In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 90 min
Onderdelen in deze les
Welkom!
4.3 Meer of minder dan 100%
Slide 1 - Tekstslide
Wat gaan we doen vandaag?
Nieuwe theorie
Oefenopgave
Zelfstandig werken aan opdrachten.
Slide 2 - Tekstslide
Wat zijn de leerdoelen?
Je leert het nieuwe aantal/de nieuwe prijs uitrekenen bij een toename of afname in procenten.
Je leert terugrekenen naar 100%.
Slide 3 - Tekstslide
Afname of toename
Tot nu toe hebben we al vaker gerekend met een afname of toename.
Vb.5% rente op €1000,- na 1 jaar.
€
%
Totaal
1000
100
Rente
?
5
Slide 4 - Tekstslide
Afname of toename
Tot nu toe hebben we al vaker gerekend met een afname of toename.
Je telt de rente nu op bij het begin bedrag: €1050,- na 1 jaar.
€
%
Totaal
1000
100
Rente
50
5
Slide 5 - Tekstslide
Afname of toename
Om de optelling achterwegen te laten, kan dit vooraf gedaan worden bij de procenten in de tabel
Vul bij een toename 100+5 = 105 in
(Bij een afname/korting 100-5=95 )
€
%
Totaal
1000
100
Bedrag na 1 jaar
?
105
Slide 6 - Tekstslide
Afname of toename
1000 x 105 : 100 = 1050
of 1000 x 1,05 = 1050
€
%
Totaal
1000
100
Bedrag na 1 jaar
1050
105
Slide 7 - Tekstslide
Terugrekenen naar 100%
Hij: Ben je nou alweer gaan Shoppen?
Zij: Ja, maar er was Sale. Ik kreeg 40% korting!
Ik heb voor dit paar schoenen maar €350,- betaald.
Ze waren zonder korting ruim €250,- duurder!
Dat kon ik toch niet laten liggen?!
Kijk naar onderstaand gesprek. Liegt ze?
Slide 8 - Tekstslide
Liegt ze?
€
%
Zonder korting
Met korting
Slide 9 - Tekstslide
Liegt ze?
€
%
Zonder korting
?
Met korting
350
60%
Slide 10 - Tekstslide
Liegt ze?
€
%
Zonder korting
?
100%
Met korting
350
60%
Slide 11 - Tekstslide
Liegt ze?
? = 350 x 100 : 60 = €583,33
583,33 - 350 = €233,33
€
%
Zonder korting
?
100%
Met korting
350
60%
Slide 12 - Tekstslide
Kan het korter?
Gebruik de theorie uit het eerste gedeelte van de les
zodat we niet nog het verschil moeten berekenen.
€
%
Met korting
350
60%
Slide 13 - Tekstslide
Kan het korter?
? = 350 x 40 : 60 = €233,33
€
%
Korting
?
40%
Met korting
350
60%
Slide 14 - Tekstslide
Opgave 3
In de pot zit 600 ml acrylverf. Dat is 20% meer inhoud.
Hoeveel milliliter acrylverf zit er normaal in een pot?
Slide 15 - Tekstslide
Opgave 3
In de pot zit 600 ml acrylverf. Dat is 20% meer inhoud. Hoeveel milliliter acrylverf zit er normaal in een pot?
? = 600 x 100 : 120 = 500 ml
ml
%
Pot
600
120
Normaal
?
100
Slide 16 - Tekstslide
aanbieding
early bird
Slide 17 - Poll
Voor het einde van de les
Maak opdracht 10
Slide 18 - Tekstslide
Opgave 10a
Sparen bij de bouwmarkt:
Met uw klantenkaart spaart u bij iedere aankoop 5% van het bestede bedrag.
Micha heeft voor €1050,- spullen gekocht bij de bouwmarkt en heeft een klantenkaart. Hoeveel geld zou Micha meer hebben moeten betalen als hij geen klantenkaart had?
Slide 19 - Tekstslide
Wat is jouw antwoord op opgave 10a?
Slide 20 - Open vraag
Opgave 10a
€1050,- met 5% korting . Hoeveel zou hij betalen zonder korting?
€
%
Met korting
Zonder korting
Slide 21 - Tekstslide
Opgave 10a
€1050,- met 5% korting . Hoeveel zou hij meer betalen zonder korting?
? = 1050 x 5 : 95 = €52,50
€
%
Met korting
1050
100
korting
?
5
Slide 22 - Tekstslide
Opgave 10b
Sparen bij de bouwmarkt:
Met uw klantenkaart spaart u bij iedere aankoop 5% van het bestede bedrag.
Daniël heeft € 30,25 gespaard.
Voor welk bedrag heeft hij spullen bij de bouwmarkt gekocht?
Slide 23 - Tekstslide
Wat is jouw antwoord op opgave 10b?
Slide 24 - Open vraag
Opgave 10b
€ 30,25 is 5% korting. Hoeveel heeft hij betaald?
€
%
korting
Betaald
Slide 25 - Tekstslide
Opgave 10b
€ 30,25 is 5% korting. Hoeveel heeft hij betaald?
? = 30,25 x 100 : 5 = €605,-
€
%
korting
30,25
5
Betaald
?
100
Slide 26 - Tekstslide
Voor volgende les
Maken: Alle opdrachten 4.3 Meer of minder dan 100%
Theorie volgende les: Procenten en decimale getallen