HC Britse Rijk LV3 - Oefenen

HC Britse Rijk DC3
Sociaal-economische ontwikkelingen in het thuisland (1750-1900)

Oefenen met:
- kennis
- formuleren
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

HC Britse Rijk DC3
Sociaal-economische ontwikkelingen in het thuisland (1750-1900)

Oefenen met:
- kennis
- formuleren

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oefenvragen
Twee soorten:
  • kennis
  • toepassing

Op je examen moet je vooral toepassing, maar dit kan alleen als je kennis hebt.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kennisvragen
Deze vragen komen niet voor op het tentamen en/of examen. Waarom dan oefenen?


  • Kennis basis van waaruit je werkt
  • Zonder voldoende kennis kom je niet tot inzicht
  • Kennis is nodig om de vragen te begrijpen

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verplichte jaartallen
1832
1833
1851
1870
1900
Eerste wereld
tentoonstelling in Londen
GB heerst over een kwart v.d wereldbevolking
Reform Bill aangenomen
Factory Acts ingevoerd
Begin economische concurrentie met VS en DUI

Slide 4 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een liberale markteconomie

Slide 5 - Open vraag

Economie waarin de prijzen van goederen en diensten worden bepaald door vraag en aanbod en waarin deze vrijelijk kunnen worden verhandeld.
Wat is het verschil tussen handelskapitalisme en industrieel kapitalisme?

Slide 6 - Open vraag

Handelskapitalisme is een economisch systeem waarin ondernemers goederen verhandelen om daarmee winst te maken terwijl industrieel kapitalisme een economisch systeem is waarin particuliere ondernemers met behulp van vrije arbeid goederen en diensten produceren met het doel zoveel mogelijk winst te maken door ze op de vrije markt te verkopen.

Het ene gaat dus om handel en de andere zet meer in op de productie.
toepassing
Open vragen waarop een langer antwoord geformuleerd moet worden.
Let bij het formuleren op:


  • Herhaal eerste deel vraag
  • Schrijf in duidelijke zinnen, woorden is alles wat je hebt
  • Structureer je antwoord naar de vraag

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3p. Leg uit op welke drie manieren de Britse koloniën hebben bijgedragen aan de industriële en economische ontwikkeling van Groot-Brittannië.

Slide 8 - Open vraag

1. de plantages in het Caraïbische gebied, Noord-Amerika en India waren belangrijke leveranciers van grondstoffen zoals katoen. Deze grondstoffen werden in de Britse industrie tot product verwerkt.
2. De winst uit de koloniën werd geïnvesteerd in de Britse economie. Waardoor er meer fabrieken werden gebouwd en transportwegen werden aangelegd.
3. De koloniën waren een goede afzetmarkt voor de Britse producten. Waardoor ze veel winst maakten met de verkoop van hun gemaakte eindproducten.
2p.Leg uit bij welk kenmerkend aspect de invoering van de Reform Bill uit 1832 past.

Slide 9 - Open vraag

De invoering van de Reform Bill uit 1832 past het beste bij het kenmerkende aspect;Voortschrijdende democratisering, met deelname van steeds meer mannen en vrouwen aan het politieke proces. Omdat met de invoering van deze wet in 1832 steeds meer rijke industriële ondernemers stemrecht kregen en dus konden deelnemen aan het politieke proces.
Oude examenvraag

Slide 10 - Open vraag

Kern van een juist antwoord is:
• Een economische verandering uit de bron is de overgang van huisnijverheid/kleinschalige productie naar industriële productie/massaproductie 1
• want Radcliff (als kind) helpt zijn vader en broers met het bewerken van katoen, terwijl hij later zelf een fabriek bezit 1
 
• Een sociale verandering uit de bron is de mogelijkheid om door succesvol ondernemen (snel) te stijgen op de maatschappelijke ladder 1
• want Radcliff blijkt in korte tijd te kunnen opklimmen van (eenvoudige) arbeider tot (rijke) fabrikant / tot landheer 1