In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Duiken in dieper water: scuba vs freediving
Slide 1 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Leerdoel
Aan het einde van deze les weet je wat het verschil is tussen scuba en freediving en begrijp je de basisprincipes van beide duikmethoden.
Slide 2 - Tekstslide
Introduceer het leerdoel aan het begin van de les om de studenten te laten weten wat ze kunnen verwachten. Zorg ervoor dat het leerdoel specifiek, meetbaar, haalbaar, relevant en tijdgebonden is.
Wat weet jij al over de verschillen tussen scuba en freediving?
Slide 3 - Woordweb
Deze slide heeft geen instructies
Scuba-duiken
Scuba-duiken betekent duiken met een ademapparaat. Hierdoor kun je langere tijd onder water blijven en diepere wateren verkennen.
Slide 4 - Tekstslide
Geef een definitie van scuba-duiken en leg uit hoe het verschilt van andere duikmethoden.
Freediving
Freediving betekent duiken zonder ademapparaat. Hierbij maak je gebruik van je eigen ademhalingstechniek om onder water te blijven.
Slide 5 - Tekstslide
Geef een definitie van freediving en leg de basisprincipes van de ademhalingstechniek uit.
Uitrusting
Bij scuba-duiken heb je een duikuitrusting nodig, waaronder een ademapparaat, duikbril en zwemvliezen. Bij freediving heb je alleen een duikbril en zwemvliezen nodig.
Slide 6 - Tekstslide
Leg uit welke uitrusting nodig is voor scuba-duiken en freediving en waarom ze verschillen.
Diepte
Bij scuba-duiken kun je dieper duiken dan bij freediving omdat je langer onder water kunt blijven en meer uitrusting hebt. Freediving is vooral geschikt voor ondiepe wateren.
Slide 7 - Tekstslide
Leg uit waarom scuba-duiken geschikter is om diepere wateren te verkennen en waarom freediving vooral geschikt is voor ondiepe wateren.
Veiligheid
Veiligheid is bij beide duikmethoden van groot belang. Bij scuba-duiken moet je de juiste duikcertificering hebben en regelmatig onderhoud aan je uitrusting uitvoeren. Bij freediving moet je de juiste ademhalingstechnieken beheersen en nooit alleen duiken.
Slide 8 - Tekstslide
Leg uit waarom veiligheid van groot belang is bij beide duikmethoden en geef tips voor veilig duiken.
Training
Voor zowel scuba-duiken als freediving is training en oefening van groot belang. Bij scuba-duiken moet je de juiste duiktechnieken leren en bij freediving moet je de juiste ademhalingstechnieken beheersen.
Slide 9 - Tekstslide
Geef aan waarom training en oefening belangrijk zijn bij beide duikmethoden en leg uit welke specifieke vaardigheden nodig zijn.
Populaire locaties
Scuba-duiken is populair in tropische gebieden met koraalriffen en wrakken. Freediving is populair in ondiepe wateren zoals meren en baaien.
Slide 10 - Tekstslide
Geef voorbeelden van populaire locaties voor zowel scuba-duiken als freediving en leg uit waarom ze geschikt zijn.
Voordelen en uitdagingen
Scuba-duiken biedt de mogelijkheid om diepere wateren te verkennen en meer uitrusting te gebruiken. Freediving biedt de mogelijkheid om op een meer natuurlijke manier onder water te zijn en de uitdaging om je eigen ademhalingstechnieken te beheersen.
Slide 11 - Tekstslide
Geef een overzicht van de voordelen en uitdagingen van beide duikmethoden en vraag de studenten om hun eigen voorkeuren te delen.
Actieve leeractiviteit
Laat de studenten in kleine groepen discussiëren over de voor- en nadelen van scuba-duiken en freediving en presenteer hun bevindingen aan de klas.
Slide 12 - Tekstslide
Geef de studenten de tijd om in kleine groepen te discussiëren en gebruik vervolgens een presentatie om hun bevindingen te delen. Zorg ervoor dat de presentaties interactief zijn en de studenten betrekken bij het leerproces.
Quiz
Test de kennis van de studenten met een korte quiz over de verschillen tussen scuba-duiken en freediving.
Slide 13 - Tekstslide
Maak een quiz met enkele meerkeuzevragen om te testen of de studenten de belangrijkste concepten begrijpen. Gebruik de quiz als een manier om te beoordelen of het leerdoel is bereikt.
Conclusie
Scuba-duiken en freediving zijn beide populaire duikmethoden met hun eigen voordelen en uitdagingen. Door te begrijpen wat de verschillen zijn, kun je bepalen welke duikmethode het beste bij jou past.
Slide 14 - Tekstslide
Herhaal het leerdoel en vat de belangrijkste concepten samen. Moedig de studenten aan om verder te onderzoeken en te experimenteren met beide duikmethoden.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.
Slide 15 - Open vraag
De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.
Slide 16 - Open vraag
De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.
Slide 17 - Open vraag
De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.