Question Tags and Present Simple
1 / 29
Lesduur is: 15 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Schrijf niet de hele zin over, alleen de question tag.
She is collecting stickers, ..............?
Slide 4 - Open vraag
We are visiting granny this weekend, ............?
Slide 5 - Open vraag
Jacob and his girlfriend aren't in London at the moment, ................?
Slide 6 - Open vraag
The weather is really bad today, .............?
Slide 7 - Open vraag
My friends can't travel to France .............?
Slide 8 - Open vraag
Julie is a girl's name, .............?
Slide 9 - Open vraag
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Present Simple
Welke zin staat niet in de Present Simple?
Welke zin staat niet in de Present Simple?
A
Dogs wag their tail when they are excited.
B
Sarah usually runs to school.
C
Cats tend to scratch things.
D
Jeffrey has been cycling for hours.
Slide 14 - Quizvraag
Present Simple
A
Lucy lives in London.
B
Lucy lived in London.
C
Lucy is Living in London.
D
Lucy has lived in London.
Slide 15 - Quizvraag
Bedenk een ontkennende zin in de Present Simple.
Slide 16 - Open vraag
Bedenk een vragende zin in de Present Simple.
Slide 17 - Open vraag
Schrijf een ontkennende zin in de Present Simple:
Schrijf niet de hele zin op!
John .......... French. (not speak)
Schrijf niet de hele zin op!
John .......... French. (not speak)
Slide 18 - Open vraag
Schrijf een ontkennende zin in de Present Simple:
Schrijf niet de hele zin op!
You (not / like) ___________ chocolate.
Schrijf niet de hele zin op!
You (not / like) ___________ chocolate.
Slide 19 - Open vraag
Schrijf een vragende zin in de Present Simple:
Schrijf niet de hele zin op!
................. the bank................ at 5 p.m.? (close)
Schrijf niet de hele zin op!
................. the bank................ at 5 p.m.? (close)
Slide 20 - Open vraag
Schrijf een vragende zin in de Present Simple:
Schrijf niet de hele zin op!
................. you................ a movie on Netflix? (watch)
Schrijf niet de hele zin op!
................. you................ a movie on Netflix? (watch)
Slide 21 - Open vraag
Maak een vragende zin in de Present Simple:
He likes strawberries in the summer.
He likes strawberries in the summer.
Slide 22 - Open vraag
Slide 23 - Tekstslide
Slide 24 - Tekstslide
Slide 25 - Tekstslide
Slide 26 - Tekstslide
Schrijf de gebiedende wijs op:
It's cold outside. _____ the window, please. (to close)
It's cold outside. _____ the window, please. (to close)
Slide 27 - Open vraag
Schrijf de gebiedende wijs op:
_______ late for school! (not / to be)
_______ late for school! (not / to be)
