Flexles 2

Flexles economie
Wat gaan we doen?
- Wat is lastig, extra uitleg/extra oefenen?
- test jezelf in de les
- Invulling docent
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 14 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Flexles economie
Wat gaan we doen?
- Wat is lastig, extra uitleg/extra oefenen?
- test jezelf in de les
- Invulling docent

Slide 1 - Tekstslide

Rekenen met procenten
Reken de verandering uit.
Formule = Nieuw - Oud : oud x 100 =
Zakgeld is € 5,- en per volgende week is het € 5,25. Hoeveel % is deze gestegen?

Slide 2 - Tekstslide

Rekenen met procenten
Reken de verandering uit.
Nieuw - Oud : oud x 100 =
Zakgeld is € 5,- en per volgende week is het € 5,25. Hoeveel % is deze gestegen?
€ 5,25 - € 5,- : € 5,25 x 100 = 4,8%
Absolute verandering is € 0,25
Relatieve verandering is 4,8%

Slide 3 - Tekstslide

Reken uit
Frikandellen broodje kost € 0,95.
Volgende week in de aanbieding is dan kost deze € 0,75.
Hoeveel is de korting?
Absoluut en relatief?

Slide 4 - Tekstslide

Reken uit
Frikandellen broodje kost € 0,95.
Volgende week in de aanbieding is dan kost deze € 0,75.
Hoeveel is de korting?
Absoluut en relatief?
€ 0,95 - € 0,75 = € 0,20 : € 0,95 x 100 = € 21,05% 

Slide 5 - Tekstslide

Procentuele vergelijking
Frank verdient € 2000,-
Bram verdient € 2600,-
Hoeveel procent verdient Bram meer dan Frank?
Formule = Wat : Waarvan x 100 =
Het absolute verschil is € 600,-
Waarmee wil je het verschil vergelijken? met die van Frank
€ 600,- : € 2000,- x 100 = 30%
Controleren € 2000,- + 30% = € 2600,-
 

Slide 6 - Tekstslide

Reken uit
Marlies heeft een studentenkamer die € 450,- per maand kost
Lisette haar kamer kost € 525,-
Hoeveel procent is de kamer van Lisette duurder dan van Marlies

Slide 7 - Tekstslide

Reken uit
Marlies heeft een studentenkamer die € 450,- per maand kost
Lisette haar kamer kost € 525,-
Hoeveel procent is de kamer van Lisette duurder dan van Marlies
Eerst de absolute verandering uitrekenen € 525,- - € 450,- = € 75,-
Waarmee wil je het verschil vergelijken? Met die van Marlies
Dus € 75,- : € 450,- x 100 = 16,67%
Controleren € 450,= + 16,67% = € 525,-

Slide 8 - Tekstslide

Absolute verandering berekenen
Je verdient bij de AH € 3,25 per uur. Je salaris per uur gaat met 4% stijgen. Wat wordt het nieuwe salaris?
Absolute verandering is € 3,25 : 100 x 4 = € 0,13
Het nieuwe salaris per uur wordt dan € 3,25 + € 0,13= € 3,38

Slide 9 - Tekstslide

Reken uit
Het telefoonabonnement kost nu € 11,-
Je nieuwe abonnement wordt de volgende maand 6% duurder.

Slide 10 - Tekstslide

Reken uit
Het telefoonabonnement kost nu € 11,-
Je nieuwe abonnement wordt de volgende maand 6% duurder.
€ 11,- : 100 x 6 = € 0,66
Het nieuwe abonnement wordt dan € 11,- + € 0,66 = € 11,66

Slide 11 - Tekstslide

Reken uit
Wie heeft de grootste loonsverhoging en wie verdient er het meest?
Rik verdient € 850,- en krijgt een loonsverhoging van 4%

Amber verdient € 875,- en krijgt een loonsverhoging van 3%

Slide 12 - Tekstslide

Rekenuit
Rik verdient € 850,- en krijgt een loonsverhoging van 4%
850 : 100 x 4 = 34
850 + 34 = 884

Amber verdient € 875,- en krijgt een loonsverhoging van 3%
875 : 100 x 3 = 26.25
875 + 26,25 = 901,25

Slide 13 - Tekstslide

Huiswerk
Paragraaf 1.6 vraag 1, 2 en 3

Slide 14 - Tekstslide