2W dinsdag 9 april formuleren §4 voorbeelden gebruiken

Welkom bij Nederlands!
Niet vergeten : telefoon in je kluis ?
Op tafel: 
Leesboek, chromebook
Kauwgum in de prullenbak
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Welkom bij Nederlands!
Niet vergeten : telefoon in je kluis ?
Op tafel: 
Leesboek, chromebook
Kauwgum in de prullenbak

Slide 1 - Tekstslide

boek lezen/nos.nl
timer
10:00

Slide 2 - Tekstslide

Vandaag
nakijken huiswerk
formuleren §4 voorbeelden gebruiken 
korte pauze 
maken/huiswerk
einde les

Slide 3 - Tekstslide

Huiswerk
Maak cursus 3 fictie §3 verhaallijnen blz 72-77 
opdracht 1+2 

Slide 4 - Tekstslide

timer
5:00

Slide 5 - Tekstslide

Formuleren

Slide 6 - Tekstslide

Welke zinsbouw heeft onderstaande zin?
Mij leek het een heel goed idee!
A
OPA
B
APO
C
POA
D
PA

Slide 7 - Quizvraag

Welke zinsbouw heeft onderstaande zin?
Waarom heb je mij niks verteld?
A
OPA
B
APO
C
POA
D
PA

Slide 8 - Quizvraag

Welke zinsbouw heeft onderstaande zin?
"Ik zag in de trein reizigers met gekke mondkapjes."
A
OPA
B
APO
C
POA
D
PA

Slide 9 - Quizvraag

Waarom zou het belangrijk zijn om voorbeelden in een tekst te gebruiken?

Slide 10 - Open vraag

Voorbeelden gebruiken
Een geschreven tekst of een spreekbeurt wordt leuker en duidelijker als je nu en dan een voorbeeld gebruikt.
- Direct duidelijk;
- Kort of een hele alinea;
- Let op bij cijfers: Grote getallen werken meestal minder goed;

Slide 11 - Tekstslide

Signaalwoorden
Je kunt een voorbeeld aankondigen met een signaal(woord): bijvoorbeeld, neem nou, zo, zoals, als, denk maar aan, een dubbele punt (:): 

We gaan in Engeland veel leuke dingen doen, zoals slapen in een gastgezin en gezellig eten met vrienden. 

Slide 12 - Tekstslide

Vul onderstaande zin aan met een bijpassend signaalwoord + drie voorbeelden.
Als je op vliegvakantie gaat, kun je naar verschillende Europese landen ....

Slide 13 - Open vraag

Noem drie signaalwoorden die je kunt gebruiken bij een voorbeeld.

Slide 14 - Woordweb

Maak cursus 6 formuleren
§4 voorbeelden
blz 240-241
opdracht 1+5.1

Slide 15 - Tekstslide

Einde Les

Slide 16 - Tekstslide