Modern Theater - klas 4

1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
KunstMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Wat weet je nog
over het Bauhaus?

Slide 4 - Woordweb

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Oskar Schlemmer beschouwt de danser op een nieuwe manier. Hij ziet dansers vooral als....
A
'Expressieve uitingen'
B
'Bewegende machines'
C
'Abstracte vormen'
D
'Symbolen'

Slide 7 - Quizvraag

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Welke uitspraak over het Constructivisme is ONJUIST?
A
Het betreft ook veel toegepaste kunst
B
Het bevat een abstracte of geabstraheerde vormentaal
C
Het sluit aan bij de principes vh Expressionisme
D
Het werd ingezet als propaganda in Rusland

Slide 14 - Quizvraag

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Wat zijn kenmerken van de vormgeving van het Constructivisme?

Slide 17 - Open vraag

Het Constructivisme ontstond in 1913 kunst van de Russische Revolutie, die uiteindelijk leidde tot de oprichting van de eerste communistische staat, de Sovjet-Unie. Welke symbolen/thema's passen bij deze nieuwe maatschappij?

Slide 18 - Open vraag

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Welk begrip hoort NIET
bij Method Acting?
A
Naturalisme
B
Illusie
C
Imiteren
D
Eigen emotie

Slide 23 - Quizvraag

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Welk begrip hoort NIET bij het Episch theater van Bertold Brecht?
A
toeschouwer laat zich meeslepen
B
illusie v.h. theater doorbreken
C
toepassing van vervreemdingseffecten
D
Toeschouwer moet leren en kritisch zijn

Slide 26 - Quizvraag

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide