1b5 ch 3 bron B kloktijden + réviser

  Bonjour à tous!
timer
4:00
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

  Bonjour à tous!
timer
4:00

Slide 1 - Tekstslide

Aujourd'hui:
- Réviser
- Kloktijden in het Frans
- Au travail!

Slide 2 - Tekstslide

Réviser

1. Hoe vraag je in het Frans hoe iemand heet?

2. Hoe reageer je daarop?



Slide 3 - Tekstslide

Réviser

Comment tu t'appelles?

Je m'appelle ....

Slide 4 - Tekstslide

Réviser

1. Hoe vraag je in het Frans hoe oud iemand is?

2. Hoe reageer je daarop?

Slide 5 - Tekstslide

Réviser

Tu as quel âge?

J'ai ... ans.

Slide 6 - Tekstslide

Réviser

1. Hoe vraag je in het Frans waar iemand woont?

2. Hoe reageer je daarop?

Slide 7 - Tekstslide

Réviser

Tu habites où?

J'habite à ...

Slide 8 - Tekstslide

Réviser

1. Hoe vraag je in het Frans of iemand een broer heeft?

2. Hoe vraag je in het Frans of iemand een zus heeft?




Slide 9 - Tekstslide

Réviser

Tu as un frère?

Tu as une soeur?

Slide 10 - Tekstslide

Het werkwoord avoir (hebben)
Hoe ziet het rijtje van 'avoir' eruit?
J' .....
Tu .....
il/elle/on .....
Nous .....
Vous .....
ils/elles .....

Slide 11 - Tekstslide

Werkwoorden op -er
Welke 2 stappen moet je zetten om de werkwoorden op -er te gebruiken?
       Je -> stam + ....     
Tu -> stam + ....
il/elle/on -> stam + ....
Nous -> stam + ....
Vous -> stam + ....
 ils/elles -> stam + ....

Slide 12 - Tekstslide

Het werkwoord être (zijn)
Hoe ziet het rijtje van 'être' eruit?
Je .....
Tu .....
il/elle/on .....
Nous .....
Vous .....
ils/elles .....

Slide 13 - Tekstslide

Au travail!
Fais exercice 12b à la page 109


Slide 14 - Tekstslide

kloktijden

Slide 15 - Tekstslide

Objectif du cours (lesdoel)
Aan het einde van deze les kan ik de kloktijden zoals het hele uur, kwart over, kwart voor en half gebruiken om te vertellen hoe laat het is

Slide 16 - Tekstslide

Combinez les chiffres
trente-trois
dix
quarante-quatre
soixante-six
trente-quatre
cinquante et un
cinquante-huit
huit
soixante-dix
vingt et un
34
70
21
58
44
66
33
8
51
10

Slide 17 - Sleepvraag

De kloktijden
Je wilt weten hoe laat het is, maar je hebt geen telefoon/horloge/klok in de buurt. Je zult dus aan iemand anders moeten vragen hoe laat het is:

En néerlandais: "hoe laat is het?"
En français: "quelle heure est-il?"

Slide 18 - Tekstslide

Quelle heure est-il?
Als je deze vraag stelt, dan gaat de ander daar natuurlijk op reageren. Dit doe je op deze manier:
Quelle heure est-il?  --> Il est ... (het is....)

Je reageert dus op dezelfde manier als de vraag. Net zoals in het Nederlands: hoe laat is het? Het is...

Slide 19 - Tekstslide

Quelle heure est-il?

Il est midi
Il est trois heures
Il est huit heures
Il est minuit

Hoe laat is het?

Het is 12 uur 's middags
Het is 3 uur
Het is 8 uur
Het is middernacht

Slide 20 - Tekstslide

De hele uren
Il est ... heures

Op de puntjes vul je een cijfer in:
il est trois heures
il est cinq heures
il est sept heures

Slide 21 - Tekstslide

De halve uren
Il est ... heures et demie
het is half ...
il est trois heures et demie
het is half vier
il est cinq heures et demie
het is half zes
<-- Hoe laat is het op de klok?

Slide 22 - Tekstslide

kwart voor
In het Frans halen ze het kwartier van het hele uur af:
Het is kwart voor 3
Il est trois heures moins le quart
(het is drie uur min het kwart)

Slide 23 - Tekstslide

kwart over
In het Frans tellen ze het kwartier op bij het hele uur: 

Het is kwart over 3
Il est trois heures et quart
(het is drie uur en een kwartier)

Slide 24 - Tekstslide

LET OP:
12 uur 's middags is 'midi' (il est midi - het is 12 uur 's middags)

12 uur 's nachts is 'minuit' (il est minuit - het is 12 uur 's nachts)

Slide 25 - Tekstslide

Au travail! 
Weet je het lesdoel nog?
Aan het einde van deze les kan ik de kloktijden zoals het hele uur, kwart over, kwart voor en half gebruiken om te vertellen hoe laat het is. 
  • Opdrachten 
  • Vraag de docent om extra uitleg

Slide 26 - Tekstslide

Hoe reageer je op de vraag "quelle heure est-il"?
A
C'est
B
On est
C
Elle est
D
Il est

Slide 27 - Quizvraag

Quelle heure est-il?

Il est...
A
onze heure
B
onze heures

Slide 28 - Quizvraag

Quelle heure est-il?

Il est ...
A
six heures et demi
B
six heures et demie
C
six heures et quart
D
six heures moins le quart

Slide 29 - Quizvraag

Quelle heure est-il?

Il est...
A
trois heures et quart
B
deux heures et quart
C
trois heures moins le quart
D
deux heures moins le quart

Slide 30 - Quizvraag

Quelle heure est-il?

Il est...
A
midi/minuit et demi
B
midi/minuit moins le quart
C
midi/minuit et quart
D
midi/minuit trois

Slide 31 - Quizvraag

Répondre à la question:
Quelle heure est-il maintenant?

Slide 32 - Open vraag

Merci!
Bonne journée et à la prochaine!                              

Slide 33 - Tekstslide