Magnetisme
1 / 17
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Welke materialen kunnen magnetisch zijn?
Slide 2 - Woordweb
Welke magneten ken je (meerdere antwoorden zijn mogelijk)
A
Staafmagneet
B
Hoefijzermagneet
C
Naaldmagneet
D
Ringmagneet
Slide 3 - Quizvraag
Welke is een permanente magneet?
A
Paperclips.
B
Een elektromagneet
C
De koelkast deur.
D
De magneet op je koelkast.
Slide 4 - Quizvraag
Slide 5 - Tekstslide
Welke uitspraak is juist?
A
Een magneet heeft alleen een zuidpool.
B
Een magneet heeft alleen een noordpool.
C
Een magneet heeft een noordpool en een zuidpool.
Slide 6 - Quizvraag
Slide 7 - Tekstslide
Hoe lopen de veldlijnen in een magneet?
A
Van Noord naar Zuid
B
Van Oost naar West
C
Van Zuid naar Noord
D
Van West naar Oost
Slide 8 - Quizvraag
Slide 9 - Tekstslide
Ik breek een magneet door midden
Hoeveel polen heeft 1 helft?
Hoeveel polen heeft 1 helft?
A
1
B
2
Slide 10 - Quizvraag
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Video
Wat zijn magnetische krachtlijnen?
A
Magnetische lijnen die ijzervijlsel aantrekken.
B
Getekende hulpmiddelen om richting en sterkte van het magnetische veld aan te geven.
C
De kortste verbinding tussen een noordpool en zuidpool.
D
Ze geven de noordpool aan.
Slide 13 - Quizvraag
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Video
Lees de onderstaande beweringen aandachtig.
1. De sterkte van een elektromagneet wordt onder andere bepaald door de weerstand.
2. De sterkte van een elektromagneet wordt onder andere bepaald door het aantal windingen.
1. De sterkte van een elektromagneet wordt onder andere bepaald door de weerstand.
2. De sterkte van een elektromagneet wordt onder andere bepaald door het aantal windingen.
A
Alleen de eerste.
B
Beide.
C
Alleen de tweede.
D
Geen van beide.
Slide 16 - Quizvraag
Welke materialen worden beïnvloed door de kracht van magnetisme?
A
Hout, Rubber, IJzer
B
Euro munten
C
Glas, Plastic, Papier
D
IJzer, Nikkel, Kobalt
