2.7 Verlichting en Revoluties

2.7 Verlichting en Revoluties
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

Onderdelen in deze les

2.7 Verlichting en Revoluties

Slide 1 - Tekstslide

Tijd van pruiken en revoluties


Slide 2 - Sleepvraag

Wat is een standenmaatschappij?
A
Iedereen in de samenleving is gelijk
B
De maatschappij is ingedeeld in groepen
C
Er waren verschillende groepen op gebied van werk
D
Er waren verschillende groepen met elk zijn eigen plaats en taak

Slide 3 - Quizvraag


Wat was geen stand uit de standenmaatschappij?
A
Adel
B
Geestelijken
C
Boeren
D
Handelaren

Slide 4 - Quizvraag

In Frankrijk was er een standenmaatschappij. 
Wie hoort bij welke stand?
Eerste stand
Tweede stand
Derde Stand
Geestelijken
Adel
Boeren

Slide 5 - Sleepvraag

Tekst
De standenmaatschappij bestond uit drie standen. Sleep de standen naar de goede plek:
Eerste stand
Tweede stand
Derde stand

Slide 6 - Sleepvraag

Wat voor soort bron is het plaatje uit de vorige dia?
A
primaire geschreven bron
B
primaire ongeschreven bron
C
secundaire geschreven bron
D
secundaire ongeschreven bron

Slide 7 - Quizvraag

Wat is een absoluut vorst?
A
Een hele koude winter
B
Een koning met alle macht
C
Een koning met heel veel macht
D
Een koning met een beetje macht

Slide 8 - Quizvraag

Wat is de verlichting?
A
Er kwamen steeds meer lampen op elektriciteit
B
Mensen gingen steeds meer zelf nadenken en gingen uit van de feiten
C
De Franse Revolutie
D
Mensen zagen het licht

Slide 9 - Quizvraag

De verlichte denkers waren VOOR de standenmaatschappij
A
Juist
B
Onjuist

Slide 10 - Quizvraag

Waren de verlichte denkers hier voor of tegen?
Verlichters zijn voor
Verlichters zijn tegen
Vrijheid van meningsuiting
Gelijke rechten voor iedereen
Vrijheid van godsdienst
Ongelijkheid

Slide 11 - Sleepvraag

Wat is de Franse Revolutie?
A
Een opstand van de adel en de geestelijken
B
Frankrijk wordt ontdekt
C
Frans eten kwam in de verkoop
D
Een opstand van de arme mensen

Slide 12 - Quizvraag

Wat voor soort vraag is:
Wat is de Franse Revolutie?
A
beschrijvende vraag
B
verklarende vraag
C
vergelijkende vraag
D
waarderende vraag

Slide 13 - Quizvraag

De Franse Revolutie was in
A
1748
B
1776
C
1789
D
1795

Slide 14 - Quizvraag

Wat is een oorzaak van de Franse Revolutie? En wat is geen oorzaak?
strenge leefregels van de kerk
de standensamenleving
belastingplicht voor de adel en geestelijkheid
Armoede op het platteland
absolute macht van de koning
Oorzaak Franse Revolutie
Geen oorzaak Franse Revolutie

Slide 15 - Sleepvraag

De Franse revolutie begon met de ......
A
Onthoofding van de Koning
B
Bestorming van de Bastille
C
Bestorming van Versailles
D
Er was een staatsgreep

Slide 16 - Quizvraag

Welke gebeurtenis vormt het begin van de Franse Revolutie?

Slide 17 - Sleepvraag

Sleep de zinnen naar het goede vak
De Franse Revolutie.
GEEN gevolg van de Franse Revolutie
WEL EEN gevolg van de Franse Revolutie
Alle Fransen werden even rijk
Afschaffing van het koningschap
De adel grijpt de macht
Boeren gaan Frankrijk besturen
Gelijke rechten voor (bijna) alle Fransen

Slide 18 - Sleepvraag

Voor de Franse Revolutie
Na de Franse revolutie
De burgers zijn ontevreden
De koning is in zijn eentje de baas
Frankrijk is een Republiek
Iedereen mag mee beslissen

Slide 19 - Sleepvraag