Naamvallen intro der- en ein-groep

Die Fälle
Intro Der- und Ein-Gruppe
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Die Fälle
Intro Der- und Ein-Gruppe

Slide 1 - Tekstslide

Wat weet je nog over naamvallen?

Slide 2 - Woordweb

Naamvallen
Ook in NL naamvallen:
- Ik heb hem gister nog bij haar gezien.
Ik, hem en haar zijn alledrie persoonlijk voornaamwoorden, maar staan in andere vorm --> naamval.

Ander voorbeeld: 's ochtends --> des ochtends, maar ook: de heer des huizes.

Slide 3 - Tekstslide

Om te bepalen welke naamval je moet hebben, kijk je naar:
A
het voorzetsel
B
het zinsdeel
C
het voorzetsel of het zinsdeel
D
het voorzetsel bij het zinsdeel

Slide 4 - Quizvraag

Naamvallen
Een naamval kan door een aantal dingen bepaald worden:
- een voorzetsel
- het zinsdeel (ontleden!)
- een werkwoord met een vaste naamval, bijv. helfen (+3)

Slide 5 - Tekstslide

Welke voorzetsels krijgen de vierde naamval?
Vierde naamval
Iets anders
bis
aus
durch
zu
für
gegen
bei
mit
ohne
um
nach
seit
von
entlang

Slide 6 - Sleepvraag

Het onderwerp
Het meewerkend voorwerp
Het lijdend voorwerp
1e naamval
Wie/wat+onderwerp+gezegde
4e naamval
Wie/wat+gezegde
3e naamval
aan/voor wie of wat

Slide 7 - Sleepvraag

Naamvallen persoonlijk vnw
ich
du
er
sie
es
wir
ihr
sie
Sie
mir
dir
ihm
ihr
ihm
uns
euch
ihnen
Ihnen
mich
dich
ihn
sie
es
uns
euch
sie
Sie

Slide 8 - Tekstslide

Der-Gruppe
De groep woorden die op dezelfde manier vervoegd worden als de lidwoorden der, die en das.

Dit zijn: dies-, jed-, all-, manch-, solch-, welch- en jen- 

Slide 9 - Tekstslide

Der-Gruppe
mannelijk
vrouwelijk
onzijdig
meervoud
der
die
das
die
dem
der
dem
den +n
den
die
das
die
mannelijk
vrouwelijk
onzijdig
meervoud
dieser
diese
dieses
diese
diesem
dieser
diesem
diesen +n
diesen
diese
dieses
diese

Slide 10 - Tekstslide

Ein-Gruppe
De groep woorden die op dezelfde manier worden vervoegd als ein en kein.

Dit zijn alle bezittelijk voornaamwoorden: main-, dein-, sein-, ihr-, unser-, euer-, ihr- en Ihr-.

Slide 11 - Tekstslide

Ein-Gruppe
mannelijk
vrouwelijk
onzijdig
meervoud
1
ein
eine
ein
eine
3
einem
einer
einem
einen +n
4
einen
eine
ein
eine

Slide 12 - Tekstslide