Vragen pensioen

10 Oefenvragen pensioen
College 1 en 2
Employee benefits collectief periode C
(Wft-Pensioen)
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
CommunicatieHBOStudiejaar 3

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

Onderdelen in deze les

10 Oefenvragen pensioen
College 1 en 2
Employee benefits collectief periode C
(Wft-Pensioen)

Slide 1 - Tekstslide

Vraag 1/10
Onder welke pijler valt het pensioen opgebouwd bij de werkgever?
A
Eerste pijler
B
Tweede pijler
C
Derde pijler

Slide 2 - Quizvraag

Vraag 2/10
Bij welke pensioenovereenkomst is er geen zekerheid over de hoogte van het pensioen?
A
Middelloonregeling
B
Eindloonregeling
C
Beschikbare premieregeling

Slide 3 - Quizvraag

Vraag 3/10
Wat is de pensioenrichtleeftijd volgens de Wet op de Loonbelasting?
A
67 jaar
B
68 jaar
C
69 jaar
D
70 jaar en drie maanden

Slide 4 - Quizvraag

Vraag 4/10
Wie ontvangt het pensioengeld bijvoorbeeld als er een restbegunstiging is?
A
De partner
B
De kinderen jonger dan 30 jaar
C
De werkgever
D
De werknemer zelf

Slide 5 - Quizvraag

Vraag 5/10
Wat is het hoofddoel van de pensioenwet?
A
Pensioengeld zekerstellen bij een pensioenuitvoerder.
B
Maximale hoogte van het pensioen bepalen.
C
Elke werknemer een pensioentoezegging garanderen.

Slide 6 - Quizvraag

Vraag 6/10
Is een pensioenpremie fiscaal aftrekbaar?
A
Ja, volledig. Er is geen maximum.
B
Ja, maar tot een bepaald maximum loon.
C
Nee, er is geen fiscale aftrek.

Slide 7 - Quizvraag

Vraag 7/10
Wat is een netto pensioen?
A
Het deel van het pensioen waarover geen fiscale aftrek mogelijk is.
B
Het deel van het pensioen waarvoor er een belastingteruggave is.
C
Het deel van het pensioen waarvoor er geen kosten zijn.

Slide 8 - Quizvraag

Vraag 8/10
Tot welk maximaal loon is de pensioenpremie aftrekbaar in het jaar 2021?
A
€ 14.544
B
€ 97.645
C
€ 112.189
D
€ 134.544

Slide 9 - Quizvraag

Vraag 9/10
Hans heeft pensioen opgebouwd over een inkomen van €70.000 bruto per jaar.
Zijn de pensioeninkomsten van Hans vanaf zijn pensioenleeftijd belast?
A
Nee, Hans heeft een netto pensioen.
B
Ja, met loonbelasting.
C
Ja, vennootschapsbelasting.
D
Ja, maar slechts gedeeltelijk.

Slide 10 - Quizvraag

Vraag 10/10
Met welke term wordt aangeduid dat pensioenuitkeringen belast zijn en pensioenpremies aftrekbaar?
A
Omslagstelsel
B
Kapitaalstelsel
C
Omkeerregel

Slide 11 - Quizvraag