Zorgtechnisch handelen - EHBO

Zorgtechnisch handelen - Eerste hulp
1 / 51
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOBeroepsopleidingStudiejaar 1

In deze les zitten 51 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Zorgtechnisch handelen - Eerste hulp

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe zitten jullie er bij?
😒🙁😐🙂😃

Slide 2 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kijk naar het plaatje. Wat is de goede volgorde van de plaatjes bij eerste hulp?
A
1-2-3-4
B
3-2-4-1
C
4-3-1-2
D
2-3-4-1

Slide 5 - Quizvraag

Het goede antwoord is B. Zorg altijd eerst voor veiligheid! Kijk dan naar het slachtoffer: wat is het probleem? (Luisteren, kijken, voelen, ruiken). Bel dan zelf 112 of laat iemand die bij je staat naar 112 bellen. Luister dan wat je moet doen, zet de telefoon op luidspreker. Je mag het slachtoffer alleen verplaatsen als de situatie onveilig is!
Basisregels EHBO
  1.  Let op gevaar
  2. Ga na wat er gebeurd is en daarna wat het slachtoffer mankeert
  3. Stel het slachtoffer gerust en zorg voor beschutting
  4. Zorg voor professionele hulp
  5. Help het slachtoffer op de plaats waar hij of zij ligt

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Iemand is gewond en je bent in Frankrijk. Welk nummer moet je bellen?
A
119
B
999
C
211
D
112

Slide 7 - Quizvraag

In heel Europa kun je naar 112 bellen!
Kan je altijd 112 bellen?
A
Nee, ik moet beltegoed hebben.
B
Nee, ik moet een SIM-kaart hebben
C
Nee, ik moet beltegoed + een SIM-kaart hebben
D
Ja, ik kan ALTIJD 112 bellen (met batterij)

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Er is een ongeluk gebeurd. De airbags zijn niet open gegaan. Wat is goed?
A
Pas op, de airbags kunnen nog open gaan!
B
De airbags kunnen nu niet meer open gaan.

Slide 9 - Quizvraag

Pas op, de airbags kunnen altijd later nog bij een auto open gaan! Dit gebeurt niet altijd meteen tijdens het ongeluk.
Een man is van zijn ladder afgevallen. Hij ligt op de grond, heeft pijn en zijn hoofd bloedt. De ladder kan om gaan vallen. Wat doe je eerste?
A
112 bellen
B
Het bloed weg vegen
C
De ladder pakken en veilig weg zetten
D
De man laten zitten op een stoel

Slide 10 - Quizvraag

Als eerste moet je zorgen voor de veiligheid. De ladder is niet veilig en daarom moet je die eerst weg zetten. Anders kan deze op de man of op jou vallen tijdens het geven van de hulp. Kijk daarna of het nodig is om 112 te bellen. Als dat niet hoeft, dan verzorg je de man zelf.
Bewusteloosheid

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Je gaat naar binnen bij jouw buurvrouw en zij ligt stil op de grond. Je schudt aan haar schouders, je roept maar ze reageert nergens op.
Wat doe je als eerste?
A
Ademhaling controleren
B
112 (laten) bellen
C
Starten met reanimatie
D
Een kussen onder het hoofd leggen

Slide 12 - Quizvraag

Als iemand niet reageert, dan moet je meteen 112 (laten) bellen! Roep ook hard om hulp, zodat mensen je mogelijk horen en kunnen komen helpen. Controleer nu de ademhaling. Ademt ze niet, start dan zelf met de reanimatie. Dat zullen de mensen van 112 ook stap voor stap vertellen. 
Een man ligt stil op de grond, hij is gevallen. Hij ligt op zijn buik en beweegt niet. Zijn hoofd en arm zijn kapot. Wat doe je als eerste?
A
Je kijkt of hij bewusteloos is (reageert hij op jou?)
B
Je draait de man op zijn rug.
C
Je verzorgt zijn hoofd en arm.
D
Je legt jouw jas onder zijn hoofd.

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Kijk naar het plaatje. Iemand ligt bewusteloos op de grond.
Wat moet je doen?
A
Op veilige afstand wachten en kijken
B
112 bellen
C
De auto wegrijden
D
De man zo snel mogelijk naar binnen brengen

Slide 14 - Quizvraag

Je ziet dat iemand niet reageert en je ziet dat het een ongeluk is. Dan moet je meteen 112 bellen! Verplaatsen mag niet, de situatie is niet onveilig want de auto staat stil. Je hebt geen tijd om je handen te wassen en je moet meteen helpen/iets doen, dus wachten en kijken heeft ook geen zin.
Iemand ligt op de grond en is bewusteloos. Wat hoef je NIET te doen?
A
Luister naar degene die je hebt gebeld (112)
B
Probeer zelf rustig te blijven (geen paniek)
C
Kijk of iemand "wakker" wordt en controleer de ademhaling
D
Kijk of iemand kan eten of drinken

Slide 15 - Quizvraag

Als iemand bewusteloos is, is het belangrijk dat diegene weer "wakker" wordt en ook dat diegene blijft ademen. Je moet altijd zelf rustig blijven. Als je 112 hebt gebeld, dan helpt de assistent/dokter jou, hij/zij zegt precies wat je moet doen. Als er iets verandert, bijvoorbeeld de persoon stopt met ademen, dan moet je dat meteen zeggen!
1

Slide 16 - Video

Deze slide heeft geen instructies

00:23
Wat moet de hulpverlener nu doen?
A
Hem vasthouden zodat hij niet van de tafel valt
B
Hem op de grond leggen
C
Hem naar de huisarts brengen
D
112 bellen

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

1

Slide 18 - Video

Deze slide heeft geen instructies

00:32
Wat moet de hulpverlener nu doen?
A
Slachtoffer reanimeren
B
Slachtoffer in stabiele zijligging leggen
C
Slachtoffer laten liggen zoals hij ligt
D
Slachtoffer op de buik draaien

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Video

Tijdens de video worden de stappen voorgedaan in de klas. 30 keer hartmassage, 2 keer beademen. Blijf dit afwisselen.
Huidwond

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opbouw van de huid

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Je collega heeft een schaafwond. Wat moet je doen? Zet de plaatjes in de goede volgorde.
A
4-3-2-1
B
3-4-1-2
C
3-4-2-1
D
2-4-3-1

Slide 23 - Quizvraag

Let erop dat je het schoon spoelt met lauw water, niet ijskoud water.
Mark is met de fiets gevallen op de grond. Hij heeft een schaafwond. Wat moet je eerst doen?
A
Een pleister op de wond plakken
B
De wond onder lauw stromend water houden
C
Desinfectans erop doen
D
Een verband er omheen

Slide 24 - Quizvraag

Altijd eerst de wond schoon spoelen. Daarna maak je de omgeving van de wond voorzichtig droog en als het nodig is, dan kan er een verbande op met een gaas eronder zodat het niet vast plakt. Het is beter om de wond aan de lucht te laten drogen. Let erop dat je werkt met handschoenen i.v.m. infecties.
Een snelverband aanleggen

Slide 25 - Tekstslide

Demonstreren hoe je een verband aanlegt. Leerlingen ook samen laten oefenen. 
Een drukverband aanleggen

Slide 26 - Tekstslide

Demonstreren hoe je een drukverband aanlegt en oefenen met de leerlingen.
Bloeding

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kijk naar het plaatje. Wat moet je doen? Zet de plaatjes in de goede volgorde.
A
6-1-4-3-5-2
B
6-1-3-4-5-2
C
1-4-6-3-5-2
D
6-1-4-5-2-3

Slide 28 - Quizvraag

De basis is altijd hetzelfde: veiligheid, slachtoffer beoordelen en 112 bellen. Dan drukt het slachtoffer eerst zelf de wond dicht. Jij moet handschoenen aandoen i.v.m. kans op infecties. Daarna duw jij de wond dicht. Laat iemand op de grond liggen zodat hij/zij niet flauw kan vallen.
2

Slide 29 - Video

Deze slide heeft geen instructies

00:22
Wat moet hij nu tegen haar zeggen?
A
Knijp je neus goed dicht
B
Haal je neus eerst goed op
C
Snuit je neus eerst even
D
Stop de zakdoek maar in je neus

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

00:50
Hoelang moet de neus worden dichtgeknepen?
A
1 minuut
B
2 minuten
C
5 minuten
D
10 minuten

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Brandwond

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Karin heeft haar hand verbrand aan een stuk brandend hout. Wat voor brandwond is dit?
A
Eerstegraads brandwond
B
Tweedegraads brandwond
C
Derdegraads brandwond

Slide 33 - Quizvraag

  • eerste graads = rode, pijnlijke huid. 
  • tweede graads = rode, erg pijnlijke huid met blaren.
  • derde graads = wit/beige/bruine huid, beetje leerachtig.  Weinig pijn. 
  • vierde graads = dit komt zelden voor, dit is verkoling van de huid. De huid is dan echt weg.
  • Je koelt de huid met lauw water!
Wat is NIET WAAR over brandwonden?
A
Je moet 10-20 minuten koelen met lauw water
B
Je moet vastzittende kleding nathouden
C
Je moet de sieraden afdoen als dat kan
D
Je moet 10-20 minuten koelen met ijs

Slide 34 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Iets kneuzen of breken

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kijk naar het plaatje. Wat is er met haar pols? 

Slide 36 - Tekstslide

Haar pols is waarschijnlijk gekneusd of gebroken. Bel naar de huisarts en maak een afspraak om zo snel mogelijk langs te komen. 
Wat is er met haar pols?

Slide 37 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Ben is gevallen in de tuin. Hij kan niet opstaan en zijn been heeft een onnatuurlijke stand.
Wat is er waarschijnlijk aan de hand?
A
Gebroken
B
Gekneusd
C
Geschaafd
D
Een inwendige bloeding

Slide 38 - Quizvraag

Als iets een verkeerde kant op staat en iemand kan het niet bewegen of er op leunen, dan is het vaak gebroken. Beweeg iemand niet! Bel eerst naar de huisarts/huisartsenpost en vraag wat je moet doen.
Wat moet je NIET DOEN als een voet misschien gekneusd of gebroken is?
A
De pijnlijke voet van de ander bewegen
B
Koelen met ijs (met een doek ertussen)
C
De schoen aan de voet laten zitten
D
Een steuntje (tas of opgevouwen jas) onder de voet leggen

Slide 39 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Verslikking

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kijk naar het plaatje. Iemand verslikt zich. Hoesten helpt niet. Zet de plaatjes in de goede volgorde.
A
4-3-1-2
B
4-1-2-3
C
4-2-3-1
D
1-2-3-4

Slide 41 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Mohammad verslikt zich in een nootje. Zijn vriend probeert hem te laten hoesten, maar dat lukt niet. Wat doe je dan?
A
112 bellen
B
5 stoten op de rug geven
C
5 buikstoten geven
D
water laten drinken

Slide 42 - Quizvraag

Als hoesten niet helpt, geef dan eerst 5 stoten (slaande beweging van onder naar boven tussen de schouderbladen) op de rug. Werkt dat ook niet, dan doe je buikstoten (ook wel bekend als de greep van Heimlich). Als het dan nog steeds niet werkt, dan moet je meteen 112 bellen. 
Uitleg rugstoten

Slide 43 - Tekstslide

De rugstoten worden voorgedaan in de klas.
Uitleg buikstoten

Slide 44 - Tekstslide

De buikstoten worden voorgedaan in de klas.
Vergiftiging 

Slide 45 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Je buurmeisje van 2 jaar heeft een slok wasmiddel gedronken. Wat doe je?
A
Melk laten drinken
B
Boter laten eten
C
De huisarts bellen
D
Met haar naar het ziekenhuis gaan

Slide 46 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Je neefje heeft een
batterijtje ingeslikt.
Wat moet je doen?
A
Niets, dat kan geen kwaad
B
De huisarts bellen
C
Proberen om hem te laten overgeven
D
Water laten drinken

Slide 47 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 48 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Meer weten?                              

Slide 49 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oefenen in de praktijkles

Slide 50 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat vond je van deze les?
Wel leuk, maar niet leerzaam
Niet leuk, maar wel leerzaam
Niet leuk en niet leerzaam
Wel leuk en wel leerzaam

Slide 51 - Poll

Deze slide heeft geen instructies