3e jaars cohort 2018-2019 semana 3.1

semana 3.1              hoy es jueves
repaso vocabulario
preposiciones (voorzetsels) (6.10 p. 114)

1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

semana 3.1              hoy es jueves
repaso vocabulario
preposiciones (voorzetsels) (6.10 p. 114)

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe zeg je in het Spaans?

U neemt de bus in de richting van Amsterdam
A
Usted toma el tren en dirección a Amsterdam
B
Usted tiene el autobús en dirección a Amsterdam
C
Usted tiene que querer el autobús en dirección a Amsterdam
D
Usted tomar el tren en dirección a Amsterdam

Slide 2 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe zeg je in het Spaans?

U moet instappen in de metro, lijn 8
A
Usted tiene que subir en el metro, linea 8
B
Usted tiene que bajar en el metro, linea 8
C
Usted tiene que cambiar el metro, la linea 8
D
Usted tiene que coger el metro, la linea 9

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe zeg je in het Spaans?

U moet overstappen op station Amstel
A
Tienes que cambiar en la estación Amstel
B
Usted tiene que cambiar en la estación Amstel
C
Usted tiene que subir en la estación Amstel
D
Usted tiene que bajar en la estación Amstel

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe zeg je in het Spaans?

U moet uitstappen op station Amstel
A
Tienes que cambiar en la estación Amstel
B
Usted tiene que cambiar en la estación Amstel
C
Usted tiene que subir en la estación Amstel
D
Usted tiene que bajar en la estación Amstel

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

¿Qué significa?

a la derecha
A
naar rechts
B
naar links

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

¿Qué significa?

todo recto
A
rechtdoor
B
aan het eind

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

¿Qué significa?

a la izquierda
A
naar links
B
naar rechts

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

¿Qué significa?

Al final de la calle
A
aan het eind van de overweg
B
aan het eind van de straat
C
aan het eind van de boulevard

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Preposiciones
p. 114 6.10 aanvullen

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Preposiciones de lugar

Slide 11 - Tekstslide

preposiciones de lugar = plaatsbepalingen 
En mi dormitorio
Objetivo: describir mi dormitorio y decir dónde están mis cosas utilizando las preposiciones
Beschrijf je slaapkamer in vijf zinnen. Begin met En mi dormitorio hay... 
Gebruik minimaal 4 voorzetsels
timer
15:00

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ejemplo
1. En mi dormitorio hay muchas cosas. 
2. Enfrente de la puerta hay una mesa. 
3. Debajo de la mesa hay dos libros. 
4. Encima de la mesa hay una lampara de color rojo 
5. Entre la cama y la  mesa hay una silla

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

repaso
preposiciones

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

¿Qué significa?

enfrente de
A
onder
B
tegenover

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

¿Qué significa?

debajo de
A
onder
B
boven
C
naast

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

¿Qué significa?

al lado de
A
onder
B
boven
C
naast

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

¿Qué significa?

en
A
onder
B
in
C
naast

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

¿Qué significa?

lejos de
A
naast
B
dichtbij
C
van
D
ver weg van

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

¿Qué significa?

cerca de
A
naast
B
dichtbij
C
van
D
ver weg van

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

¿Qué significa?

detras de
A
achter
B
boven
C
onder
D
naast

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

¿Qué significa?

entre
A
onder
B
naast
C
tussen
D
ver weg van

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

¿Qué significa?

detrás de
A
onder
B
achter
C
tussen
D
naast

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

¿Qué significa?

delante de
A
voor
B
achter
C
tussen
D
naast

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Nos vemos en clase
¡Hasta luego!

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies