Een kort stukje proza (tekst) waarin de auteur zijn/ haar mening puntig en uitdagend uiteenzet.
Tekstdoel:
Overtuigen, opiniëren , maar ook amuseren.
Vaak zijn tekstdoelen met elkaar vermengd.
Slide 2 - Tekstslide
Inhoud column
- Inhoud is moeilijk te duiden. Auteur bepaalt zelf waar hij over schrijft.
Voorbeeld:
- persoonlijke belevenissen
- iets wat auteur is opgevallen
- reactie op politieke of maatschappelijke zaken
- iets waar auteur zich aan ergert
Slide 3 - Tekstslide
Inhoud column
- Kijk wat er om je heen gebeurt. Het kan iets groots, maar ook iets kleins zijn.
- Denk aan je doelgroep. Voor wie schrijf je? Hoe ga jij je lezers aan het denken zetten?
Slide 4 - Tekstslide
8 tips
1. Kijk de kunst af
2. Eigen ding
3. Opbouw column
4. Lekker overdrijven
5. Even checken
6. Het belangrijkste
Slide 5 - Tekstslide
Tip 1: Kijk de kunst af
Schrijven begint met lezen!
Kijk de kunst af bij andere columnisten. Hoe is hun schrijfstijl? Hoe zit het met de opbouw van hun column?
Let wel op dat je je favoriete columnist niet imiteert. Blijf bij jezelf!
Slide 6 - Tekstslide
Tip 2: Eigen ding
Zoek naar je eigen stijl.
Waar wil je over schrijven?
- actualiteit
- mopperen op iets of iemand
- vertellen over dagelijkse dingen
Slide 7 - Tekstslide
Tip 3: Opbouw column
- Begin altijd met een openingszin: een concrete situatie, prikkelende mening, onverwacht feit.
- In het middenstuk werk je de kerngedachte uit.
- Zorg voor een mooie spanningsboog in het middenstuk.
- Sluit af met een verrassende wending of een uitsmijter.
Slide 8 - Tekstslide
Tip 3: Opbouw column
Openingszin:
Besteed veel aandacht aan je openingszin! Dit is het visitekaartje van je column.
Niet doen:
- In de lead al samenvatten wat er gaat komen.
- Openen met een bewering waar niets tegen in te brengen is.
Slide 9 - Tekstslide
Tip 3: Opbouw column
Kerngedachte:
Breng structuur aan in je tekst. Begin elke alinea met een topiczin die de lading dekt. De lezer kan dan gelijk zien waar de alinea over gaat.
Niet doen:
- Column zonder alinea-indeling of rode draad. Vermijd zijwegen die afleiden van wat je wil zeggen.
Slide 10 - Tekstslide
Tip 3: Opbouw column
Slot:
Eindig met een verrassende wending of een uitsmijter. Of verwijs naar datgene waar je mee begon.
Zorg dat je lezer 'nog ergens iets mee moet'. Laat bijvoorbeeld een onbeantwoorde vraag of een knagend gevoel achter.
Niet doen:
- Kiezen voor een open einde. De lezer heeft dan de column voor niets gelezen.
Slide 11 - Tekstslide
Tip 4: Lekker overdrijven
- Het taalgebruik in een column is beeldend en creatief. Verras je lezer.
- Maak gebeurtenissen dramatischer, vetter, groter dan ze eigenlijk zijn. Zo houd je de aandacht van de lezer vast.
- Wissel zinslengte af. Korte zinnen geven een column snelheid en lange zinnen zorgen voor rust.
Slide 12 - Tekstslide
Tip 4: Lekker overdrijven
Hoe zorg je voor een beeldende schrijfstijl?
1. Voeg beeldende bijvoeglijke naamwoorden toe.
vb. De minister wil dat het mbo beter aansluit bij het bedrijfsleven.
De altijd glimlachende minister wil dat het mbo beter bij het bruisende bedrijfsleven aansluit.
Slide 13 - Tekstslide
Tip 4: Lekker overdrijven
Hoe zorg je voor een beeldende schrijfstijl?
2. Vergroot een detail uit.
vb. Ik liep over de Dam tussen de toeristen.
Ik drentelde over de Dam aan de kant van Madame Tussaud, tussen fotograferende Japanners en goedgekleden Italianen.
Slide 14 - Tekstslide
Tip 5: Houd je in!
Een column hoeft niet lang te zijn. Je zult verstelt staan met hoe weinig woorden je een goed verhaal kan neerzetten. Let dus op dat je niet teveel uitweidt over dingen.
Kill your darlings: schrap alle woorden die weg kunnen, zodat elk woord er met een goede reden staat.
Een column heeft meestal rond de 450 woorden.
Slide 15 - Tekstslide
Tip 6: Even checken
Fouten in je column zijn niet goed voor het leesgenot. Het is daarom belangrijk om je column te controleren op spelling en formulering.
* Laat je tekst ook eens controleren door een ander.