G WERKWOORDSVORMEN IV: CONJUNCTIVUS IN DE BIJZIN

G WERKWOORDSVORMEN IV: 
CONJUNCTIVUS IN DE BIJZIN

voorbeeldzinnen bespreken


1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
LatijnWOStudiejaar 5

In deze les zitten 11 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 13 min

Onderdelen in deze les

G WERKWOORDSVORMEN IV: 
CONJUNCTIVUS IN DE BIJZIN

voorbeeldzinnen bespreken


Slide 1 - Tekstslide

1 Adulescens bene potus domum reveniens metuebat, ne pater irasceretur.

reveniens - omdat hij --- terugkeerde
bene potus - behoorlijk dronken
metuebat + ne!
coniunctivus verplicht

Slide 2 - Tekstslide

2 Numerus stellarum tantus est, ut nemo eas numerare possit.

stella - ster
tantus ... ut
coniuntivus verplicht

Slide 3 - Tekstslide

3 Incolae a Romanis petiverunt, ut suis rebus et suae urbi parcerent.

petere a ... = vragen aan
petiverunt ut = zij vroegen om
parco + dat.

Slide 4 - Tekstslide

4 Periculum est, ne cuncti nautae pereant.

periculum est ne + con = het gevaar bestaat dat
pereant? 

Slide 5 - Tekstslide

5. Utraque manu me tenuit, ne effugerem.

ne = om te voorkomen dat
con verplicht

Slide 6 - Tekstslide

6. Consulibus curandum est, ut cives deos colant.

curandum est = gerundivum van verplichting
consulibus = dativus auctoris
ut = dat

Slide 7 - Tekstslide

7. Dicere non potuit, quot servos neque quantum argenti haberet.

quot/quantum + gen. partitivus
con afh vraag

Slide 8 - Tekstslide

8. Nescio, redieritne pater an ruri manserit.

ne ... an = tweeledige afhankelijk vraag: of ... of

Slide 9 - Tekstslide

9. Nemo novit, quo tempore moriendum sibi sit.

afhankelijke vraag
moriendum sit = gerundivum van verplichting (est)
sibi = dativus auctoris

Slide 10 - Tekstslide

10. Mihi narravit, quid eo die fieret.

afhankelijke vraag
eo die
quid

Slide 11 - Tekstslide