3V 30-3

Welkom!
Meld je vast aan bij LessonUp
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welkom!
Meld je vast aan bij LessonUp

Slide 1 - Tekstslide

Programma
- Bespreken huiswerk 
- Uitleg nieuwe stof: argumentatie
- Samen oefenen
- Zelfstandig werken

Slide 2 - Tekstslide

Huiswerk bespreken
- We bespreken klassikaal opdracht 1

- Leerlingen online: kijk je antwoorden na met behulp van de antwoorden op Magister. Vragen? Stel ze in de chat.

Slide 3 - Tekstslide

Uitleg nieuwe stof: argumentatie

- Vorige week hebben we het gehad over meningen/standpunten en argumentatie

- Deze week gaan we het hebben over verschillende soorten argumentatie. 

Slide 4 - Tekstslide

Argumentatie
Twee soorten argumenten: 

- Feitelijke argumenten (objectief, waar of niet waar)
- Waarderende argumenten (subjectief, kun je over van mening verschillen (mooi, vies, lelijk)

Slide 5 - Tekstslide

Geef een feitelijk argument:
Iedereen zou moeten stoppen met roken, want

Slide 6 - Woordweb

Geef een waarderend argument:
Iedereen zou moeten stoppen met roken, want

Slide 7 - Woordweb

Argumentatiestructuur
- Vaak wordt een standpunt onderbouwd met meerdere argumenten. Al deze argumenten en het standpunt samen noem je de argumentatiestructuur. 

- Enkelvoudige argumentatie
- Nevenschikkende argumentatie
- Onderschikkende argumentatie

Slide 8 - Tekstslide

Enkelvoudige argumentatie
- Wanneer een standpunt met één argument wordt onderbouwd



Ik vind dat niemand vlees zou moeten eten, vlees eten is namelijk slecht voor het milieu.

Slide 9 - Tekstslide

Nevenschikkende argumentatie
- Wanneer een standpunt met meerdere argumenten
 wordt onderbouwd

Tussen de blokjes zou je 'en' kunnen denken en
tussen bij de pijlen zou je 'want' kunnen denken


Ik vind dat niemand vlees zou moeten eten, vlees eten is namelijk slecht voor het milieu en slecht voor je gezondheid.

Slide 10 - Tekstslide

Onderschikkende argumentatie
- Wanneer een argument onderbouwd wordt met een 
ondersteunend argument

Tussen bij de pijlen zou je 'want' kunnen denken


Ik vind dat niemand vlees zou moeten eten, vlees eten is namelijk slecht voor het milieu, het verhoogt de uitstoot van broeikasgassen

Slide 11 - Tekstslide

Onder- en nevenschikkende argumentatie

- Als een schrijver een of meerdere argumenten met een nevenschikkende argumentatie ondersteunt, spreken we van onder- en nevenschikkende argumentatie

Slide 12 - Tekstslide

Geef van de volgende fragmenten aan van wat voor soort argumentatie hier sprake is

Slide 13 - Tekstslide

Ik vind dat er scholen voor hoogbegaafde kinderen moeten komen, omdat ze hier deskundige leraren krijgen en deze deskundige leraren kunnen helpen met frustratie en faalangst.

Slide 14 - Tekstslide

Welke argumentatiestructuur?
A
Enkelvoudige argumentatie
B
Onderschikkende argumentatie
C
Nevenschikkende argumentatie
D
Onder- en nevenschikkende argumentatie

Slide 15 - Quizvraag

Iedereen zou moeten stoppen met roken. Het is slecht voor je gezondheid, je kan er kanker van krijgen en het kost veel geld

Slide 16 - Tekstslide

Welke argumentatiestructuur?
A
Enkelvoudige argumentatie
B
Onderschikkende argumentatie
C
Nevenschikkende argumentatie
D
Onder- en nevenschikkende argumentatie

Slide 17 - Quizvraag

Als kinderen moeten werken, kunnen ze niet naar school. Daarom zou kinderarbeid verboden moeten worden. Daarnaast zijn de plekken waar kinderen werken vaak slecht voor hun gezondheid.  

Slide 18 - Tekstslide

Welke argumentatiestructuur?
A
Enkelvoudige argumentatie
B
Onderschikkende argumentatie
C
Nevenschikkende argumentatie
D
Onder- en nevenschikkende argumentatie

Slide 19 - Quizvraag

Nog vragen?
Zelfstandig werken: maken: opdracht 4  (p. 79)
Klaar? Begin alvast met opdracht 5.

Slide 20 - Tekstslide