maakt me vrolijk - spannend - vol vaart - ontroerend - beklemmend)

  • Realistische argumenten Je gebruikt beoordelingswoorden die aangeven in hoeverre jij een verhaal realistisch vindt. (geloofwaardig - herkenbaar - bedacht - origineel) 

  • Morele argumenten Je gebruikt beoordelingswoorden die iets zeggen over de keuzes die de personages maken of over de boodschap die de schrijver wil uitdragen. (Goed voorbeeld - keur ik af - asociaal - rechtvaardig - betrokken)

Slide 8 - Tekstslide

Over de ontvoering (deel 3): gaat alles volgens plan, zoals Lemorne het bedacht/geoefend had? Waarom wel/niet?

Slide 9 - Open vraag

Over deel 3: welke aanwijzingen krijg je als lezer over de tijd waarin dit deel van het verhaal zicht afspeelt?

Slide 10 - Open vraag

Waar speelt deel 4 zich af?

Slide 11 - Open vraag

Wie is Sandra?

Slide 12 - Open vraag

Waarom controleert Rex zijn postbus zo vaak?

Slide 13 - Open vraag

Onder de kop FRANSE OPROEP VOOR VERDWENEN VRIENDIN, werd het verhaal van de verdwijning nog eens verteld, beknopt, en met foutjes. Er werd toch een bedrag genoemd dat hij voor de advertenties zou hebben betaald. De prijs: een slordige 80.000 gulden. Hij beeft er zich diep voor in de schulden moeten steken. En de hoop? “Nihil,” zegt Hofman. “Het is een hommage.” (blz. 49 PDF, blz. 76? boek).
Wat bedoelt Rex hier met "Het is een hommage"?

Slide 14 - Open vraag

Hoe heeft Lemorne Rex gevonden?

Slide 15 - Open vraag

Noteer stapsgewijs hoe Rex besluit om in te gaan op Lemornes voorstel om te ondergaan wat er met Saskia is gebeurd.

Slide 16 - Open vraag

Wanneer krijg je als lezer antwoord op de vraag wat er met Saskia is gebeurd?

Slide 17 - Open vraag

Waarom besluit Rex in de auto naar Frankrijk te stoppen bij Lemorne, ook al weet hij dat dat zijn dood wordt?

Slide 18 - Open vraag

Rex rookte. Hij was te vaak over deze weg gekomen om er nog de weg van toen in te kunnen zien, maar bij een viaduct even buiten Roubaix kwam er onverwachts een herinnering die op deze reis had gewacht. Hier waren ze bezig geweest met een spel ‘Dieren met een K’, en zij had lang volgehouden, misschien tot aan de eerste irritatie van die dag, dat haar klaroen echt bestond. “Je eet het met Kerstmis! Het is een soort kalkoen!” (blz. 54 PDF, blz. 82? boek)
Is dit een flashback of een terugwijzing? Waarom?

Slide 19 - Open vraag

Noteer een aantal passages/fragmenten waaruit blijkt dat Lemorne de ontmoeting met Rex goed heeft voorbereid.

Slide 20 - Open vraag

In deel 1 staat: "Saskia was de enige met wie hij er werkelijk naar had verlangd één te zijn."
In hoeverre is het Rex (aan het einde van deel 4) gelukt om één te worden met Saskia?

Slide 21 - Open vraag

Welke motieven komen naar voren in deel 4?

Slide 22 - Open vraag

De afgelopen lessen heb je nagedacht over wat er met Saskia gebeurd kon zijn. In hoeverre had je dit goed 'voorspeld'?

Slide 23 - Open vraag

Wat zou je veranderen aan het verhaal?

Slide 24 - Open vraag

Wat zou je nog verduidelijkt willen hebben?

Slide 25 - Open vraag

Recensie: Het gouden ei
Opdracht:

Lees hier de recensie van Hans Vervoort.

Slide 26 - Tekstslide

Vat de mening van Hans Vervoort kort samen. Wat zijn zijn belangrijkste beoordelingswoorden en argumenten?

Slide 27 - Open vraag

Ben je na het lezen van de recensie van Hans Vervoort anders gaan denken over het boek Het gouden ei? Leg uit waarom wel/niet. Misschien heeft de recensie je andere inzichten gegeven?

Slide 28 - Open vraag

Geef je mening over het Gouden ei. Gebruik hierbij een emotief, een moreel en een realistisch argument.
Onderbouw je mening ook (eventueel met voorbeelden uit het boek).

Slide 29 - Open vraag

Lesdoel behaald?

Ik weet wat emotieve, realistische en morele argumenten zijn.
A
Ja
B
Nee

Slide 30 - Quizvraag

Lesdoel behaald?

Ik kan mijn mening geven over Het gouden ei met een emotief, realistisch en moreel argument.
A
Ja
B
Nee

Slide 31 - Quizvraag

Einde van deze les

Slide 32 - Tekstslide