De ontwikkeling van de dreumes en de peuter

Ontwikkeling van de dreumes en de peuter
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
WelzijnMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

Ontwikkeling van de dreumes en de peuter

Slide 1 - Tekstslide

Doelen van deze les:

Aan het eind van deze les:
- Kun je de belangrijkste aspecten van de ontwikkeling van de dreumes en de peuter noemen
- Kun je verschillende fases in de spraak-/taalontwikkeling noemen
- Ken je activiteiten die aansluiten bij de belevingswereld van peuters

Slide 2 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen een dreumes en een peuter?

Slide 3 - Woordweb

Slide 4 - Video

Welke activiteiten kun je met peuters doen? (noem minstens 3 activiteiten)

Slide 5 - Open vraag

Wanneer is een kindje (over het algemeen) voor 90% verstaanbaar voor onbekenden?
A
Tussen de 2 en 2,5 jaar oud
B
Tussen 2,5 en 3 jaar oud
C
Tussen 3 en 3,5 jaar oud
D
Tussen 3,5 en 4 jaar oud

Slide 6 - Quizvraag

Op deze leeftijd begrijpt een kind ruimt 200 woorden en begrijpt haar/zijn eigen naam
A
Een kindje van een half tot 1 jaar oud
B
Een kindje van 1 tot 1,5 jaar oud
C
Een kindje van 1,5 tot 2 jaar oud
D
Een kindje van 2 tot 2,5 jaar oud

Slide 7 - Quizvraag

Op deze leeftijd gebruikt een kindje twee woorduitingen ('die ook', 'auto rijden')
A
Een kindje van 1,5 tot 2 jaar oud
B
Een kindje van 2 tot 2,5 jaar oud
C
Een kindje van 2,5 tot 3 jaar oud
D
Een kindje van 3 tot 3,5 jaar oud

Slide 8 - Quizvraag

Vanaf deze leeftijd begrijpt een kind eenvoudige verhaallijnen en de inhoud van een prentenboek wat aansluit bij het dagelijks leven
A
Een kindje van 2 tot 2,5 jaar oud
B
Een kindje van 2,5 tot 3 jaar oud
C
Een kindje van 3 tot 3,5 jaar oud
D
Een kindje van 3,5 tot 4 jaar oud

Slide 9 - Quizvraag

Op deze leeftijd heeft een kindje verschillende huiltjes voor verschillende situaties, lacht naar mensen en brabbelt als met hem wordt gespeeld
A
Een kindje van 0 tot een half jaar oud
B
Een kindje van een half tot 1 jaar oud
C
Een kindje van 1 tot 1,5 jaar oud
D
Een kindje van 1,5 tot 2 jaar oud

Slide 10 - Quizvraag

Op deze leeftijd begrijpt een kind ruim 40 woorden en kan het ongeveer 3 losse woordjes zeggen 'mam', 'pap', 'hap', 'bah
A
Een kindje van 0 tot een half jaar oud
B
Een kindje van een half tot 1 jaar oud
C
Een kindje van 1 tot 1,5 jaar oud
D
Een kindje van 1,5 tot 2 jaar oud

Slide 11 - Quizvraag

Op deze leeftijd kan een kind eenvoudige vragen beantwoorden en enkele lichaamsdelen benoemen
A
Een kindje van 2 tot 2,5 jaar oud
B
Een kindje van 2,5 tot 3 jaar oud
C
Een kindje van 3 tot 3,5 jaar oud
D
Een kindje van 3,5 tot 4 jaar oud

Slide 12 - Quizvraag

Slide 13 - Video

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Afsluiting van de les

Slide 16 - Tekstslide