Het gouden Ei boek: bespreken hoofdstuk 5

Nederlands
Fictie: toegepast op 'Het gouden Ei'
Bespreken hoofdstuk 5
VWO 3
 P3 2023-2024
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Nederlands
Fictie: toegepast op 'Het gouden Ei'
Bespreken hoofdstuk 5
VWO 3
 P3 2023-2024

Slide 1 - Tekstslide

Vorige les heb je...
...een aantal vragen beantwoord over deel 4.

Slide 2 - Tekstslide

Deze les ga je...
...ga je de theorie van het vertelperspectief nog een keertje toepassen.

...leren wat emotieve, realistische en morele argumenten zijn.
...je beoordeling geven over 'Het gouden Ei'.

Slide 3 - Tekstslide

Hoe wordt het verhaal verteld?

Een perspectief geeft aan hoe een verhaal wordt verteld.

We kunnen vier soorten perspectieven onderscheiden:

- Ik-perspectief: vanuit de ik-persoon (in het hoofd)

- Personaal perspectief: vanuit de hij/zij-persoon (in het hoofd)

- Auctoriaal (alwetend) perspectief: helikopterview (de schrijver weet alles van iedereen en levert soms ook commentaar)

- Wisselend perspectief: er wordt afgewisseld tussen de verschillende perspectieven. Er wordt bijvoorbeeld afgewisseld tussen twee hoofdpersonages die elk hoofdstuk vanuit hun eigen ik-perspectief de gebeurtenissen beschrijven.


Slide 4 - Tekstslide

Mening & argumenten
Beoordelingswoorden Je mening geef je door beoordelingswoorden te noemen.
(spannend, mooi, verdrietig, interessant, verrassend, etc.)

Argumenten Je beoordelingswoorden onderbouw je met argumenten. Je legt hiermee uit waarom je het boek 'spannend', 'interessant' of 'anders' vond. Je kunt hierbij ook nog verwijzen naar een fragment uit het boek om je argumenten extra te ondersteunen.

Slide 5 - Tekstslide

Soorten argumenten

Emotieve argumenten Je gebruikt beoordelingswoorden die aangeven wat een verhaal met je doet (emotie). (maakt me vrolijk - spannend - vol vaart - ontroerend - beklemmend)

Realistische argumenten Je gebruikt beoordelingswoorden die aangeven in hoeverre jij een verhaal realistisch vindt. (geloofwaardig - herkenbaar - bedacht - origineel) 

Morele argumenten Je gebruikt beoordelingswoorden die iets zeggen over de keuzes die de personages maken of over de boodschap die de schrijver wil uitdragen. (Goed voorbeeld - keur ik af - asociaal - rechtvaardig - betrokken)

Slide 6 - Tekstslide

Recensie: Het gouden ei
Opdracht:

Lees hier de recensie van Hans Vervoort.

Slide 7 - Tekstslide

Vat de mening van Hans Vervoort kort samen. Wat zijn zijn belangrijkste beoordelingswoorden en argumenten?

Slide 8 - Open vraag

Ben je na het lezen van de recensie van Hans Vervoort anders gaan denken over het boek Het gouden ei? Leg uit waarom wel/niet. Misschien heeft de recensie je andere inzichten gegeven?

Slide 9 - Open vraag

Geef je mening over 'Het Gouden Ei'. Gebruik hierbij een emotief, een moreel en een realistisch argument.
Onderbouw je mening ook (eventueel met voorbeelden uit het boek).

Slide 10 - Open vraag

Einde van deze les

Slide 11 - Tekstslide