1.1 De Gouden Eeuw van Nederland

Regenten en vorsten
1.1 De Gouden Eeuw
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 18 slides, met tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Regenten en vorsten
1.1 De Gouden Eeuw

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

In deze paragraaf leer je:
  • hoe de economie bloeide in Nederland in de 17e eeuw
  • hoe de steden groeiden
  • hoe de landbouw werd uitgebreid

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zelf lezen
Lees eerst heel §1.1 op blz.8-10 in je leerboek

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat was er allemaal Goud aan deze eeuw?

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe wordt de Republiek rijk? 
  • 1568-1648: Tachtigjarige oorlog (Nederlandse Opstand)

  • Oorlog is in principe slecht voor de handel, maar de oorlog werd vooral in de Zuidelijke Nederlanden uitgevochten (huidige België)

  • Haven van Antwerpen werd afgesloten: handelschepen wijken uit naar Amsterdam

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De Republiek bestond uit zeven gewesten
  • Holland
  • Zeeland
  • Utrecht 
  • Gelderland
  • Overijsel
  • Groningen
  • Friesland

Brabant en Limburg generaliteitslanden

Drenthe mocht niet zelf beslissen

Flevoland bestond nog niet


Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe wordt de Republiek rijk-2? 
  • Nederland heeft niet heel veel producten/ grondstoffen
  • Vooral veel zuivelproducten
  • Oplossing: stapelplaats.

  • Amsterdam wordt één grote marktplaats voor Europese producenten
  • Nederland beleeft een gouden eeuw

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stapelmarkt

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De schepen en handelsgoederen waren in het bezit van ondernemers.

Handelaren staken veel geld in bedrijven om nog meer winst te maken. Dat noemen we (handels)kapitalisme.



Slide 10 - Tekstslide

Kapitalisme: economisch systeem waarbij mensen geld steken in bedrijven om winst te maken

Handelskapitalisme: kapitalisme waarbij handelaren de leiding hadden in de economie
Nederland was het centrum van het internationale handelskapitalisme.
In beurzen dreven kooplieden handel.
Men hield rekening met concurrenten en maakte slim gebruik van de wet van vraag en aanbod.


Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Door de economische bloei was er veel werkgelegenheid in met name de steden. Die steden groeiden enorm. Zo ontstond in Amsterdam de grachtengordel.
Het meeste vervoer ging in Nederland via het water, daarom werden kanalen gegraven tussen de steden.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies









In de Gouden Eeuw komt 
er meer bevolking in de Republiek

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Meer bevolking betekent ook:
  • Meer ruimte nodig voor huizen, in bijvoorbeeld Amsterdam: uitbreiding met drie brede grachten met grote woonhuizen er langs

  • Meer voedsel nodig: inpolderen en droogmaken van meren, zoals de Beemster en de Wormer (zorgt ook voor minder overstromingen)

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De molengang, uitgevonden door Simon Stevin.
Gebruikt door Jan Adriaanszoon Leeghwater voor het droogleggen van de Beemster

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag:

Maken vragen Introductie en §1.1 opdracht 1 t/m 8
Klaar? Laten zien dat het af is, daarna nakijken en verbeteren/aanvullen

Dit is maandag 4 september om 11:00 af, anders is het huiswerk voor het begin van de les donderdag 7 september!

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies