Zorg voor Veiligheid en EHBO
1 / 24
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 2 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Wat weet je al over gifwijzer, brandwonden en EHBO?
Slide 3 - Woordweb
Deze slide heeft geen instructies
Slide 4 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Wat moet je doen als je in aanraking komt met gif?
A
Direct medische hulp inschakelen.
B
Een wandeling maken om het gif te laten uitwerken.
C
Het gif ruiken om te identificeren.
D
Het gif wegspoelen met water.
Slide 5 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat is het doel van de gifwijzer?
A
Het identificeren van gevaarlijke dieren in de natuur.
B
Mensen informeren over veilig omgaan met gif.
C
Het promoten van gifgebruik in de natuur.
D
Mensen aanmoedigen om gif te gebruiken.
Slide 6 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 7 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 8 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 9 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 10 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 11 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Wat mag je niet doen bij een brandwond?
A
Prik de blaren door
B
Wikkel de wond in met plastic folie
C
Gebruik azijn op de wond
D
Smeer tandpasta op de wond
Slide 12 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat moet je doen als iemand kleding draagt die in brand staat?
A
Laat die persoon direct op de grond liggen en rol de persoon heen en weer
B
Probeer de brandende kleding met je handen uit te slaan
C
Spuit water op de kleding
D
Laat de persoon wegrennen
Slide 13 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat is de beste eerste hulp voor een brandwond?
A
Gebruik ijsblokjes op de wond
B
Smeer de wond in met boter
C
Koel de wond met lauw stromend water
D
Leg een doek op de wond
Slide 14 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Hoe kun je een kneuzing behandelen?
A
Direct belasten en sporten.
B
Warmte toepassen en intensief masseren.
C
Koelen met een coldpack en het aangedane lichaamsdeel rust geven.
Slide 15 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat zijn veelvoorkomende symptomen van een verstuiking?
A
Koorts, hoofdpijn, duizeligheid.
B
Zwelling, pijn, moeite met bewegen van het gewricht.
C
Blauwe plekken, vermoeidheid, oorsuizen.
Slide 16 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat is het verschil tussen een verstuiking en een kneuzing?
A
Een verstuiking is letsel aan een gewrichtsband.
B
Een kneuzing is een botbreuk.
C
Een verstuiking is letsel aan spieren.
D
Een kneuzing is letsel aan spieren of weefsels.
Slide 17 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat zijn symptomen van huidbeschadigingen door brandwonden?
A
Blauwe plekken, jeuk, stijfheid
B
Zwelling, koorts, koude huid
C
Roodheid, blaren, pijn
D
Gele verkleuring, prikkelend gevoel
Slide 18 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Hoe kan je het beste een snee of wond op de huid behandelen?
A
Negeren en laten genezen
B
Reinigen met water en desinfecteren
C
Wrijven met alcohol
D
Bedekken met vuile doek
Slide 19 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat is een veelvoorkomende oorzaak van huidbeschadigingen?
A
Regelmatig sporten
B
Langdurige blootstelling aan de zon
C
Gezond eten
D
Te veel water drinken
Slide 20 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 21 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.
Slide 22 - Open vraag
De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.
Slide 23 - Open vraag
De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.
Slide 24 - Open vraag
De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.
