Les 6 - terugblik lessenserie (begrijpend lezen & luisteren)
Welke 4 manieren van lezen heb je geleerd?
A
oriënterend, zoekend, globaal, intensief
B
orïenterend, zoekend, kritisch, intensief
C
genietend, zoekend, globaal, kritisch
D
genietend, globaal, kritisch, intensief
1 / 11
Onderdelen in deze les
Welke 4 manieren van lezen heb je geleerd?
A
oriënterend, zoekend, globaal, intensief
B
orïenterend, zoekend, kritisch, intensief
C
genietend, zoekend, globaal, kritisch
D
genietend, globaal, kritisch, intensief
Slide 1 - Quizvraag
Waar of niet waar?
Bij een reclamefolder hoort het tekstdoel informeren.
Bij een reclamefolder hoort het tekstdoel informeren.
A
waar
B
niet waar
Slide 2 - Quizvraag
Welk tekstdoel hoort bij een geboortekaartje?
A
informeren
B
instrueren
C
activeren
D
amuseren
Slide 3 - Quizvraag
Welk tekstdoel hoort bij een prentenboek?
A
informeren
B
instrueren
C
activeren
D
amuseren
Slide 4 - Quizvraag
Welk tekstverband hoort bij het signaalwoord 'ook'?
A
tijd
B
opsomming
C
tegenstelling
D
reden/verklaring
Slide 5 - Quizvraag
Welk tekstverband hoort bij het signaalwoord 'dus'
A
tijd
B
opsomming
C
reden/verklaring
D
conclusie
Slide 6 - Quizvraag
Waar verwijst 'haar ouders' naar?
Met een betraand gezicht vertelde Els aan Vera wat haarouders besloten hadden?
Met een betraand gezicht vertelde Els aan Vera wat haarouders besloten hadden?
A
ouders van Els
B
ouders van Vera
Slide 7 - Quizvraag
Raveleijn is een spannend verhaal.
Het gaat over een jongen die bang is.
Waar verwijst 'het' naar?
Het gaat over een jongen die bang is.
Waar verwijst 'het' naar?
A
Raveleijn
B
spannend verhaal
C
een jongen
D
bang
Slide 8 - Quizvraag
Wat is het onderwerp van deze tekst?
A
huis
B
poes
Slide 9 - Quizvraag
Welke zin(nen) gebruik je voornamelijk als je de tekst gaat samenvatten?
A
de zinnen van de inleiding
B
de laatste zin van de tekst
C
kernzinnen
D
eigen gekozen zinnen
Slide 10 - Quizvraag
Op welke plaats in de alinea staat vaak de kernzin?
A
laatste zin
B
eerste zin
C
tweede zin
D
titel
