P2 - week 6 Rawls

1 / 13
volgende
Slide 1: Link
FilosofieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 13 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Link

is er op deze school van politieke autonomie?

Is er op je eigen school sprake van politieke autonomie?



Terugblik
Heteronome en autonome ethiek? 
Welke van de drie bezwaren tegen de lekenstaat vind jij het sterkst? Leg uit wat je vindt van Cliteurs antwoord daarop.  

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoel deze week
6) Ik kan Cliteurs opvatting over de lekenstaat als oplossing voor de uitdaging van culturele diversiteit uitleggen en evalueren.


Leerdoel vandaag:
- ik begrijp waarom diversiteit een uitdaging is voor de democratie
- ik ken de vier manieren waarop religie zich tot de staat kan verhouden
- ik weet wat een lekenstaat 
7) Ik kan Rawls’ opvatting over politieke autonomie als oplossing voor de uitdaging van culturele diversiteit uitleggen en evalueren. 

- ik kan het begrip politieke autonomie uitleggen, herkennen en toepassen
- ik begrijp wat 'het feit van redelijk pluralisme' is
- ik kan de begrippen modus vivendi en overlappende consensus uitleggen, herkennen en toepassen
Leerdoel deze week

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe om te gaan met diversiteit in een democratie?
Cliteur: De publieke ruimte en de staat moeten neutraal zijn. Levensovertuigingen zijn dingen voor thuis, achter de voordeur.
Rawls: Je mag je levensovertuiging best tonen en die gebruiken in discussies als je het zo doet dat die ook voor andersdenkenden acceptabel is.
Sandel: Niemand is neutraal dus laten we niet doen alsof dat wel zo is. Laat alle verschillen toe in discussies en debatten. Dat draagt bovendien bij gemeenschapszin.  

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk
  1. Lees 4.1.3 p.118 t/m 122 'Drie bezwaren tegen de lekenstaat'
  2. Schrijf op welke van de drie bezwaren tegen de lekenstaat jij het sterkst vindt. Leg uit wat je vindt van Cliteurs antwoord daarop.  
Politieke autonomie:
mensen hebben het recht te leven zoals ze willen, ook als deze manier van leven niet in het teken staat van zelf denken en het zichzelf ontplooien (ethische autonomie) maar, bijvoorbeeld, overgave aan God centraal stelt (heteronome ethiek). Ook dit is redelijk, volgens Rawls.

 'het feit van redelijk pluralisme': 
Er zijn meerdere, redelijke invullingen van het goede leven in een democratie (christelijk, islamitisch atheistisch, liberaal, socialistisch, etc.)
Rawls

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk
  1. Lees 4.1.3 p.118 t/m 122 'Drie bezwaren tegen de lekenstaat'
  2. Schrijf op welke van de drie bezwaren tegen de lekenstaat jij het sterkst vindt. Leg uit wat je vindt van Cliteurs antwoord daarop.  
Cliteur: ethisch autonoom en ethisch heteronoom
  • ethische autonomie is het ideaal!
  • Eist dat mensen religie privé houden.

Rawls: voegt politiek autonoom toe (aan ethisch autonoom en heteroom)
  • politieke autonomie is het ideaal!
  • 'publieke redelijkheid' (religie in debat mag, als je maar komt tot opvattingen die acceptabel zijn onafhankelijk van je levensbeschouwing)
  • Testen met de 'veil of ignorance', de sluier van onwetendheid

Bijvoorbeeld...
Rawls

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk
  1. Lees 4.1.3 p.118 t/m 122 'Drie bezwaren tegen de lekenstaat'
  2. Schrijf op welke van de drie bezwaren tegen de lekenstaat jij het sterkst vindt. Leg uit wat je vindt van Cliteurs antwoord daarop.  
"Ik ben voor een hoger minimumloon
(politieke opvatting)



solidariteit 
(publieke, redelijke waarde)



naastenliefde    broederschap    gelijkwaardigheid
     (christelijk)         (moslim)      (humanist/atheïst)

Slide 7 - Tekstslide

Lln zelf een voorbeeld laten geven.
evt verwijzen naar veil of ignorance

Slide 8 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk
  1. Lees 4.1.3 p.118 t/m 122 'Drie bezwaren tegen de lekenstaat'
  2. Schrijf op welke van de drie bezwaren tegen de lekenstaat jij het sterkst vindt. Leg uit wat je vindt van Cliteurs antwoord daarop.  
Met politieke autonomie (waarbij religie dus niet verstopt hoeft te worden) moeten we streven naar overlappende consensus:
De instemming van elke burger, vanuit verschillende referentiekaders, met bepaalde basisrechten en - plichten die voor iedereen gelden.

