Tijdvak 6: Les 2 VOC en WIC. Specerijen.

Les 5 periode 2
Tijdvak 6: Regenten en Vorsten.

Deze les: 
- Hoe zit het met de boeken?
- Oostzee quiz. 
- VOC en WIC
- Opdrachten/HW. 


1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Les 5 periode 2
Tijdvak 6: Regenten en Vorsten.

Deze les: 
- Hoe zit het met de boeken?
- Oostzee quiz. 
- VOC en WIC
- Opdrachten/HW. 


Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
Aan het eind van de les kan je ...
1.  voorbeelden geven van specerijen. 
2.  in eigen woorden uitleggen wat de VOC was. 
3. De driehoekshandel van de WIC stap voor stap beschrijven. 

Slide 2 - Tekstslide

Wat betreft de boeken. 
Klaar met boek 1. 
Beginnen in boek 2. 
Morgen kom je het boek halen. Hoeft boek 1 niet in te leveren. 
Bekijk de mail voor het tijdslot. 

Slide 3 - Tekstslide

De Republiek. Hoe zat het ook alweer?
Karel V en later Filips II --> Centralisatie politiek. 
In het hele rijk (ook de lage landen) 1 wetgeving en 1 geloof. 
1566→ beeldenstorm
1568 → 80 jarige oorlog. 
1588 → Republiek der 7 verenigde Nederlanden
Maar….. hoe ging het verder met de Republiek. 

Slide 4 - Tekstslide

Spanje en de Republiek vechten door. 
80-jarige oorlog nog in volle gang. 
De Republiek had voedsel (brood --> graan) nodig. 
Dit groeide niet goed in de Nederlanden. 
Wat doe je dan ... 
Handelen! 
In de landen rond de Oostzee groeide het volop. 
De Repulbiek had voldoende andere producten om te handelen. 
- Kaas, Vlees en andere zuivelproducten. 


Slide 5 - Tekstslide

De Grote OostzeeQuizzzz
Wie weet het meeste van de handel tussen de Republiek en de Oostzee? 

Slide 6 - Tekstslide

Waarom moest de Republiek ergens anders graan halen. Ze konden het graan toch ook zelf verbouwen?
A
Dat ging inderdaad. Alleen er werd op het land vaak oorlog gevoerd.
B
Nee dat ging niet. Het Nederlandse land was niet geschikt om graan te verbouwen.
C
Dat deed de Republiek wel maar de Spanjaarden namen het graan vaak mee.
D
De Republiek voelde zicht te goed om graan te verbouwen.

Slide 7 - Quizvraag

De Republiek kocht graan bij de Oostzee. Daar lagen veel landen die enorme hoeveelheden graan hadden. Maar welke landen?
A
Denemarken, Rusland, Finland en Schotland.
B
Polen, de Balkanlanden, China en Japan.
C
Polen, de Balkanlanden, Denemarken en Griekeland.
D
Polen, de Balkanlanden, Denemarken en Duitsland.

Slide 8 - Quizvraag

Hoe heet het schip op deze afbeelding?
A
De 7 provinciën.
B
Het Graanschip.
C
Het Fluytschip.
D
Het Rijkeschip.

Slide 9 - Quizvraag

In welke eeuw zijn de Nederlanden (de Republiek) de belangrijkste handelsmacht in de wereld?
A
15e eeuw
B
16e eeuw
C
17e eeuw
D
18e eeuw

Slide 10 - Quizvraag

Waar gebruikte de Republiek het graan voor?
A
Om de brood te bakken en 1ste te worden bij heel Holland bakt.
B
Om het leger te eten te geven dat vocht tegen de Spanjaarden.
C
Om vanuit Amsterdam over heel Europa te verhandelen.
D
Zowel antwoord B als C is goed.

Slide 11 - Quizvraag

Waarom wordt de Oostzeehandel de Moedernegotie genoemd?

Slide 12 - Open vraag

De kleurtjes bij de lessen geschiedenis. 
Even een reminder.... de kleurtjes. Vandaag hebben we het over de kleur groen en een aan het einde ook rood

Maar wat betekenen ze ook alweer. 

Slide 13 - Tekstslide

De VOC en WIC: "De Gouden Eeuw?"
Spanje en Portugal halen al producten uit Amerika (West) en Indië (Oost). 
De Republiek wil ook gaan handelen in deze gebieden. 

Maar waarom??? 


Slide 14 - Tekstslide

De VOC en WIC: "De Gouden Eeuw?"
De handel buiten Europa heeft alles te maken met de nieuwe producten. 

Europeanen willen graag --> Specerijen hebben. 

Opdracht: Ga in je huis opzoek naar specerijen. Bijvoorbeeld: peper, nootmuskaat, foelie, kanneel, 

Slide 15 - Tekstslide

VOC
De handelaren uit de Republiek gaan schepen naar Indië sturen om daar specerijen te halen. 
 - ze investeren geld in handel om winst te maken. Dit noem je Handelskapitalisme. 

Hierdoor ontstaan allemaal kleine handelsbedrijven --> Compangieën.  

Het nadeel hiervan is  → concurrentie → hogere inkoopprijzen 
Nog een nadeel hiervan is. → concurrentie → lagere verkoopprijzen

1602
Oplossing is een Vereenigde Oostindische Compagnie
- één bedrijf dat samenwerkt met vaste inkoop- en verkoopprijzen. 



Slide 16 - Tekstslide

VOC
De bevolking van Indië moest hun producten verkopen aan de VOC. 
Zij kregen lage prijzen voor hun producten. 
Wanneer zij zich niet hielden aan de regels zetten de VOC hun wapens in. 
bijvoorbeeld: Jan Pietszoon Coen --> Banda eilanden. 

Slide 17 - Tekstslide

WIC
De machtstrijd tussen de Republiek en Spanje gaat nog steeds door. (80-jarige oorlog). 
Spanje verdient veel aan de handel in Zuid-Amerika. 
Daarnaast profiteren veel Europese landen van de handel in Zuid-Amerika. 

Veel Europeanen willen de producten uit Zuid-Amerika zoals: Suiker, katoen, koffie en tabak. 


Slide 18 - Tekstslide

Nieuwe producten
De nieuwe wereld heeft veel nieuwe producten. 
- Koffie.
- Tabak. 
- Katoen. 
- Suiker. 
Europeanen willen dit massaal gaan verbouwen op --> Plantages. 
Daar zijn werkkrachten voornodig. 

Er ontstaat een vraag naar slaven.

Slide 19 - Tekstslide

WIC
Handel met Afrika en Amerika
Veel buitenlandse concurrentie 
 (Spanje, Portugal, Engeland en Frankrijk)
Extra taak: oorlog met Spanje (80-jarige oorlog)
- Piet Hein
- Verovering Zilvervloot

Slide 20 - Tekstslide

WIC
De West-Indische Compagnie (WIC), voluit de Geoctroyeerde West-Indische Compagnie. 

Zij namen wapens, kostbare juwelen etc. mee naar West-Afrika.
Daar kochten zij van plaatselijke vorsten slaven. 
Zij verkochten deze slaven in Amerika. Van dat geld kochten zij: suiker, tabak, katoen of koffie. 
Dit namen zij weer mee naar Europa. 
Driehoekshandel. 

Slide 21 - Tekstslide

Wel of geen Gouden Eeuw? 

Slide 22 - Tekstslide