In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Welkom!
Meld je vast aan bij LessonUp
Slide 1 - Tekstslide
Programma
- Bespreken huiswerk
- Uitleg nieuwe stof: argumentatie
- Samen oefenen
- Zelfstandig werken
Slide 2 - Tekstslide
Huiswerk bespreken
- We bespreken klassikaal opdracht 1
- Leerlingen online: kijk je antwoorden na met behulp van de antwoorden op Magister. Vragen? Stel ze in de chat.
Slide 3 - Tekstslide
Uitleg nieuwe stof: argumentatie
- Vorige week hebben we het gehad over meningen/standpunten en argumentatie
- Deze week gaan we het hebben over verschillende soorten argumentatie.
Slide 4 - Tekstslide
Argumentatie
Twee soorten argumenten:
- Feitelijke argumenten (objectief, waar of niet waar)
- Waarderende argumenten (subjectief, kun je over van mening verschillen (mooi, vies, lelijk)
Slide 5 - Tekstslide
Geef een feitelijk argument: Iedereen zou moeten stoppen met roken, want
Slide 6 - Woordweb
Geef een waarderend argument: Iedereen zou moeten stoppen met roken, want
Slide 7 - Woordweb
Argumentatiestructuur
- Vaak wordt een standpunt onderbouwd met meerdere argumenten. Al deze argumenten en het standpunt samen noem je de argumentatiestructuur.
- Enkelvoudige argumentatie
- Nevenschikkende argumentatie
- Onderschikkende argumentatie
Slide 8 - Tekstslide
Enkelvoudige argumentatie
- Wanneer een standpunt met één argument wordt onderbouwd
Ik vind dat niemand vlees zou moeten eten, vlees eten is namelijk slecht voor het milieu.
Slide 9 - Tekstslide
Nevenschikkende argumentatie
- Wanneer een standpunt met meerdere argumenten
wordt onderbouwd
Tussen de blokjes zou je 'en' kunnen denken en
tussen bij de pijlen zou je 'want' kunnen denken
Ik vind dat niemand vlees zou moeten eten, vlees eten is namelijk slecht voor het milieu en slecht voor je gezondheid.
Slide 10 - Tekstslide
Onderschikkende argumentatie
- Wanneer een argument onderbouwd wordt met een
ondersteunend argument
Tussen bij de pijlen zou je 'want' kunnen denken
Ik vind dat niemand vlees zou moeten eten, vlees eten is namelijk slecht voor het milieu, het verhoogt de uitstoot van broeikasgassen
Slide 11 - Tekstslide
Onder- en nevenschikkende argumentatie
- Als een schrijver een of meerdere argumenten met een nevenschikkende argumentatie ondersteunt, spreken we van onder- en nevenschikkende argumentatie
Slide 12 - Tekstslide
Geef van de volgende fragmenten aan van wat voor soort argumentatie hier sprake is
Slide 13 - Tekstslide
Ik vind dat er scholen voor hoogbegaafde kinderen moeten komen, omdat ze hier deskundige leraren krijgen en deze deskundige leraren kunnen helpen met frustratie en faalangst.
Slide 14 - Tekstslide
Welke argumentatiestructuur?
A
Enkelvoudige argumentatie
B
Onderschikkende argumentatie
C
Nevenschikkende argumentatie
D
Onder- en nevenschikkende argumentatie
Slide 15 - Quizvraag
Iedereen zou moeten stoppen met roken. Het is slecht voor je gezondheid, je kan er kanker van krijgen en het kost veel geld
Slide 16 - Tekstslide
Welke argumentatiestructuur?
A
Enkelvoudige argumentatie
B
Onderschikkende argumentatie
C
Nevenschikkende argumentatie
D
Onder- en nevenschikkende argumentatie
Slide 17 - Quizvraag
Als kinderen moeten werken, kunnen ze niet naar school. Daarom zou kinderarbeid verboden moeten worden. Daarnaast zijn de plekken waar kinderen werken vaak slecht voor hun gezondheid.