Tegenovergestelde is een modus vivendi:
als er geen gedeelde instemming is over wetten en regels. De minderheid moet zich schikken naar de macht van de meerderheid.

Rawls

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lees 4.2.1 en 4.2.2 - p.122 t/m 127
Beantwoord de volgende denkvragen:
1) Is er in Nederland meer sprake van modus vivendi of van overlappende consensus?
2) Is overlappende consensus altijd haalbaar? Kun je een voorbeeld geven waarbij dat moeilijk is? Beschrijf waar het probleem in zit.
Bij wie is er meer sprake van gelijkheid? Bij Cliteur of Rawls? Waarom?

Maak/huiswerk
Lees 4.2.1 en 4.2.2 - p.122 t/m 127
Beantwoord de volgende denkvragen:
1) Is er in Nederland meer sprake van modus vivendi of van overlappende consensus?
2) Is overlappende consensus altijd haalbaar? Kun je een voorbeeld geven waarbij dat moeilijk is? Beschrijf waar het probleem in zit.
3) Bij wie is er meer sprake van gelijkheid? Bij Cliteur of Rawls? Waarom?

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lees 4.2.1 en 4.2.2 - p.122 t/m 127
Beantwoord de volgende denkvragen:
1) Is er in Nederland meer sprake van modus vivendi of van overlappende consensus?
2) Is overlappende consensus altijd haalbaar? Kun je een voorbeeld geven waarbij dat moeilijk is? Beschrijf waar het probleem in zit.
Bij wie is er meer sprake van gelijkheid? Bij Cliteur of Rawls? Waarom?

1) een politieke partij
2) het onderwijs
3) een kerk, moskee of synagoge
4) een sportvereniging
5) een werkgever
6) een universiteit
7) de rechtbank
8) de zorg
basisstructuur of vrijwillig verband?

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lees 4.2.1 en 4.2.2 - p.122 t/m 127
Beantwoord de volgende denkvragen:
1) Is er in Nederland meer sprake van modus vivendi of van overlappende consensus?
2) Is overlappende consensus altijd haalbaar? Kun je een voorbeeld geven waarbij dat moeilijk is? Beschrijf waar het probleem in zit.
Bij wie is er meer sprake van gelijkheid? Bij Cliteur of Rawls? Waarom?

1) een politieke partij waar alleen vrouwen welkom zijn
2) een rechtbank waar alleen vrouwen welkom zijn
2) een politieke partij die mannen discrimineert
3) een werkgever die eist dat je je hoofddoekje afdoet
4) een school waar hoofddoekjes verboden zijn
5) een school die geweld tegen homo's aanmoedigt
Toegestaan in een democratie volgens Rawls?

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoel deze week
6) Ik kan Cliteurs opvatting over de lekenstaat als oplossing voor de uitdaging van culturele diversiteit uitleggen en evalueren.


Leerdoel vandaag:
- ik begrijp waarom diversiteit een uitdaging is voor de democratie
- ik ken de vier manieren waarop religie zich tot de staat kan verhouden
- ik weet wat een lekenstaat 
7) Ik kan Rawls’ opvatting over politieke autonomie als oplossing voor de uitdaging van culturele diversiteit uitleggen en evalueren. 

Vandaag
- ik kan het begrip politieke autonomie uitleggen, herkennen en toepassen
- ik begrijp wat 'het feit van redelijk pluralisme' is
- ik kan de begrippen modus vivendi en overlappende consensus uitleggen, herkennen en toepassen
Leerdoel deze week

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies